Inheemse initiatieriten in katholieke Papuagemeenschap
15 februari 2005
Inheemse initiatieriten en katholicisme kunnen prima samengaan. Dat
ontdekte promovenda Louise Thoonen in haar antropologisch onderzoek.
Ze onderzocht de manieren waarop individuele Papua-vrouwen
initiatieriten en missionering ervaren en gebruiken om hun eigen
identiteit te vormen. Thoonen promoveert op 16 februari aan de Radboud
Universiteit Nijmegen. Het onderzoek is gefinancierd door de
NWO-stichting WOTRO, Wetenschappelijk Onderzoek van de Tropen en
Ontwikkelingslanden.
Na de komst van de katholieke missie in 1949 vormt katholicisme een
essentiële component van persoonlijke en groepsidentiteit in het
hedendaagse West-Papua. De meerderheid van de bevolking van de dorpen
Ayawasi en Fef, waar Louise Thoonen haar onderzoek deed, bidt
dagelijks, bediscussieert bijbelpassages in gebedsgroepen, en neemt 's
zondags deel aan de mis.
Naast het katholicisme spelen ook voorouderlijke inheemse riten een
belangrijke rol in het sociale leven van de Papuavrouwen. Tijdens de
riten transformeren jonge vrouwen tot volwassen vrouwen die een
gezamenlijke identiteit delen. Louise Thoonen ontdekte dat de
Papuavrouwen elementen uit het katholieke geloof en hun voorouderlijke
gewoonten samensmelten tot een eigen groepsidentiteit. Haar onderzoek
levert zo onder meer een nieuw begrip van initiatieriten: ze worden
niet gezien als geïsoleerde gebeurtenissen, maar als deel van
levenservaringen en ingebed in de alsmaar veranderende sociale en
religieuze context.
Vrouwelijke leider
De onderzoekster componeerde haar proefschrift rond het levensverhaal
van een invloedrijke vrouwelijke religieuze leider, Maria Baru. Met
haar levensverhaal laat Thoonen zien hoe individuele personen omgaan
met initiatie, missionering en conflicterende identiteiten.
Door Maria's kinderjaren en haar visie op de komst van de katholieke
missie als uitgangspunt te nemen, en door het presenteren van zowel
lokale als missionaire gezichtspunten, toont de antropologe dat het
aanvaarden van de katholieke missie in het noordwesten van de
Ayfatregio een interactief proces was tussen leden van beide groepen.
De lokale bevolking was alleen bereid om met missionarissen mee te
werken indien ze er voordelen in zagen. Zo was voor het dorpshoofd van
Tabamsere, Maria's oom Hauch Titit, de reden om de missie te
accepteren niet gerelateerd aan scholing of aan katholicisme; hij
zocht bescherming tegen de toenmalige Nederlandse koloniale overheid.
..............................
Meer informatie bij:
* drs. Louise Thoonen (RU, Faculteitsbureau Sociale Wetenschappen)
* t: +31 (0)24 36 12 155, l.thoonen@socsci.ru.nl
* promotie 16 februari, promotores prof. dr. F.A.M. Hüsken, prof.
dr. A.P. Borsboom, mw. prof. dr. W. Jansen
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek