Gemeente 's-Hertogenbosch

17-02-2005

Uitwerkingsplan 'De Westwal Keert Weer'

Restauratie vestingwerken Westwal/Sint Janssingel

De Westwal en de Sint Janssingel maken deel uit van de Bossche Vestingwerken. Die vestingwerken staan centraal in het ontwikkelingsplan 'Versterkt Den Bosch' (1999). Daarin wordt de restauratieaanpak van de vesting besproken. Bewust is in dit plan de keuze gemaakt om de vesting niet alleen technisch te restaureren, maar ook om de vestingwerken en de omliggende openbare ruimte aan te pakken in de sfeer van cultuurhistorie, ecologie, recreatie, toerisme, ruimtelijke ordening en verkeer. Deze onderdelen zijn met elkaar verweven in het nu actuele uitwerkingsplan "Westwal keert weer". Hierin komt duidelijk naar voren dat het gebied rondom de Westwal en Sint Janssingel door restauratie van de vestingmuur en de aanpak van de openbare ruimte op een geheel eigen wijze een schakel vormt tussen de historische binnenstad en de wijken 't Zand en het Paleiskwartier.

Deelplan "Westwal keert weer"
Nu de uitvoering aan de zuidzijde van de vesting vergevorderd is, wordt de aandacht verlegd naar de westzijde, de Westwal en de Sint Janssingel. De vestingwerken aan deze zijde vormen een nog grotere uitdaging. Hier is de vestingmuur namelijk gedeeltelijk niet meer zichtbaar en verkeert het aanwezige deel in vervallen staat. Ook hebben provincie, waterschappen en gemeente de ambitie het gebied in te richten als ecologische verbindingszone. Vóórdat de restauratie- en herinrichtingsplannen worden uitgewerkt zijn uitspraken over de aanpak op hoofdlijnen noodzakelijk voor de bestuurlijke besluitvorming en de participatie van belangengroeperingen. Het plan "Westwal keert weer", de tweede uitwerkings-fase van het Ontwikkelingsplan, geeft daar inhoud en vorm aan.

Werkwijze
Het plan is tot stand gekomen in een interactief studie-, onderzoek- en ontwerpproces met architecten, stedenbouwkundige, monumentdeskundigen, bouwhistorici, en archeologen, technici en landschapsarchitecten. In het plan zijn voorstellen vervat over de aanpak van de vestingmuurrestauratie, de herontwikkeling van de vesting, de integratie met archeologische vondsten, de openbare ruimte én de oevers van de Stadsdommel. Bij de verdere uitwerking van "Westwal keert weer" is ruimte voor discussie en verdere ontwikkeling. Immers de ervaring bij de concretisering van planonderdelen aan de zuidzijde van de vesting leert dat gesprekken en discussie leiden tot verbetering en groei van de plannen.

De uitdaging
Aan de inrichting van de openbare ruimte, waar geparkeerde auto's het beeld bepalen, is sinds de jaren '70 weinig aandacht meer gegeven. In de huidige situatie is de verblijfs-kwaliteit al met al matig. Het lijkt een vergeten en soms rommelig gebied, waar bomen een beroerde groeiplaats hebben en worden gehinderd door bestrating en intensief verkeer. De wandelaar, die graag oog heeft voor het groene karakter van de Stadsdommel, wordt op afstand gehouden en ervaart daardoor een onplezierige omgeving. De aanwezigheid van de vele geparkeerde auto's wijst op het grote belang van de parkeerplaatsen voor het functioneren van de Binnenstad, voor zowel bezoekers als vergunninghouders. Uitgangspunt van de plannen is daarom dat eventueel op te heffen parkeerplaatsen moeten worden gecompenseerd. Bij het opheffen gaat het om parkeerplaatsen voor bezoekers van de binnenstad en niet om plaatsen voor vergunninghouders, omdat deze laatste categorie in dit deel van de Binnenstad al onder grote druk staat. In de huidige situatie is de verkeers-afwikkeling gedeeltelijk in twee richtingen en gedeeltelijk in één richting. De Sint Janssingel tussen Berewoutstraat en Wilhelminabrug blijft in ieder geval tweerichtingsverkeer in verband met de bereikbaarheid van de parkeergarage onder de nieuwbouw van de Mariënburg. De Westwal is een éénrichtingsstraat en dat blijft ook. Eventueel kan de rijrichting worden omgekeerd.

