Persbericht
Den Haag, 17 februari 2005
PvdA wil discriminatie in het uitgaansleven uitbannen en overlast harder bestrijden
Discriminatie in het uitgaansleven moet wat de PvdA betreft veel actiever worden aangepakt. Als je wilt dat jongeren volwaardig deelnemen aan de samenleving moeten zij daartoe ook de kans krijgen en niet worden uitgesloten. Jongeren moeten gezamenlijk kunnen blijven uitgaan. De PvdA zal hier de komende jaren burgemeesters en ministers op blijven aanspreken.
Er komen steeds meer klachten van jongeren die worden geweigerd aan de discodeur. Een individuele harde aanpak van iedereen die de zaak verziekt, neemt het excuus voor de horeca weg om te selecteren aan de deur. Lokale afspraken over deurbeleid zijn prima, maar gezien de aanhoudende stroom klachten, niet genoeg. De door ons bepleitte aanpak begint met de houding van zowel jongeren zelf als van de portiers en exploitanten van horeca, en eindigt met consequente handhaving van lokale afspraken en het wettelijk verbod op discriminatie. Concreet bepleit de PvdA de volgende maatregelen:
1. Het diploma voor portiers in de horeca moet worden verbonden aan een cursus of training waarin aandacht wordt besteed aan goed deurbeleid zonder discriminatie . Dit moet in een landelijk convenant met Horeca-Nederland worden afgesproken en worden vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening in elke gemeente.
2. Voorkomen is beter dan genezen: jongeren leren uitgaan zonder problemen, bijvoorbeeld door portiers voorlichting te laten geven op scholen zoals in Utrecht gaat gebeuren. En het is dringend nodig op scholen aandacht te besteden aan (seksuele) omgangsvormen tussen jongens en meisjes. Nee is nee dus handen thuis!
3. Jongeren die de zaak verzieken voor de hele groep moeten snel en direct worden aangepakt. De horeca-ondernemers moeten zich gesteund weten door de politie die dus beschikbaar moet zijn op uitgaansavonden. Zo kunnen draconische maatregelen achteraf, zoals een heel streng deurbeleid, worden voorkomen. Geweld of bedreigingen tegen portiers moet prioriteit krijgen van politie en Openbaar Ministerie: lik-op-stuk beleid.
4. Deurbeleid moet eigenlijk zoveel mogelijk worden voorkomen. De beste manier is natuurlijk kennen en gekend worden. Een individuele benadering maakt het ook mogelijk de hufters zo individueel mogelijk eruit te halen. Daarvoor is ook een verplicht lidmaatschap (dat voor iedereen open staat!) een goede methode.
5. Huisregels zijn prima maar mogen nooit discrimineren, moeten helder en eenduidig zijn en moeten transparant zijn; dat wil zeggen voor alle klanten bekend. Algemene huisregels als passende kleding verplicht zijn taboe. De gemeente moet hier bij haar vergunningenbeleid streng op toezien.
6. Een lokaal convenant is een prima maar gaat over meer dan alleen deurbeleid. Portiers moeten goed zijn opgeleid èn zich gesteund weten. Er moet een klachtenmeldpunt zijn en bij herhaalde klachten kan de burgemeester de vergunning intrekken. Serieuze handhaving van deze afspraken is onmisbaar, wil het convenant meer zijn dan geduldig papier.
7. Het is onacceptabel dat jongeren die aangifte willen doen van discriminatie worden weggestuurd. De afspraak is dat aangifte altijd wordt opgenomen onderzocht. Hier moeten burgemeesters en minister Donner net zo stevig optreden als tegen overlast. Om duidelijk te maken dat discriminatie niet wordt getolereerd is het dringend gewenst dat er een aantal zaken voor de rechter worden gebracht. Om de bewijslast voor elkaar te krijgen is under-cover onderzoek van de politie legitiem. Minister Donner moet hiertoe opdracht geven.
De Tweede-Kamerfractie van de PvdA zal, samen met lokale raadsleden, de vinger aan de pols houden, kijken wat er werkt en wat niet om onze ideeën op die manier steeds aan te scherpen en verantwoordelijke bestuurders op de resultaten aan te spreken.
Partij van de Arbeid