Eerste Kamer krijgt harde toezegging over mogelijk uitstel VUT/prepensioen
woensdag 16 februari 2005
Na een harde toezegging van de regering over mogelijk uitstel heeft de
Eerste Kamer dinsdag 15 februari tegen middernacht de kritiek op de
invoeringsdatum van het wetsvoorstel dat voorziet in een andere
fiscale behandeling van VUT en prepensioen en de invoering van een
levensloopregeling ingeslikt. Na een langdurig politiek debat trok
regeringspartij D66 het voorstel in om de invoering van de wet maar
meteen met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2007. Aanvankelijk
leek een flinke meerderheid in de senaat veel te voelen voor zo'n
uitstel, maar minister De Geus (CDA, sociale zaken en werkgelegenheid)
wist de regeringspartijen CDA, VVD en D66 over de streep te trekken
met de toezegging dat hij uiterlijk in september de balans opmaakt van
de CAO-onderhandelingen over het ombouwen van VUT en prepensioen tot
een flexibel ouderdomspensioen in relatie tot de nieuwe
levensloopregeling en dan bekijkt of invoering per 1 januari 2006
haalbaar is.
De oppositiepartijen PvdA, ChristenUnie/SGP en GroenLinks beraden zich
nog of zij per motie om een eerder tijdstip zullen vragen. Zij denken
aan 15 juni als datum waarop bekend moet zijn of invoering van de wet
per 1 januari 2006 echt haalbaar is. Minister De Geus zei daar dit
over: "Waarom niet een tijdstip voor de zomer? Omdat ik er toch
rekening mee houd dat de meest trefzekere beoordeling te maken is op
het moment dat het proces van onderhandelingen met de sociale partners
is afgerond en er voldoende zicht is in de uitvoeringswereld en bij
ons op datgene wat er wordt ontwikkeld bij de implementatie van de
levensloopregeling. Mijn taxatie van de implementatie is dat september
het meest trefzekere moment is".
PvdA-senator Leijnse wierp tegen dat 'een tijdstip voor de zomer
maximale druk zou zetten op het CAO-proces'. Leijnse meende dat
wanneer het CAO-proces werkelijk tot september zou duren 'wij te laat
zijn'. Van Middelkoop (ChristenUnie), een van de andere indieners van
de 15 juni-motie, incasseerde de toezegging van de minister met de
woorden: "De minister heeft klip en klaar gezegd dat een wetswijziging
met een andere datum van invoering mogelijk is. Die optie ligt nu op
tafel en dat is echt nieuws". Minister De Geus zei tenslotte: "Als
tijd onze vijand is, dan is uitstel de oplossing". Leijnse kondigde
daarop aan dat de indieners van de motie zich beraden of zij hem nog
handhaven of niet. Zo ja, dan komt de motie direct na de stemming over
het wetsvoorstel dinsdag 22 februari in stemming.
In eerste termijn sprak de CDA-fractie in het voetspoor van vrijwel
alle andere fracties in de Eerste Kamer twijfel uit over
1 januari 2006 als 'verantwoorde invoeringsdatum'. Twee punten voeden
deze twijfel: er moeten nog drie algemene maatregelen van bestuur
komen met nadere regels over de wet en ook een bestaande ministeriële
regeling moet nog worden aangepast, waarin is uitgewerkt onder welke
voorwaarden opgebouwde pensioenrechten mogen worden afgekocht.
D66 stelde meteen in eerste termijn voor om als nieuwe invoeringsdatum
1 januari 2007 te kiezen. De VVD-fractie gaf de regering de kans om
haar ervan te overtuigen dat uitstel van een jaar ondanks anders
klinkende geluiden niet nodig is. Wel zonder meer voor uitstel was
PvdA-senator Leijnse. "Waarom zo'n haast? Haast strijdt hier met
zorgvuldigheid".
De CDA-fractie bleef bij haar kritiek op de dubbele heffing door de
fiscus zowel op de premie als op de latere uitkering voor VUT en
prepensioen. Het verweer van staatssecretaris Wijn (CDA, belastingen)
dat het alleen in economische zin een dubbele heffing is, maar in
juridische zin niet, overtuigde het CDA niet. "Economische dubbele
heffing dient evenzeer te worden vermeden als juridische dubbele
heffing", zei CDA-senator mevrouw Vedder-Wubben. Zij wees er tevens op
dat Nederland met de dubbele heffing uit de pas zou gaan lopen met de
meeste andere leden in de Europese Unie. Ook VVD-senator Biermans
onderstreepte de kritiek op de dubbele heffing. "Deze past niet in het
Nederlandse systeem van belastingheffing", zei hij.
