Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer d.d. 7 januari 2005 AV/KO/2005/1930 333 kenmerk 2040506020
Onderwerp Datum Contactpersoon Kamervragen van de leden Tonkens en Azough 18 februari 2005
over kinderopvang

./. Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden op de vragen van de leden Tonkens en Azough (Groen Links) over de vergoeding van kinderopvang voor allochtone vrouwen die (nog) geen inburgeringsplicht hebben, d.d. 7 januari 2005.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

2040506020

Vragen van de leden Tonkens en Azough (beiden GroenLinks) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de overheidsbijdrage voor kinderopvang. (Ingezonden 6 januari 2005)


1
Klopt het dat als gevolg van de nieuwe Wet Kinderopvang die 1 januari jl. in is gegaan, veel vrouwen van allochtone afkomst die nu vrijwillig een taalcursus of inburgeringcursus volgen en hun kind(eren) op een gesubsidieerde kinderopvangplaats hebben, vanaf 1 januari jl. geen aanspraak meer kunnen maken op een


2

overheidsbijdrage voor kinderopvang (en dus hun kinderen van de kinderopvang moeten halen en hun cursus moeten stoppen)?

Het faciliteren van inburgeringscursussen voor oudkomers, waaronder het bieden van opvangmogelijkheden voor kinderen van cursisten, is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dat was al zo in de afgelopen jaren en dat geldt ook voor 2005. De invoering van de Wet kinderopvang heeft hierin geen verandering gebracht. Vanuit de Wet kinderopvang zelf zijn er geen belemmeringen voor gemeenten om financieel bij te dragen aan de opvang van kinderen van allochtone vrouwen die op vrijwillige basis een taalcursus of inburgeringscursus volgen.
In de aanloop naar de nieuwe Wet kinderopvang zijn er met de VNG sluitende afspraken gemaakt over de financiering van de kinderopvang in 2005. Op dat moment was bekend dat oudkomers niet onder de Wet kinderopvang zouden vallen.


2
Klopt het dat alleen allochtone vrouwen die verplicht zijn een dergelijke cursus te volgen omdat zij nieuwkomer zijn en allochtone vrouwen die in een reïntegratietraject zitten, voor een overheidsbijdrage in aanmerking komen?

Dit klopt, voorzover het gaat om een tegemoetkoming op grond van de Wet kinderopvang. Nieuwkomers die in het kader van hun integratieplicht een inburgeringscursus volgen en oudkomers die in het kader van een reïntegratietraject een inburgeringscursus volgen kunnen op grond van de Wet kinderopvang aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. Zoals bij het antwoord op vraag 1 reeds is aangegeven staat dit de gemeenten niet in de weg om, net als in de afgelopen jaren, op basis van eigen gemeentelijk beleid verantwoordelijkheid te nemen voor de financiering van kinderopvangplaatsen voor kinderen van allochtone vrouwen die op vrijwillige basis een taalcursus of inburgeringscursus volgen.

Overigens zal deze situatie op termijn gaan veranderen. In de nota naar aanleiding van het nader verslag van de Wet kinderopvang heb ik toegezegd oudkomers onder de Wet kinderopvang te brengen als aan de voorwaarde van een wettelijke verplichting voor het volgen van inburgeringscursussen ­ analoog aan de verplichting voor nieuwkomers ­ is voldaan. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie zal het wetsvoorstel voor de nieuwe Wet inburgering zo spoedig mogelijk indienen.

Eén en ander is overigens nadrukkelijk aan de orde geweest bij de parlementaire behandeling van de Wet kinderopvang. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is een motie ingediend met de vraag om aan oudkomers via een overgangsmaatregel een tegemoetkoming voor kinderopvang te verstrekken. Deze motie is ingediend door de leden Tonkens en Hamer en door de Tweede Kamer verworpen.


3
Indien de regering allochtone vrouwen met voorrang wil laten inburgeren, wat betekent dat dan voor hun rechten op een overheidsbijdrage aan kinderopvang? Betekent het dat alle allochtone vrouwen die, vrijwillig of verplicht, een taal- of inburgeringcursus volgen, dan ook voor overheidsbijdrage aan de kosten in aanmerking komen? Zo neen, wat bedoelt de regering dan als ze stelt dat allochtone vrouwen met voorrang voor inburgering in aanmerking komen?

In de nieuwe Wet inburgering zullen de inburgeringsplichten van oud- en nieuwkomers geregeld worden. Bij die gelegenheid zal de regering ook aangeven onder welke voorwaarden deze doelgroepen in het kader van de inburgeringsplicht aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van de Wet kinderopvang.

3

Daarnaast heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie bij brief van 7 december 2004 (Kamerstukken 2004-2005, 29543, nr.4) nog eens gemeld extra aandacht te willen besteden aan de inburgering van allochtone vrouwen. In deze brief is onder meer aangegeven, dat vrouwen zonder inkomen uit werk of uitkering in aanmerking kunnen komen voor een speciaal aanbod van gemeenten voor een inburgeringscursus.

Het advies van de Commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen (PaVEM) sluit hier naadloos op aan. De commissie PaVEM stelt voor om te komen tot een Nationaal Actieplan Taal Totaal. Dat plan moet voorzien in het wegwerken van de taal- en kennisachterstand van 240.000 vrouwen in 2010, ondersteunend en aansluitend op het kabinetsbeleid. In het eerste kwartaal van 2005 zal de commissie een concreet actieplan afronden. In het kader van dit actieplan zal worden bekeken of het noodzakelijk is om op de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid extra middelen voor de kinderopvang voor oudkomers uit te trekken.


4
Deelt u de mening dat kinderopvang voor alle allochtone vrouwen die willen inburgeren, noodzakelijk is en dat zij dus recht moeten hebben op een overheidsbijdrage in de kosten (tot aan de in de wet bepaalde inkomensgrens)? Zo neen, waarom niet?

Kinderopvang mag geen belemmering zijn voor deelname aan inburgering. Dat is ook de reden dat ik heb toegezegd dat oudkomers als doelgroep aan de Wet kinderopvang zullen worden toegevoegd als de Wet inburgering in werking treedt.