Hoge Raad: Frans Maas moet ziektegeld nabetalen
De Hoge Raad heeft definitief bepaald dat expeditiebedrijf Frans Maas
zieke werknemers 100 procent loon moet doorbetalen. De uitspraak heeft
voor FNV Bondgenoten ook betekenis in de huidige discussie over de
aanvulling in het tweede ziektejaar.
De vakbond had ruim tien jaar geleden een rechtszaak aangespannen
tegen Frans Maas, omdat het bedrijf indertijd eenzijdig besloot om
vanaf 1 januari 1994 werknemers de eerste vijf dagen van hun ziekte
nog slechts 70 procent van het loon door te betalen.
Diverse rechters hebben zich sindsdien over de zaak gebogen. De
werkgever hanteert de regel van uitbetaling van 70 procent voor de
eerste vijf ziektedagen nog steeds.
De Hoge Raad heeft Frans Maas uiteindelijk terecht gewezen: Het
bedrijf had niet eenzijdig tot wijziging van de aanvullingsregeling
bij ziekte over mogen gaan. De Hoge Raad heeft bepaald dat Frans Maas
alle werknemers die vóór 1 januari 1994 in dienst waren, met
terugwerkende kracht de aanvulling van het loon tot 100 procent moet
terugbetalen.
Het gaat om ongeveer 250 mensen die bij de afdeling expeditie of
logistiek werken of werkten. Werknemers die na januari 1994 een
arbeidsovereenkomst kregen, hebben zelf getekend voor de nieuwe
ziekteregeling. De uitspraak van de Hoge Raad is niet op hen van
toepassing.
Wat de schade voor Frans Maas is, is niet bekend, maar FNV Bondgenoten
schat dat het om een bedrag van ongeveer 700 duizend euro gaat.
FNV Bondgenoten is tevreden met de uitspraak van de Hoge Raad. "Na
ruim tien jaar procederen zijn we in het gelijk gesteld en krijgen
werknemers waar ze recht op hebben", reageert algemeen-secretaris
Ellen Dekkers. "Dit sterkt ons in onze opvatting dat ook in de huidige
discussie over de aanvulling van het ziektegeld in het tweede
ziektejaar sprake is van een foute handelswijze door werkgevers. Nu
willen werkgevers immers ook eenzijdig de aanvulling tot 100 procent
in het tweede ziektejaar verlagen."
De zaak Frans Maas heeft een aantal overeenkomsten met de huidige
discussie. Frans Maas besloot in 1994 tot de verlaging van het loon
bij ziekte door de invoering van de Wet Terugdringing Ziekteverzuim.
Die hield in dat werkgevers de eerste zes weken (of twee weken) zelf
het loon van de werknemer moest doorbetalen bij ziekte.
De Hoge Raad heeft in een eerdere uitspraak in deze zaak geoordeeld
dat het ongewijzigd in stand laten van de suppletieregeling beoordeeld
moet worden aan de hand van de vraag of handhaving 'naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn'. Dat was niet
het geval omdat de werkgever niet had aangetoond dat hij negatieve
gevolgen heeft ondervonden van die wet Terugdringing Ziekteverzuim.
Wel was een besparing op de ziektekosten van ruim 22 duizend gulden
gebleken.
In de huidige discussie over doorbetaling tot 100 procent in het
tweede ziektejaar is ook sprake van een aanvullingsregeling bij
ziekte. En daarnaast is er sprake van een wijziging in de wetgeving
waarbij de werkgever zelf het loon bij ziekte moet gaan betalen.
FNV