Gemeente Bleiswijk


Eindrapportage van de Visiegroep

"In de kern(en) gezond"

14 februari 2005


-2-

"In de kern(en) gezond".


1. Inleiding, doel van het visiedocument.
In onderstaande notitie wordt door de zgn. Visiegroep een advies geformuleerd welke aan de raden wordt aangeboden om opnieuw een besluit te nemen over een mogelijke herindeling tussen de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk.


2. Een korte terugblik.
Bij raadsvoorstel van 17 februari 2004 werden aan de gemeenteraden de volgende voorstellen en conceptbesluiten aangeboden:
a. Een initiatiefvoorstel tot het formeel starten van het vrijwillige herindelingtraject o.g.v. de wet ARHI inclusief een herindelingontwerp en met de datum 1 januari 2006 als beoogde startdatum voor de nieuwe gemeente;
b. Een initiatiefvoorstel inhoudende een opdracht aan het College om aan de onderlinge samenwerking tussen de 3B-gemeenten zoveel mogelijk inhoud te geven lopende het herindelingproces en te werken aan de in de toelichting genoemde prioritaire thema's en tevens een plan van aanpak op hoofdlijnen te presenteren welke de raad kan betrekken bij zijn besluit tot vaststelling van het herindelingadvies o.g.v. de wet ARHI.

De initiatiefvoorstellen werden door de raad van Bergschenhoek -in tweede instantie (door het staken van de stemmen)- met 8 tegen 7 stemmen aangenomen, door de raad van Berkel en Rodenrijs met 14 tegen 3 stemmen aangenomen en door de raad van Bleiswijk met 9 tegen 6 stemmen verworpen. De raad van Bleiswijk heeft zich daarbij laten leiden door de gevoelens die bij de bevolking van Bleiswijk leven en die tijdens de aanloop naar de besluitvorming werden geuit o.a. via een telefonische enquête.

In de periode die daarop volgde, adviseerde de door de provincie aangestelde informateur, dhr. Heijkoop, om als 3B-gemeenten nogmaals met elkaar in gesprek te gaan.


3. Het proces.
Door de drie gemeenten werd in december 2004 een Visiegroep geformeerd, bestaande uit twee raadsleden en één collegelid van iedere gemeente. Hieraan werden een onafhankelijke voorzitter en een ondersteuner toegevoegd.
Deze Visiegroep bereidt een advies voor aan de raden betreffende de situatie dat een nieuwe gemeente wordt gevormd en de situatie dat iedere gemeente zelfstandig blijft. Voor wat betreft de verslagen en overige stukken van deze Visiegroep wordt verwezen naar de stukken. (deze liggen voor u ter inzage; v.w.b. het overzicht hiervan wordt verwezen naar de literatuurlijst)

3. De inhoudelijke bespreekpunten.
Door de fusiegroep zijn met in acht name van de criteria houdbaarheid, geloofwaardigheid, en toetsbaarheid de volgende punten besproken:
a. De relatie bestuur ­ burgers in de nieuwe gemeente; b. Een dorps- of wijkraad;
c. De positie van de glastuinbouw;
d. De recreatieve positie;
e. De financiële positie van de huidige gemeenten Onderstaand wordt op deze punten ingegaan.

3.1 Van groot belang voor de huidige en nieuw te vormen gemeente zijn de economische en ruimtelijke ambities.
Binnen het gebied van de drie gemeenten doen zich turbulente ontwikkelingen voor op het vlak van grootschalige infrastructuur (o.a. aanleg HSL, reconstructie N209 / A12), woningbouw-(2


-3-

Vinexlocaties), bedrijfsterreinen en glastuinbouwlocaties. Bij deze grootschalige ontwikkelingen is de invloed van sterke spelers in het veld zoals Rotterdam, Zoetermeer en diverse rijksdiensten merkbaar. Dit vereist een toereikende bestuurskracht om grip te houden op de voor deze grotere gemeenten van belang zijnde aspecten.

De visiegroep stelt vast dat de glastuinbouw en de daarmee verbonden agrobusiness de economische kernactiviteiten zijn binnen de nieuwe gemeente. Enkele in ontwikkeling zijnde glastuinbouwlocaties, de komst van het proefstation, de bouw van het zgn. Glaskasteel en de aanwezigheid van een tweetal veilingen onderstrepen dit belang. Tot nu toe was er sprake van een autonome ontwikkeling waarbij de aanwezige tuinders en hun standsorganisaties bepalende invloed hadden op de ontwikkelingen. Vanuit de grootstedelijke agglomeraties maken meerdere belangen aanspraak op de schaarse grond. Ook in het kader van RR 2020 (Streekplan Rotterdamse regio) zal e.e.a. ruimtelijk worden verankerd. Het zal overigens veel ondernemerszin en innovatie vergen om die toekomst ook echt vorm te geven. Dat vraagt om een sterke lokale overheid als partner om deze belangen goed te kunnen behartigen en randvoorwaarden te scheppen om verdere ontwikkelingen tot stand te brengen. De ambitie is om dit gebied zowel nationaal als internationaal tot een toplocatie te ontwikkelen. Dat vraagt niet alleen om een sterke locale overheid maar ook om samenwerking met alle spelers in dit veld en met de (inter)nationale spelers zoals de rijksoverheid en de EU. Kleinere gemeenten worden ieder afzonderlijk in die rol nauwelijks serieus genomen (vergelijk Westland). Ingeval van een fusie ontstaat een nieuwe gemeente met 1100 ha glas, die na Westland de grootste glastuinbouwgemeente van Nederland is.

Niet in de laatste plaats speelt in deze ambitie het belang van de werkgelegenheid een rol. De in ontwikkeling zijnde bedrijventerreinen staan grotendeels in dienst van de aan de tuinbouw verwante agrobusiness en de ontwikkeling van de veiling. Daarnaast wordt evenzeer gezocht naar verbreding om een al te eenzijdige ontwikkeling met dienovereenkomstige kwetsbaarheid het hoofd te bieden. In de nieuw te vormen gemeente zijn in dat kader verschillende bedrijventerreinen in ontwikkeling. Deze eigen werkgelegenheidsontwikkeling is des te belangrijker in relatie tot de realisering van de Vinexlocaties. Voorkomen moet worden dat er als gevolg daarvan een slaapgemeente ontstaat. Regionaal gezien is ook dit een aspect van betekenis omdat is vastgesteld dat de omvang van de bedrijventerreinen in de regio Rijnmond dringend aan uitbreiding toe is.

Bij de economische ambitie is evenzeer van ruimtelijk belang de aanwezigheid van omvangrijke groenzones. Deels hebben deze een lokale en regionale, autonome ontwikkeling doorgemaakt. Deels worden deze aangelegd als compensatie voor elders verloren gegaan groen. Door de aanspraken van vele belangen op de schaarse grond is het juist in dit dichtbevolkte deel van het land van belang de groenzones niet te laten versnipperen maar ze als één aansluitend geheel door het gebied te vlechten. Gegeven de diverse projecten zijn er kansen op een samenhangend groengebied in en rond de nieuw te vormen gemeente wat in samenhang met de sterk groeiende bevolking van wezenlijk belang is. Door het ontstaan van één krachtige gemeente kunnen de economische en ruimtelijke belangen met elkaar in balans worden gehouden en kan tegenwicht worden geboden aan bestuurlijke druk van elders, waarbij de buitengrenzen van de nieuwe gemeente beter kunnen worden gehandhaafd. Daarbij spelen aspecten als Rottemeren + Rottewig, de landscheiding en de Groen-Blauwe Slinger.

Samenvattend is er dan ook sprake een samenhangende en evenwichtige ontwikkeling van de economische en ruimtelijke ambities in verband met de speerpunten glastuinbouw, werkgelegenheid, woningbouw evenals recreatie en groenvoorzieningen.

3.2. Het voorzieningenniveau.
Van groot belang is de handhaving van het voorzieningenniveau in ieder der kernen. Het gaat daarbij primair om de sportvoorzieningen waarvoor de fusie naar de mening van de visiegroep geen bedreiging vormt. In dat kader is de Visiegroep van mening dat de bestaande besluiten en afspraken bij de verschillende gemeenten dienen te worden gerespecteerd. De Visiegroep wil haar ogen niet sluiten voor de realiteit van de financiële problematiek die bij alle drie de gemeenten aanwezig is. In dat licht bezien worden zowel de nieuw te vormen gemeente als ook ieder van de drie gemeenten afzonderlijk gedwongen tot bezuinigingsoperaties.


-4-

De Visiegroep is tot de conclusie gekomen" dat het huidige niveau van de aanwezige voorzienin-gen kan worden behouden in overeenstemming met de in de gemeente gemaakte afspraken maar dat de mogelijkheid open blijft om op grond van de financiële problematiek naar evenredigheid tot aanpassingen te komen. Op de langere termijn spelen daarbij facetten als levensvatbaarheid, de vraag naar voorzieningen door de burger, de wensen van verenigingen zelf en kansen op nieuwe vormen van sport door de schaalgrootte van de nieuwe gemeente, een rol.

Ook andere voorzieningen vragen de aandacht van de gemeenten. Op het vlak van de voorzieningen ten behoeve van het voortgezet onderwijs zijn er ontwikkelingen gaande die leiden tot de vestiging van scholen in Bergschenhoek. Bij deze ontwikkeling wordt gestreefd naar een budgettair neutrale realisatie van de voorzieningen.

Op het vlak van de maatschappelijke dienstverlening en zorg krijgen de gemeenten bij de invoering van Wet Maatschappelijke Ondersteuning (W.M.O.) een aanzienlijke taakstelling. De W.M.O. vraagt de gemeenten op een achttal prestatievelden regulerende en uitvoerende taken te vervullen, waarbij iedere gemeente in financiële zin meer risicodragend wordt overeenkomstig de Wet Werk en Bijstand".

Ook op het vlak van het openbaar vervoer ontstaat een concessiegebied, waarbinnen voor de verbindingen tussen de diverse kernen de gemeente eigen keuzes moet maken.

Tot slot kan worden opgemerkt dat de beide Vinexlocaties nog de realisatie van een aantal voorzieningen in kwantitatieve zin op het gebied van sport, onderwijs en zorg rechtvaardigt. Al met al is de verwachting gerechtvaardigd, dat op deze uiteenlopende ontwikkelingen in een gefuseerde gemeente beter kan worden ingespeeld en op deze risico's meer adequaat kan worden gereageerd.

3.3 De identiteit van de nieuwe gemeente.
Bij de vorming van de nieuwe gemeente is aandacht voor de identiteit van de nieuwe gemeente van wezenlijk belang. De Visiegroep heeft daarbij gelijkwaardigheid van de samenstellende delen als kernbegrip geformuleerd. In het licht van de gevoelens onder de bevolking zijn daarbij van be- lang elementen als: de afstand bestuur ­ burger, de dienstverlening en een dorpsraad. Teneinde tegemoet te komen aan de hierboven vermelde wensen is er in Visiegroep intensief gesproken over mogelijke oplossingen. Daarbij is vooral gekeken naar de samenhang van de problematiek waarvoor de nieuw te vormen gemeente komt te staan. De mogelijkheden vinden hun grens in de financiële positie, waarop hierna en in de bijlagen wordt ingegaan.

In iedere kern moet ook tijdens het fusieproces de dienstverlening op een toereikend niveau worden gehandhaafd, waarbij het doel is om bij de inrichting van de nieuwe organisatie de kwaliteit van de dienstverlening aanmerkelijk te verbeteren. Dienstverlening binnen gegarandeerde reactietijden is daarbij aan de orde, waarbij de afstand burger- lokale overheid goed bereikbaar moet worden ingericht. Dat dwingt tevens tot vorming in iedere kern van zodanige voorzieningen dat de dienstverlening op een toereikend niveau kan worden gehandhaafd wat vraagt om de vorming van een goed front- en backoffice om de kwaliteit en snelheid van de dienstverlening te verbeteren. Verbeterde dienstverlening wordt dus toegevoegd aan de al bestaande ambities. Door de schaalvergroting naar zo'n 70.000 inwoners mag niet alleen worden verwacht dat er een efficiencyvoordeel kan worden behaald maar kan ook de kwetsbaarheid van elk van de kleine gemeente worden opgeheven en het benodigde specialisme op diverse werkterreinen in huis worden gehaald. Daarmede kan aan de wensen t.a.v. de aspecten zoals afstand bestuur - burger alsmede de dienstverlening tegemoet worden gekomen.

Het derde aspect betreft een dorpsraad. Als de nieuwe gemeente zich de ambities van elk der af- zonderlijke gemeenten eigen maakt, zal daadwerkelijk moeten worden ingezet op een gezamenlijke inspanning dit doel te bereiken. De praktijk laat zien dat de vorming van dorpsraden e.d. heel vaak leidt tot versnippering van bestuurlijke kracht en leidt tot onderlinge strijd. De Visiegroep is dan ook van mening dat niet moet worden overgegaan tot de vorming van (aparte) dorpsraden. In het kader van de


-5-

normale democratische besluitvormingsprocessen liggen er voldoende aanknopingspunten voor een ieder om zijn belangen op adequate wijze naar voren te brengen.

3.4 Huisvesting.
De Visiegroep vindt het nu nog te vroeg om harde uitspraken te doen over wie waar definitief ge- huisvest moet worden. Zij is nadrukkelijk van mening dat het aan de nieuwe raad moet worden overgelaten om in de afweging tussen o.a. efficiency en beschikbare financiële middelen een besluit te nemen wat er op de middellange termijn moet gebeuren met de huisvesting. Het probleem dat zich in Bergschenhoek voordoet t.w. dat de tijdelijke uitbreiding van het gemeentehuis tot stand is gebracht met een art. 17 W.R.O.-procedure kan daarbij worden betrokken. Dat betekent immers dat de huidige tijdelijke huisvesting voor 2009 moet worden vervangen door een nieuw gemeente- huis of andere kantoorhuisvesting. Bij het starten van de fusie van de 3B-gemeente kan zo spoedig mogelijk een onderzoek worden gestart naar de mogelijkheden voor de definitieve huisvesting t.b.v. de besluitvorming in de nieuwe raad
Bij de start van de nieuwe gemeente zal eerst gebruik worden gemaakt van de bestaande huisvesting als tijdelijke situatie. De Visiegroep stelt daarbij voor om het bestuurscentrum (o.a. vergadercentrum college en raad) in Bleiswijk te vestigen en het gemeentelijke apparaat zoveel mogelijk te concentreren in Berkel en Bergschenhoek. Die gedachte ontmoet bij geen van de gemeenten principieel bezwaar, tenzij uit financieel-technisch en organisatorisch (homogeniteit van de apparaatsonderdelen) onderzoek blijkt dat dit niet haalbaar is.

3.5 De financiën.
Er is door de Visiegroep intensief gekeken naar de financiële problematiek van de nieuw te vormen gemeente. De huidige gemeenten worstelen ieder onder een financieel, complex, gesternte. Voor fusies komen daar nog bij de afnemende algemene uitkering evenals een bijdrage van het rijk in de fusiekosten(frictiekosten) welke de kosten in de meeste gevallen niet dekt. Dit wetende dienen hier-voor adequate maatregelen te worden getroffen. In verband hiermede is de visiegroep van mening:
+ dat -indien de drie gemeenten besluiten tot het vormen van één gemeente- het te ontvangen bedrag aan frictiekosten het taakstellend uitgangspunt is voor het fusiebudget;
+ dat in de aanloop naar de fusie er nu al nadrukkelijk en met kracht dient te worden samen- gewerkt op allerlei beleidsterreinen;

+ dat de efficiencyvoordelen welke voortkomen uit schaalvergroting, in termen van minder kosten, taakstellend dient te worden opgelegd;
+ dat de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening daarin dient te worden meegenomen en er daarom moet worden ingezet op een klein maar kwalitatief en slagvaardig ambtelijk apparaat. De omvang van het nieuwe ambtelijk apparaat moet substantieel lager zijn dan de optelsom van de huidige drie gemeentelijke organisaties. Daarnaast zal er worden ingezet op "kwaliteit" als criterium bij de vorming van het ambtelijke apparaat. Teneinde (hoge) afvloeiingskosten ook op middellange termijn te voorkomen dient bovendien te worden ingezet op een maximale inspanning om tot herplaatsing van medewerkers te komen.