De ambitie
De vestingmuur is verdwenen, maar dat is maar schijn. Het tracé van de muur is door archeologische opgravingen achterhaald. De authentieke muur blijkt onder het maaiveld, soms tot op grote hoogte, nog intact te zijn. Nu de aanzetten van het Sint Jansbolwerk, de toegangspoorten en Bastion Maria zijn gevonden, wordt het mogelijk om iets van de voormalige verdedigingswerken te tonen, zodat de lieflijke singel meer reliëf krijgt en de historie weer afleesbaar wordt. Ze vormen bovendien tevens aangename, met parkbomen omlijste, pleinen, die een pleisterplaats vormen voor bewoner en bezoeker van de Binnenstad. Tegelijkertijd kan deze vestingzone worden verknoopt met het padenstelsel rond de vesting. De wandelaar krijgt hiermee een verkeersvrije ontsluiting naar het Bossche broek. Zo herstelt 's-Hertogenbosch haar identiteit als vestingstad.

De Ecologische Verbindingszone in de Stadsdommel De beken Dommel en Aa komen samen in het stedelijke gebied van 's-Hertogenbosch en monden vervolgens uit in de Maas. De loop van beide beken door de stad heeft de functie van ecologische verbindingszone. Deze zone verbindt de bovenloop van de beken met het rivierengebied van de Maas. In verschillende beleidsplannen van gemeente, waterschappen en provincie is het belang van deze ecologische verbindingszone, als Moeraszone", door de stad vastgelegd. Dit model bestaat uit een natuurvriendelijk ingerichte waterloop, met een rietzone, aangrenzende soortenrijke graslanden en plaatselijk opgaande beplanting met op enkele kilometers van elkaar wat grotere natuurgebiedjes van minimaal twee hectare, die dienen als stapstenen voor de natuur. Deze zone is als eerste van belang voor de vissen. Daarna komen de kleine zoogdieren, vogels en insecten. Voor het laten functioneren van de Stadsdommel als ecologische verbindingszone is het dus nodig om de inrichting van de waterloop, oevers en taluds te verbeteren voor de genoemde soorten. Het vraagt verder om het oplossen van ecologische barrières, zoals de onderbreking van de oevers onder de bruggen en de harde oeverbeschoeiingen.

De fasering

- De werkzaamheden starten in 2005 met de restauratie van de muur die nog zichtbaar is aan de Westwal. Het behoud van het oude muuroppervlak met de lange golvende lijnen van vervormd metselwerk is daarbij het uitgangspunt. De wandeltraverse onder de Willemsbrug richting het Vughtereiland komt dit jaar eveneens gereed. De aanpak aan de straatzijde, in de directe nabijheid van de muur bestaat uit het reconstrueren van een metselwerk borstwering (zie Zuidwal) en het bestraten van een voetpad. Het in het verleden spontaan gevormde tredpad langs de oevers van de Stadsdommel blijft bestaan.
- De voorwaarden uit het zogenaamde "Kanjerproject Rijksmonumenten" brengen met zich dat het projectteam de komende jaren werkt aan de restauratie van de recent gevonden vestingmuurrestanten. Dit vindt plaats over de hele lengte van Westwal-Sint Janssingel, opgeknipt in handzame deelprojecten. Men zoekt daarbij steeds aansluiting bij mogelijke herbestratingprojecten van de openbare ruimte.
- Het streven naar vermindering van lozingen van vervuild afvalwater op oppervlaktewater maakt het noodzakelijk een bergbezinkbassin aan te leggen.Een combinatie met de reconstructie van Bastion Maria ligt daarbij voor de hand. De verwachting is dat dit project in 2005 zijn definitieve vorm krijgt en in 2006 in uitvoering komt.
- De realisering van de Ecologische Verbindingszone in de Stadsdommel houdt gelijke tred met de uitvoering van de
vestingwerken-deelprojecten.De uitwerking van de ideeën rond het Sint Jansbolwerk vindt eveneens plaats in 2005 en 2006.Een extra uitvoeringsmotivatie komt voort uit het recent vastgestelde hoogwaterbeleid rond 's-Hertogenbosch. Provincie, waterschappen en gemeente zien kansen voor een soort stuw in de Stadsdommel om het risico van overstromingen in het stroomgebied van Aa en Dommel te verminderen. De positie van het voormalige bolwerk komt hiervoor in aanmerking.

Financiële onderbouwing
Het Ontwikkelingsplan Vestingwerken heeft een brede financiële basis. Als aanjager dient een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage, die "vermenigvuldigd" wordt door subsidies van regionale en landelijke overheden, Europese fondsen, bedrijfsleven en culturele instellingen