Ministerie van Buitenlandse Zaken

Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |14 februari 2005                    |Behand|DPV/AM               |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DPV/AM-39/05                        |Telefo|(070) 348 66 21      |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/4                                 |Fax   |(070) 348 50 46      |
|Bijlag|--                                  |dpv-am@minbuza.nl            |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Return of Qualified Afghans         |                             |
|t     |                                    |                             |
Tijdens het Algemeen Overleg van 7 december 2004 inzake ontwikkeling en migratie (TK 29693, nr. 2) zegde ik uw Kamer een eerste voorlopige evaluatie toe over het project dat zich richt op de inzet van gekwalificeerde Afghanen bij de wederopbouw van Afghanistan. Het project dat mogelijk maakt dat gekwalificeerde Afghanen zich inzetten voor de wederopbouw van hun vaderland, is een project van de Europese Unie waarvan de looptijd in juni 2005 verstrijkt waarna het project zal worden geëvalueerd door een externe auditor. Deze brief loopt dus vooruit op de EU-externe evaluatie en geeft de huidige stand van zaken weer voorzover het de inzet betreft van gekwalificeerde Afghanen afkomstig uit Nederland.

Achtergrond van het project

Reeds in 2002 voerde de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) een Return of Qualified Afghans-project (kortweg RQA) uit. Dit wereldwijde RQA-project voorzag in de tijdelijke terugkeer en plaatsing van 1500 hoog opgeleide Afghanen uit de diaspora. Het project zou worden gefinancierd uit het 'Afghan Reconstruction Trust Fund' (ARTF), dat speciaal in het leven was geroepen om de wederopbouw van Afghanistan te ondersteunen. In de loop van 2002 werd duidelijk dat fondsen uit het ARTF niet onmiddellijk voor RQA beschikbaar zouden komen. Daarop werd in EU-verband door de Groep op Hoog Niveau inzake Asiel en Migratie (HLWG) besloten tot financiering van RQA uit de EU-budgetlijn voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie (B7-667) (volgens de verdeelsleutel 80% financiering van het budget door de Europese Commissie en 20% co-financiering door de lidstaten). Met IOM werd overeenstemming bereikt over het project dat werd vastgesteld onder de naam 'Reconstruction, Capacity Building and Development of Afghanistan through the transfer of Qualified and Highly Qualified Afghan Nationals from European Union Member States' (kortweg EU-RQA). Onder dit EU-project konden aanvankelijk maximaal 200 uit de EU afkomstige hoogopgeleide Afghanen tijdelijk naar Afghanistan terugkeren om een bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Afghanistan. IOM zorgde voor de uitvoering van het project. Dit hield onder andere in dat IOM het project onder de aandacht bracht van de Afghaanse gemeenschappen in de EU en dat vraag (van werkgevers in Afghanistan) en aanbod (van hoogopgeleide Afghanen verblijvend in de EU) werden ingevoerd in een database die door belangstellenden kon worden geraadpleegd. Voorts voorzag IOM de uit te zenden personen na totstandkoming van een arbeidsovereenkomst van een ticket en zorgde de organisatie ervoor dat na aankomst in Afghanistan geld beschikbaar was voor overbrugging van de eerste periode. Daarnaast betaalde IOM een maandelijkse aanvulling van EUR 300 op het salaris voor personen werkzaam in de publieke sector. De uitzendingsduur was in principe zes of twaalf maanden. Het project, dat in maart 2003 van start ging, had oorspronkelijk een looptijd van achttien maanden.