Waar het gaat om de financiële positie van de huidige drie gemeenten afzonderlijk is geconstateerd dat er sprake is van een over en weer verkeerde beeldvorming, veelal gebaseerd op gedateerde gegevens welke in de afgelopen tijd is ontstaan. Met behulp van externe ondersteuning zijn de cijfers geactualiseerd. Hieruit komt het volgende beeld naar voren:

+ De belastingdruk van de drie gemeenten groeit naar elkaar toe;
+ De grondbedrijven vertonen alle een gelijksoortig beeld. Er is geen sprake van grote over- schotten. Wel is het algemene beeld dat er sprake is van kostendekkendheid terwijl er in een enkel geval rekening moet worden gehouden met de nodige risico's;
+ De normale begroting vertoont een beeld dat laat zien dat alle drie de gemeenten de nodige inspanningen moeten verrichten om hun meerjarenbegroting sluitend te maken. Daarbij hebben ze nog de nodige inspanningen te verrichten.

Het ontstane beeld dat Bleiswijk er financieel gezien in positieve zin zou uitspringen is gecorrigeerd. Enerzijds blijken de actuele financiële cijfers van Bleiswijk een minder rooskleurig beeld op te leveren


-6-

dan een jaar eerder werd verondersteld. Anderzijds wordt de bijstelling van dat beeld hoofdzakelijk veroorzaakt door recente afspraken die de beide Vinexgemeenten hebben gemaakt met de Stadsregio. Ook anderszins heeft met name Berkel risico's kunnen doen verminderen door gemaakte afspraken met derden. Voor Bergschenhoek geldt dat met name de nu geconstateerde tekorten structureel afnemen door realisatie van de Vinextaakstelling vanuit de toenemende algemene uitkering i.v.m. stijgende inwoneraantallen. Voor alle drie de gemeenten geldt ongeacht de fusie dat nu met heroverwegings- operaties bezuinigingen moeten worden gerealiseerd om de eigen jaarbegrotingen weer sluitend te krijgen. Daarbij kan Bleiswijk helaas niet rekenen op een hogere, structurele algemene uitkering ten gevolge van hogere inwoneraantallen.
Op het vlak van nog te verrichten investeringen staat vast welke ambities iedere gemeente heeft en hoe met de risico's van de grondexploitaties wordt omgegaan.

Als bijlage is bij dit document gevoegd een toelichting alsmede een tweetal bijlagen van de extern ingehuurde financieel expert mw. C.N. Hilgeman inzake de financiële positie van de 3B-gemeenten In deze stukken wordt het naar elkaar toe groeien van de lokale lastendruk en de Meerjarenbegrotingcijfers weergegeven.

4. Wat als er niet wordt besloten te fuseren.
Het nemen van een fusiebesluit vraagt een weloverwogen en op de feiten gebaseerd besluit. Emoties kunnen daarbij een rol spelen. Van de beslissers wordt zicht op een visie voor de toekomst verwacht. In dat verband is het goed om de plus- en minpunten nog eens in beeld te brengen. Schaalvergroting is een onomkeerbaar proces in de samenleving. Natuurlijk kent het naar plaats en tijd zijn begrenzingen. Echter wordt door een ieder onderkend dat kleine organisaties in de huidige tijd onvoldoende bestuurlijke en ambtelijke invloed kunnen aanwenden tegen de grote spelers in het veld. Daarmede zijn kleinere organisaties niet per definitie minder, maar men ontkomt er niet aan te constateren dat door het gebrek aan invloed men onder de voet dreigt te worden gelopen door de belangen van de grote spelers.

Kwetsbaarheid neemt af naarmate een organisatie minder klein is en derhalve continuïteit van dienstverlening beter kan garanderen. Het beeld van éénmansposten die nauwelijks de veelheid en ingewikkeldheid van regelgeving kunnen bijhouden is een gegeven. De toenemende gecompliceerdheid van regelgeving vereist in toenemende mate een hoge specialisatiegraad. Een kleinere gemeente is nauwelijks tot niet meer in staat deze specialisatie op tal van terreinen te leveren.

