Nog steeds sneeuw en lawinegevaar in de Alpen
Het Alpengebied heeft nog steeds te maken met sneeuwval. Deze week is er al op veel plaatsen een halve meter sneeuw gevallen, op grote hoogte zelfs een tot anderhalve meter. De verwachting van de plaatselijke meteorologen is dat, afgezien van onderbrekingen, de kans op sneeuw voorlopig groot blijft. Door de sneeuw en de wind is het lawinegevaar toegenomen. In grote delen van het Alpengebied gebieden is fase 3 van kracht (aanzienlijk lawinegevaar). De Europese lawineschaal loopt van fase 1 (gering) tot 5 (zeer groot gevaar).
Ook eind januari, begin februari viel er veel sneeuw in Oostenrijk en de Balkanlanden, waarbij door de stormachtige wind wegen geblokkeerd raakten. Op 3 en 4 februari sneeuwde het vooral langs de kust van de Zwarte Zee waarbij in Bulgarije windstoten zijn gemeten van orkaankracht. In Varna aan de Bulgaarse kust van de Zwarte Zee viel een halve meter sneeuw waarvan 40 cm in 12 uur tijd. Ook in Oostenrijk was de sneeuwval, die daar een paar dagen eerder viel, zeer intensief: gemiddeld viel zo'n 15 tot 30 cm per 24 uur. Op de Zugspitze in het zuiden van Duitsland ligt ongeveer 250 cm sneeuw, de Dachstein/Krippenstein in het noorden van Oostenrijk meldt op 2000 meter hoogte ruim vier meter sneeuw. Eerder werd Wenen en omgeving getroffen door de zwaarste sneeuwval van de laatste decennia. Van 26 op 27 januari viel in de hoofdstad liefst 30 cm. In de afgelopen vijftig jaar is slechts een keer een vergelijkbare hoeveelheid gevallen: van 26 op 27 maart 1969. Nog harder sneeuwde het van 4 op 5 februari 1941 met 63 cm sneeuw in een etmaal.
Boven de enorme sneeuwmassa's in het uiterste zuiden van Duitsland, Oostenrijk en de Bakanlanden, kwam het in de eerste week van februari onder een heldere hemel tot strenge of zeer strenge vorst. In Oostenrijk kwam de temperatuur lager dan -20 graden, in Roemenië zelfs lager dan -30 graden. Weerstation Kleinzicken in Oostenrijk noteerde tussen 6 en 10 februari achteenvolgens -21,9, -24,5, -25,7, 25,4 en -21,7 graden. Een indrukwekkende reeks maar records zijn het niet: het landelijk temperatuurrecords staat op naam van Sonnblick (3105 meter) met -37,2 graden op 1 januari 1905. in Innsbruck werd op 3 februari 1956 -30,6 graden gemeten. Roemenië boekte wel een nieuw kouderecord: volgens de Roemeense televisie werd op 8 februari in Intorsura Bazaului -36 graden gemeten. Het oude record stond op naam van Luna Lanaurie waar in de winters van 1963 en 1990 een temperatuur van -35.5 graden is gemeten. Het zijn voorlopige cijfers die nog bevstigd moeten worden door de Roemeense weerdienst. Inmiddels is de kou in deze landen een stuk afgenomen.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut