publicaties - Brief aan de samenwerkende centrales van
overheidspersoneel over nadere voorstellen CAO Rijk 2004
Brief aan de samenwerkende centrales van overheidspersoneel over nadere
voorstellen CAO Rijk 2004
17 februari 2005
Zoals afgesproken in ons overleg op 15 december 2004 doe ik u hierbij
nadere voorstellen toekomen ten behoeve van een verlenging van de CAO
Rijk met één jaar tot 1 januari 2005. Deze voorstellen kunnen worden
beschouwd als reactie op de voorstellen die door u op 15 december 2004
zijn gedaan in de notities "Inzet CAO Rijk 2004" en "Uitvoering
Sociaal Akkoord" .
---
Mijn voorstellen hebben betrekking op:
1. Het thema `arbeid en gezondheid', incl. de loondoorbetaling bij
ziekte en de werkgeversaansprakelijkheid bij ziekte;
2. Een eenmalige uitkering gekoppeld aan de hoogte van het
ziekteverzuim binnen de organisaties in de sector Rijk;
3. De eindejaarsuitkering 2004;
4. De harmonisering van secundaire arbeidsvoorwaarden.
1. Arbeid en gezondheid etc.
Op 5 november 2004 is een sociaal akkoord gesloten. In lijn met het
sociaal akkoord doe ik hierbij nadere voorstellen ten aanzien van
ziekte en arbeidsongeschiktheid en voorstellen die hiermee samenhangen
(preventie en reïntegratie).
Uitgangspunten voor de sector Rijk zijn dat werken beter wordt beloond
dan niet werken en dat meer werken beter wordt beloond dan minder
werken. Daarnaast dienen werkgevers en werknemers er alles aan te doen
om ziekteverzuim te voorkomen en om, in het geval van verzuim, zo snel
mogelijk te reïntegreren. Hierbij is het van belang dat de
verantwoordelijkheid voor gezond werken, verzuimpreventie en
reïntegratie op het juiste niveau wordt belegd.
Hiervan uitgaande kom ik tot de volgende nadere voorstellen.
Loondoorbetaling gedurende de eerste twee jaar van ziekte
Per 1 januari 2004 is de wet verlenging loondoorbetalingsverplichting
ingegaan. De werkgever is verplicht om gedurende de eerste twee jaar
van ziekte 70% loon (in eerste jaar 100% minimumloon) door te betalen.
Over de bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte is in het sociaal
akkoord afgesproken dat de loondoorbetaling in totaal 170% over twee
jaar bedraagt en dat de verdeling over de 170% over de 2 jaar
onderwerp is van de decentrale arbeidsvoorwaardenonderhandelingen.
Tegen deze achtergrond stel ik voor dat de loondoorbetaling bij ziekte
in het eerste ziektejaar 100% is en in het tweede ziektejaar 70%. Een
andere verdeling is bespreekbaar. Voor alle duidelijkheid: als
berekeningsbasis van de netgenoemde percentages geldt de laatstgenoten
bezoldiging van betrokkene. Voorstel is om het nieuwe aansprakenniveau
voor de groep die na 1 januari 2004 ziek is geworden, in te laten gaan
per 1 april 2005.
Uitgaande van het hiervoor geformuleerde uitgangspunt dat (meer)
werken beter beloond zou moeten worden dan niet of minder werken stel
ik voor dat in het tweede ziektejaar over de gewerkte uren 100% loon
(voor alle duidelijkheid: de niet gemaximeerde bezoldiging) wordt
doorbetaald en over de niet gewerkte uren 70%.
Uren die, overeenkomstig het advies van de bedrijfsarts, worden
gewerkt, worden volledig doorbetaald.
De werkgever zal uiteraard al dan niet samen met de SCO goede
voorlichting geven aan de werknemers over hun aanspraken. Zij kunnen
dan een afgewogen keuze maken ten aanzien van de vraag of zij zich
individueel aanvullend zullen verzekeren. Bij deze verzekeringen
kunnen wellicht de huidige (ziektekosten)collectiviteiten bij de
ministeries een rol spelen.
Voor de aanspraken en verantwoordelijkheden bij beroepsrisico's
(dienstongevallen en beroepsziekten) wordt aangesloten bij de
uitgangpunten en principes van de regeling van
werkgeversaansprakelijkheid in het BW. Dit is conform de huidige
jurisprudentie in het ambtenarenrecht. Bovendien zal de werknemer die
als gevolg van een dienstongeval schade lijdt - ook als de werkgever
aan zijn zorgvuldigheidsplicht uit het BW heeft voldaan - een
vergoeding van de schade krijgen indien:
* hij noodgedwongen aan beroepsrisico's is blootgesteld, die
voortvloeien uit gevaarzettende situaties die rechtstreeks verband
houden met de uitvoering van zijn taak en;
* hij zich vanwege zijn specifieke beroep of functie niet aan zijn
taak kan onttrekken en;
* waarbij een rechtstreeks, objectief causaal verband vast te
stellen is tussen oorzaak en gevolg.
Het gaat hierbij dus om werknemers die zich in gevaarlijke situaties
bevinden waarbij mogelijk geweld gebruikt kan worden.
Nieuw stelsel Arbeidsongeschiktheid
De werkgever sector Rijk zal zich ten volle inspannen om zijn zieke en
arbeidsongeschikte werknemers te reïntegreren, binnen de sector of
daarbuiten.
Deze inspanningsverplichting geldt vanzelfsprekend niet voor de groep
volledig duurzaam arbeidsongeschikten. De verplichting geldt voor alle
overige groepen: gedeeltelijk arbeidsongeschikten, niet duurzaam
arbeidsongeschikten en werknemers met een
arbeidsongeschiktheidspercentage van minder van 35%.