Het aantrekken van gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel is voor een kleinere gemeente moeilijk te betalen. Enerzijds liggen de salarisschalen lager door hun relatie met het inwonertal. Anderzijds werkt men met minder personeel zodat ook niet ieder specialisme in huis kan worden gehaald.

De afstand van de bestuurder naar de burger is ontegenzeggelijk korter in een kleine gemeente. Los van de bezwaren die dat ook met zich kan meebrengen doordat het nu eenmaal voor bestuurders ook moeilijk is om de wensen van de burger af te wijzen, kan dat probleem op tal van manieren in een gemeente van voldoende omvang beter worden opgelost. Man kan kiezen voor kerngerichte wethouders, goed inspelen op c.q. gebruik maken van de diverse belangengroeperingen, spreekuur in de diverse kernen etc. De Visiegroep heeft er voor gekozen de bereikbaarheid naar de burger zo optimaal mogelijk te maken door gebruik te blijven maken van ieder der gemeentehuizen.

De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat in deze 3B-regio, bij een handhaven van elk der gemeente afzonderlijk, onvoldoende bestuurskracht kan worden ontwikkeld. Immers een kleine gemeente kent onvoldoende bestuurskracht en kan de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening nu nauwelijks en naar de toekomst toe zeker niet meer garanderen.

5. Hoe verder?


-7-

Naar de mening van de Visiegroep is het aan de raden om op basis van dit document nu een be-sluit te nemen. Daartoe zullen de raadsvoorstellen van februari 2004 worden bijgesteld en zal aan de raden worden gevraagd om een drietal uitspraken te doen en wel de volgende: a. het nemen van een principebesluit op basis van de inhoud van dit document om al of niet mee te werken aan een vrijwillige fusie;
b. het nemen van een besluit inzake de kaders die daarbij zullen worden aangehouden. Dat betekent een bijstelling/actualisering van een besluit van februari 2004 (het besluit b); c. het nemen van het Arhibesluit, zijnde eveneens een bijstelling/actualisering van een besluit van februari 2004 (het besluit a).

De Visiegroep ontkomt er echter ook niet aan om ­kijkend naar het mogelijk toekomstige fusieproces- enkele kanttekeningen te maken.
Er is in de situatie van de 3B-gemeenten sprake van grote ambities onder moeilijke economische omstandigheden. Veel fusies kenmerken zich door een proces waarbij de besluitvorming stroperig en stroef tot stand komt. Teveel compromissen dienen er te worden gesloten. Vaak gaat dit ten koste van een slagvaardige besluitvorming en als gevolg daarvan van een effectief en efficiënt ingerichte organisatie. Achteraf gezien blijken de herstelkosten vele malen groter te zijn dan dat men ineens tot een optimale keuze was gekomen. Om de voortgang in het proces zoveel mogelijk te waarborgen adviseert de Visiegroep om vanuit de raden een tweetal personen af te vaardigen in deze Visiegroep en wel zodanig dat ieder van de politieke stromingen daarin is vertegenwoordigd. In geval van stagnatie in de besluitvorming kan deze Visiegroep (of ook wel bestuurlijke klankbordgroep genoemd) een rol spelen om de voortgang van het fusieproces te bevorderen c.q. vlot te trekken. Onder het duale stelsel zullen de drie gemeenteraden voor de fusie-onderwerpen die de raden aangaan (b.v. een onderwerp als de griffie) en i.v.m. de invulling van de kaderstellende, de controlerende en de volksvertegenwoordigende taak van de raden hun bijdrage aan het fusieproces moeten leveren. Ten behoeve van het nemen van eensluidende besluiten in de drie gemeenteraden zal deze Visiegroep (of ook wel bestuurlijke klankbordgroep genoemd) daarnaast als voorbereidingsgroep een rol spelen.

.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.

14 februari 2005


-8-

Toelichting van de externe financieel adviseur m.b.t. financiën 3B-gemeenten behorende bij het einddocument van de Visiegroep.

Inleiding

Op grond van actuele informatie over de financiële situatie en gelet de perspectieven van de individuele gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk (2 bijlagen) is de conclusie gerechtvaardigd dat samengaan in een nieuwe 3B-gemeente de wenselijke optie is. De gemeenten hebben ieder voor zich in financieel opzicht steeds meer moeite om `hun eigen broek op te houden'. Daarnaast is de conclusie gebaseerd op het positieve saldo van de geraamde (extra) korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de hoogte van de fusiebijdrage.

