Provincie Flevoland



Provincie wijst foerageergebieden aan

De provincie Flevoland gaat twee nieuwe foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten aanwijzen en opnemen in het Gebiedsplan voor Agrarisch Natuurbeheer. Hiermee geeft de provincie uitvoering aan beleid van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV). Het ministerie heeft bepaald dat in Flevoland voor een totaal van 2271 hectare foerageergebieden voor ganzen moeten komen. Daarheen kunnen ganzen worden verdreven die schade aanrichten aan landbouwpercelen.

Afgelopen zomer al wees de provincie 1000 hectare in de
Oostvaardersplassen aan als ganzenfoerageergebied. In nauwe samenspraak met twee agrarische natuurverenigingen zijn nu twee andere gebieden gevonden waar overwinterende ganzen kunnen worden opgevangen. Die twee foerageerterreinen komen op een deel van de percelen van boeren die zijn aangesloten bij de agrarische natuurverenigingen Kop van de NOP en Rivierduin. Daardoor komt er een foerageergebied in Oostelijk Flevoland bij en een in de Noordoostpolder, met een totaal van 1271 hectare. De derde agrarische natuurvereniging in Flevoland, Zwartemeerdijk, heeft aangegeven niet geïnteresseerd te zijn.

De betekenis van de foerageergebieden is dat ganzen en smienten volledig beschermd zijn en met rust gelaten moeten worden. De boeren krijgen daarvoor een beheersvergoeding, die hoger is naarmate de boer een grotere inspanning moet leveren. Buiten deze gebieden mogen de kol- en grauwe ganzen en smienten van schadegevoelige percelen worden verjaagd, zonodig ondersteund met beperkt afschot. Hiervoor zal de provincie dan een ontheffing ex artikel 68 van de Flora- en Faunawet verlenen.

Door LNV is met de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV) afgesproken dat de gevolgen van deze aanwijzingen voor de jagers nader in beeld gebracht zullen woorden. LNV heeft ook benadrukt dat aanwijzing van deze gebieden geen enkele relatie met de speciale beschermingszones in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) zullen hebben.

Onderzoek in Friesland heeft aangetoond dat ganzen stuurbaar zijn naar rustgebieden gecombineerd met goede beheersmaatregelen, zoals inzaaien groenbemester en het laten liggen van oogstresten. Met de aanwijzing van de ganzenfoerageergebieden wijst de provincie de ganzen de weg.

Door de twee nieuwe foerageergebieden nu op te nemen in het Gebiedsplan voor Agrarisch Natuurbeheer, krijgen de betrokken agrariërs de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het bieden van ruimte aan overwinterende ganzen op hun landbouwpercelen (Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer). Het gewijzigde Gebiedsplan zal in april voor inspraak ter inzage worden gelegd. Het is de bedoeling dat het plan voor 1 juni definitief wordt vastgesteld.