Persbericht Wageningen Universiteit: nr 017, 15 februari 2005.
EMBARGO tot 16 februari 19.00 uur
SLUIPWESP ONDERSCHEPT SIGNAAL VAN KOOLWITJES
Sluipwespen hebben het voorzien op de eieren van koolwitjes om hun eigen eieren te leggen. Maar hoe vinden ze die? Onderzoekers van Wageningen Universiteit en de Vrije Universiteit Berlijn bespiedden de kleine sluipwespen. Ze constateren dat het mini-insect de karakteristieke geur van een bevrucht koolwitvrouwtje, bedoeld als signaal voor koolwitmannetjes, onderschept en zo de bevruchte vlinder opspoort. Het sluipwespje lift vervolgens mee op de vlinder naar haar eileg-locatie. Daar stapt de sluipwesp af om haar eigen broedsel in de verse vlindereieren te deponeren. Het onderzoeksteam publiceert zijn bevindingen in Nature van 17 februari.
Tijdens de paring draagt de mannelijke vlinder van het grote koolwitje (Pieris brassicae) een speciale geurstof, benzylcyanide, over aan zijn partner. De geur werkt afstotend op mannelijke concurrenten, zodat ze uit de buurt van zwangere koolwitvrouwtjes blijven. De Wageningse en Berlijnse onderzoekers constateren dat ook de minuscule (0,5 mm) sluipwesp Trichogramma brassicae de chemische signaalstof kan waarnemen en zo de bevruchte vlinder kan herkennen. Het vlindervrouwtje dat, om haar eieren te leggen, op weg is naar een geschikte locatie, zoals een koolplant, ontmoet de kleine parasitaire sluipwesp vermoedelijk op een bloem. Beide gebruiken nectar als voedsel en de vlinder zit dan rustig, zodat de sluipwesp gemakkelijker kan opstappen voor een lift naar de eilegplaats. Daar legt de vlinder haar eieren, waarna de sluipwesp van de onwetende chauffeuse afklimt om haar eigen eitjes in het verse eipakket van de vlinder te deponeren. De vlinderembryo's worden gedood en in plaats van een rups komt er ca. tien dagen later een nieuwe wesp uit.
Om het gedrag van de sluipwespjes na te gaan experimenteerden Nina Fatouros en Monika Hilker van het Instituut voor Biologie van de Vrije Universiteit Berlijn en hun collega's Ties Huigens, Joop van Loon en Marcel Dicke van het Laboratorium voor Entomologie van Wageningen Universiteit met de zuivere geurstof. Als ze maagdelijke vlindervrouwtjes met dit zgn. anti-afrodisiacum behandelden, werden ze plotseling aantrekkelijk voor sluipwespen. Hieruit leidden de onderzoekers af dat het de signaalstof is die de sluipwespen naar hun gastvrouwen leidt.
De rupsen van het grote koolwitje veroorzaken schade aan koolgewassen. Het inzetten van de spionerende sluipwespen zorgt ervoor dat de eieren van de vlinder worden gedood voordat de rupsen uit het ei kunnen kruipen en met het nuttigen van de koolplant beginnen. De nieuwe kennis kan worden gebruikt bij het efficiënt inzetten van sluipwespen in de groenteteelt en daarmee het helpen terugdringen van het gebruik van pesticiden.
Wageningen Universiteit