In de aanloop naar de fusie is het van belang met elkaar heldere afspraken te maken over het vervolg. Dit kan in de vorm van een gentlemen's agreement. Doel hiervan is dat de nieuwe fusiegemeente niet in de problemen komt, maar vooral ook dat zij weerbaar zal zijn in het krachtenspel dat haar omringt, en dat zij de mogelijkheden krijgt om te vernieuwen en te professionaliseren.

Huidige situatie
Algemeen
De financiële situatie van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk is in de afgelopen periode steeds meer op elkaar gaan lijken. Met name het vermogen van de gemeenten om risico's op te vangen vanuit de eigen begroting of vanuit de reserves staat behoorlijk onder druk. Overeenkomsten in de financiële positie van de drie gemeenten zijn zichtbaar op een viertal gebieden: de meerjarenramingen, de reservepositie, de lastendruk en de risico's van de grondexploitatie.

Meerjarenramingen en reservepositie
De meerjarenramingen vertonen in alledrie de gemeenten in toenemende mate een negatief beeld. Doordat Berkel en Rodenrijs haar inkomsten uit de verfijningsuitkering omvangrijke woningbouw in een reserve heeft gestopt ten faveure van de negatieve exploitatieresultaten in haar meerjarenraming, valt het negatief saldo bij deze gemeente de eerstkomende jaren relatief erg mee. Bergschenhoek heeft die keuze niet gemaakt en bracht de inkomsten uit het verfijningsfonds ten gunste van de algemene (vrije) reserve grondexploitatie. Net als de beide andere gemeenten heeft Bleiswijk te maken met oplopende tekorten. De gemeente is daarom recent gestart met een heroverwegings- operatie. Duidelijk is dat begrotingstekorten door Bleiswijk niet veel langer uit de algemene reserve kunnen worden aangezuiverd, ook omdat deze reserve de laatste jaren is teruggelopen.

Lastendruk
Voor 2005 is het beeld dat de gemeentelijke lastendruk in Bleiswijk het hoogst is. Ondanks het feit dat Berkel en Rodenrijs nog wat slagen om de arm houdt inzake het concrete `nieuwe` OZB-tarief, omdat de hertaxatie nog niet geheel is afgerond, is het uitgesloten dat deze gemeente, die op de laagste lastendruk lijkt af te koersen, Bleiswijk op korte termijn zal passeren. Daarvoor is het verschil te groot en eigenlijk geldt dit ook voor het verschil in lastendruk met Bergschenhoek. Theoretisch is het denkbaar dat Bergschenhoek het OZB-tarief in komende jaren verhoogt (nu 0 % verhoging) om haar meerjaren begrotingsvraagstuk op te lossen. Er is in deze gemeente recent een onderzoek gestart naar de geprognosticeerde structurele tekorten. Insteek is om een financiële lange termijnplanning te maken, waarin de geraamde structurele tekorten worden ondervangen.

Risico's grondexploitatie
In Bergschenhoek is de grondexploitatie nu gezond en transparant. Berkel en Rodenrijs heeft afspraken gemaakt met de Stadsregio en koerst op een dekkende grondexploitatie per mei 2005, waarbij er geen sprake is van een vetpot maar wel van een degelijke raming. Beide gemeenten behoeven (voorlopig) geen beroep te doen op hun algemene reserve voor de afdekking van hun grondrisico's. Hier hebben zij toereikende reserves voor. Dat ligt anders in Bleiswijk, dat momenteel in een kwetsbare en nog niet goed voorspelbare positie zit, als men de onzekerheden die de exploitatie van Prisma (ten noorden van de A-12) met zich meebrengt, afzet tegen omvang van haar reserves.