De werkgever sector Rijk is aanspreekbaar op naleving van de genoemde
inspanningsverplichting.
Indien blijkt dat de werkgever zich, naar het oordeel van het UWV,
onvoldoende heeft ingespannen om een werknemer te reïntegreren, is hij
verplicht om 70% van het loon langer dan twee jaar door te betalen.
Indien blijkt dat een werknemer niet kan worden gereïntegreerd (zonder
dat sprake is van onvoldoende inspanningen van de werkgever), kan
ontslag van deze werknemer volgen. Hierbij wordt vanzelfsprekend
vastgehouden aan de regel dat ontslag vóór 2 jaar ziekte niet mogelijk
is. Het gegeven dat reïntegratie niet mogelijk is, dient te worden
gemotiveerd door de werkgever. De bewijslast rust op de werkgever.
Eerst indien aangetoond kan worden dat betrokkene niet kan worden
gereïntegreerd, kan ontslag wegens ziekte plaatsvinden. De
uiteindelijke toets van dit ontslag vindt plaats door de rechter.
Op andere punten vooruitlopen op het nieuwe stelsel van
arbeidsongeschiktheid is nu nog niet goed mogelijk. Immers, het
wettelijk regime (WIA: IVA en WGA) staat nog niet vast. Ook staat nog
niet vast wat er op centraal niveau door ROP/Pensioenkamer aan de
sectorale verantwoordelijkheid wordt overgelaten.
Preventie en reïntegratie
In aansluiting op de vorige paragraaf wil ik hier benadrukken dat de
prioriteit van de werkgever sector Rijk ligt bij het reïntegreren van
de zieken en (gedeeltelijk dan wel tijdelijk volledig)
arbeidsongeschikten uit de eigen sector.
De werkgelegenheid bij het Rijk zal de komende jaren (blijven) dalen.
Voor instroom van buiten de sector - ook van bijzondere groepen als
arbeidsongeschikte uitkeringsgerechtigden - is dan ook naar
verwachting minder ruimte.
De werkgever Rijk is er een voorstander van om de doelstellingen uit
het Arboplusconvenant voor de sector Rijk in de CAO op te nemen,
gekoppeld aan de afspraak dat de pilots/projecten die zullen
voortvloeien uit het convenant daadwerkelijk zullen worden opgepakt.
Het is voorts wenselijk om nadere afspraken te maken over de
controleerbaarheid van de afgesproken resultaten (welke resultaten
wanneer bereiken en hoe daarover rapporteren) .
De werkgever Rijk is er voorstander van om binnen de sector meer
aandacht te besteden aan preventie van de grootste arbeidsrisico's.
Tevens zal, bij geconstateerde knelpunten, worden gewerkt aan
verbetering van de begeleiding van zieke en arbeidsongeschikte
werknemers.
Nadere uitwerking van deze voornemens op het terrein van preventie en
begeleiding van werknemers, kan geschieden tijdens informele
overleggen tussen vertegenwoordigers van werkgevers- en
werknemerskant.
Daarnaast is de werkgever Rijk voorstander van het idee om
arbeidsongeschikte werknemers de (financiële) mogelijkheid te bieden
om, onder voorwaarden, zelf de eigen reïntegratie ter hand te nemen
(door middel van een reïntegratie-overeenkomst). Uitwerking hiervan
kan plaatsvinden via een pilot, mogelijk in het kader van het
arboplusconvenant.
Bij dit alles is goede informatie inzake ziekteverzuim,
arbeidsongeschiktheid en reïntegratie-inspanningen binnen de sector
noodzakelijk. Informatie over ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
bij de ministeries is beschikbaar. Er zal worden gewerkt aan een
systeem om ook op het terrein van reïntegratie-inspanningen goede
monitoring mogelijk te maken.
2. Eenmalige uitkering gekoppeld aan ziekteverzuim
Ik sta positief tegenover uw voorstel van een eenmalige
resultaatgerichte uitkering. Deze uitkering zal afhankelijk dienen te
zijn van het behalen van een vooraf afgesproken resultaat. Hierbij
denk ik aan een door de ministeries in 2005 te bereiken resultaat op
het gebied van het ziekteverzuim. Een doelstelling derhalve per
ministerie, mogelijk te koppelen aan de zogeheten Verbaan/AMG-norm,
waarbij rekening wordt gehouden met de personeelssamenstelling van de
organisatie. Een dergelijke eenmalige uitkering benadrukt het belang
van de beperking van het ziekteverzuim en laat zien dat dit ook
werkelijk loont.
3. De eindejaarsuitkering 2004
Indien wij met elkaar bevredigende afspraken kunnen maken over de
andere onderwerpen uit deze brief ben ik bereid met u een afspraak te
maken over een herhaling van de incidentele eindejaarsuitkering met
0,4%, al dan niet structureel.
4. De harmonisering van secundaire arbeidsvoorwaarden
In mijn brief van 13 december 2004 inzake voorstellen voor de CAO 2004
heb ik voorstellen gedaan voor de harmonisering van secundaire
arbeidsvoorwaarden ten aanzien van de onderwerpen studiefaciliteiten,
bewust belonen en bedrijfshulpverlening. Deze voorstellen handhaaf ik
ongewijzigd en daarvoor verwijs ik derhalve naar mijn brief van 13
december 2004.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Voor deze,
De Directeur-Generaal Management Openbare Sector,
R.IJ.M.Kuipers
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties