Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake reactie op State of the World Children 2005

Children under threat

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag

|Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen "" "
"
"" \* MERGEFORMAT Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
N="Y" "Nederland" "" | |

|Datum |14 februari 2005                    |Auteur|DVF/FS (Mingoen H.K.)|
|Kenmer|DVF/FS-034/05                       |Telefo|070-3485082          |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/3                                 |Fax   |070-3486564          |
|Bijlag|                                    |hk.mingoen@minbuza.nl        |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Reactie op State of the World       |www.minbuza.nl               |
|t     |Children 2005.                      |                             |
|      |Children under threat               |                             |
|C.c.  |                                    |      |                     |
Geachte voorzitter,

Graag stel ik u, in antwoord op commissie verzoek 04-Buza-83 van 16 december 2004, in kennis van mijn reactie op het door UNICEF uitgebrachte jaarrapport 'Childhood Under Threat', The State of the World's Children 2005.

De commissie heeft gevraagd om in de reactie, in het bijzonder aan te geven . op welke wijze de Nederlandse regering in haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid invulling geeft c.q. wil geven aan de op grond van het Verdrag van de rechten van het kind gedragen collectieve verantwoordelijkheid de rechten van kinderen de hoogste prioriteit te geven; . op welke wijze de regering een 'childproof' beleid wil voeren waarbij het welzijn en welbevinden van kinderen in ontwikkelingslanden als toetssteen geldt; . of de Nederlandse regering additionele investeringen wil plegen om de tijdens de VN-Kindertop in 2002 gemaakte beloften, in het bijzonder ter attentie van kinderen in ontwikkelingslanden na te komen.

Reactie op het rapport

In 'Childhood Under Threat' wordt uiteengezet hoe armoede, conflict en HIV/AIDS de ontwikkeling van kinderen belemmeren. Armoede is nog steeds een belangrijke oorzaak van onderontwikkeling. Goede resultaten van armoedebestrijding worden ondermijnd en teniet gedaan door conflicten en de AIDS epidemie.

Het UNICEF rapport is een gedegen rapport. Het geeft een goed overzicht van de gevolgen van armoede, conflict en HIV/AIDS voor kinderen, maar het rapport biedt geen nieuwe oplossingen.

Wat wel vernieuwend is, is de manier waarop UNICEF armoede bij kinderen heeft gemeten. Ik waardeer het zeer dat UNICEF armoede van kinderen met betrokkenheid van kinderen heeft proberen te doorgronden. Ik verwacht niet anders van een organisatie die voor de belangen van kinderen opkomt en de rights-based approach hoog in het vaandel heeft. Door te begrijpen wat armoede met een kind doet en waar de deprivatie het ernstigst is kan UNICEF haar pleitbezorging daarop richten en bijdragen aan oplossingen. Om de MDG's te bereiken zijn gerichte inspanningen noodzakelijk en daar kan UNICEF's methode aan bijdragen.

Ik ben het eens met het rapport dat armoede meer is dan materiële deprivatie. Ook de OESO/DAC definitie maakt duidelijk dat armoede niet alleen een materiële aangelegenheid is.

Het thema kinderen moet echter niet alleen apart behandeld worden, maar ook op een meer geïntegreerde wijze. Specifieke aandacht blijft nodig maar UNICEF zou meer moeten aansluiten bij armoedebestrijdingsinitiatieven zoals sectorprogramma's of PRSP's. Geïntegreerde, lange termijn structurele oplossingen zijn nodig, anders blijven kinderen in de marge van ontwikkelingsinspanningen en -processen.

Daarnaast speelt de empowerment van vrouwen een belangrijke rol in de verbetering van de leefomstandigheden van kinderen. Het is jammer dat het rapport hier niet krachtiger op in gaat. Empowerment is van groot belang. Zolang vrouwen niet in betere omstandigheden leven en werken, zullen hun kinderen geen beter bestaan krijgen.

Ik constateer dat de door UNICEF voorgestelde acties goed aansluiten bij de uitgangspunten en beleidsprioriteiten in Aan Elkaar Verplicht, waarin kinderen en jongeren een belangrijke plaats hebben, evenals bij het op Nederlands initiatief ontwikkelde EU Actieplan inzake Kinderen en Gewapend Conflict.

Nederlands O.S. beleid in relatie tot kinderen en jongeren

Voor de beantwoording van de vragen van de commissie, verwijs ik graag naar de Kamerbrieven 26150 nr. 12 en 29234 nr. 30 waarin ik de Commissie reeds heb geïnformeerd op welke wijze kinderen en jongeren aandacht krijgen in het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en specifiek in de thema's onderwijs, reproductieve gezondheid en rechten en HIV/AIDS en in het beleid ten aanzien van vrede en veiligheid. In het algemeen overleg met u op 24 november 2004, heb ik op uw verzoek het beleid nader toegelicht.

Mijn standpunt ten aanzien van kinderen en jongeren in ontwikkelingssamenwerking is ongewijzigd. Ik hecht eraan een aantal elementen daar uit te lichten om te onderstrepen dat het Verdrag voor de rechten van het kind het kader vormt voor onze inspanningen voor kinderen en jongeren. Daarom ondersteunt Nederland partners -internationale en nationale NGO's en VN- die met het verdrag in de hand advocacy en ontwikkelingsactiviteiten uitvoeren voor kinderen en jongeren. Deze organisaties verrichten intensief lobby-werk om het bewustzijn van regeringen en burgers ten aanzien de verplichtingen van het verdrag te vergroten. Ook in onze samenwerkingsrelatie met partnerlanden wordt waar nodig en opportuun uitdrukkelijk gewezen op het belang van de naleving van kinderrechtenverdragen. Nederland ondersteunt de oproepen tot implementatie en naleving, in verklaringen en resoluties, zoals door de jaarlijkse zitting van de Mensenrechtencommissie in Genève en de jaarlijkse zitting van de Algemene Vergadering in New York worden aangenomen.

De Minister voor Ontwikkelingsamenwerking.

A.M.A.van Ardenne-van der Hoeven.


---- --