Mevrouw Vedder-Wubben onderstreepte overigens het eens te zijn met het
doel van de regeling inzake VUT en prepensioen: het langer laten
doorwerken van oudere werknemers. Dit zou volgens het CDA ook bereikt
kunnen worden door het niet langer aftrekbaar maken van de
werknemerspremies en het belasten van de werkgeversbijdragen met een
eindheffing, terwijl de uitkeringen onbelast blijven.
Ook PvdA-senator Leijnse fulmineerde tegen de dubbele heffing. Hij
wees erop dat de Raad van State mede op grond van dit punt tot een
krachtig negatief advies over het wetsvoorstel is gekomen. "De
regering zit fout en moet iets beters bedenken om VUT-regelingen te
ontmoedigen", betoogde Leijnse. De PvdA-er vond het ook laakbaar dat
de regering de fiscale behandelingen van VUT en prepensioen en de
introductie van de nieuwe levensloopregeling in één wettelijke
regeling heeft opgenomen. "Het zijn beide aanpassingen in het regiem
van de loonbelasting, maar daarmee houdt het verband ook zo ongeveer
op", zei Leijnse.
Over het spaarloon dat vooralsnog naast de levensloopregeling blijft
bestaan bleken regeringspartij CDA en oppositiepartij PvdA vrijwel
gelijke standpunten te hebben: het spaarloon moet uiteindelijk in de
levensloopregeling worden opgenomen. Regeringspartij VVD daarentegen
hecht sterk aan het voorlopig laten bestaan van de keuzemogelijkheid:
of spaarloon of levensloopregeling. Volgens het regeerakkoord mag een
werknemer ook niet in hetzelfde jaar zowel meedoen aan een
spaarloonregeling als aan de nieuwe levensloopregeling. Ook zien CDA
en PvdA niets in de verplichting aan werkgevers om een bijdrage aan de
levensloopregeling in gewoon loon uit te betalen als werknemers niet
mee willen doen aan het verlofsparen. Leijnse: "Dit is een uitnodiging
aan werknemers om te kiezen voor een loonsverhoging op korte termijn
in plaats van een investering in de eigen loopbaan op lange termijn".
VVD-senator Biermans brak nog een lans voor mensen die een eigen
onderneming willen beginnen. De VVD vindt het gewenst dat werknemers
hun tegoed bij de levensloopregeling kunnen opnemen bij het starten
van een onderneming. "Startende ondernemers moeten waar mogelijk
gestimuleerd en gefacilieerd worden; zeker omdat het ondernemersschap
in Nederland te weinigen trekt", betoogde Biermans.
Senator Schouw (D66) zei dat zijn partij altijd al bedenkingen tegen
de VUT heeft gehad. Hij wees erop dat de verplichte werkgeversbijdrage
aan de levensloopregeling het gevaar in zich draagt dat deze regeling
net als de VUT een 'blok aan het been' wordt van werkgevers. Schouw
sprak zich ook uit voor het integreren van het spaarloon in de nieuwe
levensloopregeling. Overigens vreest D66 dat de levensloopregeling
neerkomt op het 'rondpompen van veel geld, met veel administratieve
rompslomp en met onzekere resultaten'.
Senator mevrouw Meulenbelt (SP) zei dat de nieuwe wet een 'yuppenwet'
is, omdat alleen rijke mannen ervan zouden profiteren en jongeren,
laagbetaalden, allochtonen en vrouwen gewoon te weinig inkomen hebben
om mee te doen aan verlofsparen. De SP zal daarom tegen de wet
stemmen.
Ook senator Thissen (GroenLinks) leverde veel kritiek op de
levensloopregeling, omdat hij op individuen is gericht en een
collectieve regeling uitsluit. Ook GroenLinks zal daarom tegen
stemmen.
---
* stenogram 15 februari 2005 Dit is een downloadbaar word-bestand
van 405.5 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal