RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
C/05/24
Brussel, 17 februari 2005 (21.02)
6196/05 (Presse 24)
Controle op het verkeer van liquide middelen -
bestrijding van de financiering van terrorisme
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld met het oog
op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap
binnenkomen of verlaten (14843/04) . Het gemeenschappelijk standpunt
zal voor een tweede lezing aan het Europees Parlement worden
toegezonden.
De verordening heeft ten doel de effectiviteit van Richtlijn
91/308/EEG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel
voor het witwassen van geld te verbeteren met het oog op een betere
bestrijding van de financiering van het terrorisme, door te voorzien
in een gezamenlijke controleregeling voor liquide middelen aan de
buitengrenzen van de EU.
Doel is ook uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de Financiële
Actiegroep inzake witwassen van geld, die op initiatief van de G7 is
opgezet.
De Raad besloot de grens boven welke natuurlijke personen verplicht
zijn liquide middelen aan te geven bij het overschrijden van de
buitengrenzen van de EU, vast te stellen op 10.000 euro. Tevens werd
besloten in het voorstel een bepaling op te nemen op grond waarvan de
schriftelijk, mondeling of elektronisch verstrekte gegevens door de
nationale autoriteiten moeten worden opgeslagen en verwerkt.
---
Het gemeenschappelijk standpunt is met een gekwalificeerde
meerderheid van stemmen vastgesteld, waarbij de Italiaanse delegatie
tegenstemde. Het besluit is genomen door de Raad "Economische en
Financiële Zaken" tijdens de zitting van 17 februari 2005.
European Union