Persbericht
17 februari 2005, nr. 017
Sluipwesp onderschept signaal van koolwitjes
Trichogramma sluipwespje op een vrouwtje van het grote koolwitje.
Sluipwespen hebben het voorzien op de eieren van koolwitjes om hun
eigen eieren te leggen. Maar hoe vinden ze die? Onderzoekers van
Wageningen Universiteit en de Vrije Universiteit in Berlijn bespiedden
de kleine sluipwespen. Ze constateren dat het mini-insect de
karakteristieke geur van een bevrucht koolwitvrouwtje, bedoeld als
signaal voor koolwitmannetjes, onderschept en zo de bevruchte vlinder
opspoort. Het sluipwespje lift vervolgens mee op de vlinder naar haar
eileg-locatie. Daar stapt de sluipwesp af om haar eigen broedsel in de
verse vlindereieren te deponeren. Het onderzoeksteam publiceert zijn
bevindingen in Nature van 17 februari.
Tijdens de paring draagt de mannelijke vlinder van het grote koolwitje
(Pieris brassicae) een speciale geurstof, benzylcyanide, over aan zijn
partner. De geur werkt afstotend op mannelijke concurrenten, zodat ze
uit de buurt van zwangere koolwitvrouwtjes blijven. De Wageningse en
Berlijnse onderzoekers constateren dat ook de minuscule (0,5 mm)
sluipwesp Trichogramma brassicae de chemische signaalstof kan
waarnemen en zo de bevruchte vlinder kan herkennen. Het
vlindervrouwtje dat, om haar eieren te leggen, op weg is naar een
geschikte locatie, zoals een koolplant, ontmoet de kleine parasitaire
sluipwesp vermoedelijk op een bloem. Beide gebruiken nectar als
voedsel en de vlinder zit dan rustig, zodat de sluipwesp gemakkelijker
kan opstappen voor een lift naar de eilegplaats. Daar legt de vlinder
haar eieren, waarna de sluipwesp van de onwetende chauffeuse afklimt
om haar eigen eitjes in het verse eipakket van de vlinder te
deponeren. De vlinderembryos worden gedood en in plaats van een rups
komt er ca. tien dagen later een nieuwe wesp uit.
Om het gedrag van de sluipwespjes na te gaan experimenteerden Nina
Fatouros en Monika Hilker van het Instituut voor Biologie van de Vrije
Universiteit Berlijn en hun collegas Ties Huigens, Joop van Loon en
Marcel Dicke van het Laboratorium voor Entomologie van Wageningen
Universiteit met de zuivere geurstof. Als ze maagdelijke
vlindervrouwtjes met dit zgn. anti-afrodisiacum behandelden, werden ze
plotseling aantrekkelijk voor sluipwespen. Hieruit leidden de
onderzoekers af dat het de signaalstof is die de sluipwespen naar hun
gastvrouwen leidt.
De rupsen van het grote koolwitje veroorzaken schade aan koolgewassen.
Het inzetten van de spionerende sluipwespen zorgt ervoor dat de eieren
van de vlinder worden gedood voordat de rupsen uit het ei kunnen
kruipen en met het nuttigen van de koolplant beginnen. De nieuwe
kennis kan worden gebruikt bij het efficiënt inzetten van sluipwespen
in de groenteteelt en daarmee het helpen terugdringen van het gebruik
van pesticiden.
Wageningen Universiteit