Stand van zaken van het EU-RQA project

Het project kende een trage start. Onzekerheden ten aanzien van ontwikkelingen in Afghanistan, met name op het gebied van de veiligheid, de aarzelende ontwikkeling van de private sector in Afghanistan en aanvankelijke onduidelijkheid over de doelgroep van het project maakten dat de deelname in 2003 achterbleef bij de verwachtingen. Begin januari 2004 waren in totaal 30 Afghanen (van de toen nog voorziene 200) onder het EU-RQA project (waarvan de looptijd in augustus 2004 ten einde zou lopen) teruggekeerd naar Afghanistan. In de loop van 2004 ging het project beter lopen. IOM legde zich toe op een zo breed mogelijke bekendstelling van de verschillende mogelijkheden onder het project en de situatie in Afghanistan leek zich, hoewel langzaam, toch in gunstige zin te ontwikkelen waardoor ook meer ruimte kwam voor initiatieven in de private sector. Tevens werd een aantal voorzieningen van het project verbeterd: zo kwam de maandelijkse aanvulling op het salaris ook beschikbaar voor personen werkzaam in de private sector en werd het startkapitaal voor het opzetten van een eigen bedrijf verhoogd van maximaal EUR 3.600 tot maximaal EUR 5.000. Om zeker te stellen dat alle betalingen voor de in 2005 nog lopende uitzendingen binnen het project konden worden betaald, werd de looptijd van het project medio 2004 verlengd tot juni 2005. Aangezien door deze verlenging de projectkosten toenamen, werd het aantal te plaatsen gekwalificeerde Afghanen teruggebracht tot 150. Van deze 150 konden 100 personen in de publieke sector worden geplaatst, 20 in de private sector en 30 personen kregen begeleiding en assistentie bij het starten van een eigen bedrijf. Op 1 januari 2005 hadden in totaal 692 personen zich via de database van het EU-RQA project aangemeld. Op dit moment zijn alle 150 plaatsen onder het EU-RQA project vervuld door Afghanen afkomstig uit twaalf EU-lidstaten. De meeste tijdelijke terugkeerders zijn man, in het bezit van een paspoort van een EU-lidstaat en zijn voor een periode van twaalf maanden teruggekeerd, voornamelijk naar Kaboel. Functies die zijn vervuld, zijn onder andere woordvoerder van het Bureau van de President, hoofd van de Politie-academie, loco-burgemeester van Kaboel. Tot nu toe hebben drie van de aan het project deelnemende lidstaten hun financiële bijdrage voldaan.

Het EU-RQA project in Nederland

In totaal hebben zich vanuit Nederland 157 Afghanen voor uitzending aangemeld via de database van IOM. Het totale aantal Afghanen dat voor tijdelijke uitzending in aanmerking is gekomen, bedraagt 51. Dit is éénderde van het totale aantal te plaatsen personen uit de hele EU. Van dit totaal hebben 35 personen een functie vervuld in de publieke sector, 5 in de particuliere sector en 11 personen hebben de mogelijkheid gekregen een eigen bedrijf te starten. Inmiddels hebben acht personen besloten om na afloop van hun RQA-plaatsing niet meer terug te keren naar Nederland. Nederland heeft in de vorm van co-financiering EUR 278.579,55 bijgedragen aan het project.

Gezien het totale aantal deelnemers afkomstig uit Nederland kan worden gesteld dat het project in ieder geval kwantitatief een succes is. De indruk bestaat verder dat kandidaten een daadwerkelijke bijdrage aan de wederopbouw van Afghanistan hebben kunnen leveren. Twee kandidaten zijn onder het EU-RQA project geplaatst aan het hoofd van de Politieacademie in Kaboel. Onder hun leiding is daar een campus opgezet, is de opleiding vormgegeven en is de uitstraling van de aspirant-agenten verbeterd. Kandidaten die een eigen bedrijf zijn begonnen, zorgen voor werkgelegenheid onder de Afghaanse bevolking, ook als zij zelf weer zijn teruggekeerd naar Nederland.

Of het project ook in de toekomst wordt voortgezet en in welke vorm dat dan zal zijn, zal vooral afhankelijk zijn van de nog uit te voeren externe evaluatie aan het einde van het project en van de dan beschikbare financiële middelen. Inmiddels is onder het

ARTF een soortgelijk maar in omvang beperkter project van start gegaan voor zeer hoog opgeleide Afghanen uit de diaspora.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


---- --