-9-

Terugloop uitkering uit gemeentefonds
Aan de inkomstenkant wordt elk van de drie gemeenten afzonderlijk geconfronteerd met afnemende bijdragen vanuit het gemeentefonds, wat de begrotingen in aanzienlijke mate onder druk zet. De consequentie is dat de gemeenten bij ongewijzigd beleid alledrie koersen op begrotingstekorten in de komende jaren. De mogelijkheden om de inwoners na 2005 via de OZB verder te belasten, worden bepaald door wat de gemeenteraden verantwoord achten, maar zijn op zichzelf genomen niet groot. Bergschenhoek heeft deze mogelijkheid overigens afgewezen. Ook Berkel en Rodenrijs kiest, naar het zich laat aanzien, voor een vergelijkbaar opbrengstenniveau als vorig jaar. Hoe dan ook is het voor elk der gemeenten nodig om bezuinigingen door te voeren. Maar dan nog zijn de perspectieven niet gunstig, wat geldt voor elk der gemeenten.

Perspectieven bij fusie
De huidige meerjarenramingen van de drie gemeenten, inclusief de te ramen extra korting op de algemene uitkering en inclusief de fusiebijdrage, geven aan dat fusie eigenlijk de enig wenselijke en denkbare oplossing is om de financiële problematiek nu en op termijn het hoofd te bieden. Voor de gemeente afzonderlijk wordt het steeds moeilijker om `de eigen broek op te houden'. De Vinexgemeenten Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs hebben in dit opzicht relatief zekerder vooruitzichten dan Bleiswijk, maar voor geen van drieën is het gemakkelijk om zelfstandig door te gaan, tenzij er ingeleverd wordt op kwaliteit en continuïteit en/of de inwoners verder worden belast. Van het budget fusiekosten, dat gemeenten ontvangen om een gemeentelijke fusie te betalen, leert de ervaring dat deze bijdrage in de praktijk dikwijls niet toereikend is. Dit ervaringsgegeven, gevoegd bij het afnemen van de uitkering uit het gemeentefonds, is reden om bijzonder strak te gaan sturen op het fusieproces en de hieraan verbonden kosten. Samengaan kan, na een transitieperiode, leiden tot reductie van de bestuurskosten.

Gentlemen`s agreement
Vanuit de inhoud redenerend is het verstandig een in kwalitatief opzicht goede en in financieel opzicht gezonde 3B-gemeente te bouwen. In dat verband is het aan te raden dat er op korte termijn op bestuurlijk niveau een gentlemen's agreement komt. In een dergelijk agreement moeten per gemeente kaders worden vastgelegd. Om te beginnen is budgetdiscipline per gemeente afzonderlijk van groot belang. Budgetten zouden taakstellend kunnen worden gehanteerd. De transparantie over elkaars handel en wandel moet inzichtelijk zijn, overigens zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de eigen gemeentelijke zeggenschap en het profiel van de betreffende gemeente. Met elkaar verkennen of het mogelijk is op korte termijn tot meer samenwerking en tot verdere efficiencyverbetering te komen, zou in de overwegingen kunnen worden betrokken. Een goede basis is het om als afzonderlijke gemeenten in eerste instantie ieder voor zich sterker te komen staan, ten dienste van de gezamenlijke toekomst. Wat betreft de risico's lijkt onderlinge afstemming en samenwerking ten aanzien van de grondexploitaties op korte termijn dringend gewenst.

CNH, 9 februari 2005


-10-

Bijlage 1 behorende bij de toelichting van de externe financieel adviseur m.b.t. de financiën 3B-gemeenten, behorende bij het einddocument van de Visiegroep.

Deze bijlage sluit aan bij de tekst in de profielschets en bevat de onderwerpen uit het Arhi-voorstel van 27 januari 2004, met uitzondering van de resultaten van de jaarrekeningen, die reeds in het BMC-rapport (oktober 2004) waren meegenomen.

Bronnen worden genoemd. Deze bronnen zijn desgewenst in te zien.

Tabel 1: Meerjarenramingen, geactualiseerd 9 februari 2005 Bedragen x 1.000

2005 2006 2007 2008

Bleiswijk - 52 - 696 - 510 - 719

Bergschenhoek 328 - 445 - 1.819 - 1.867

Berkel en
Rodenrijs sluitend - 200 - 400 - 600

Totaal 3 B1 276 - 1.341 - 2.729 - 3.186

Perspectief bij
samengaan 3 B2 -241 - 1.629 - 2.086

Bovenstaande cijfers zijn de begrote exploitatiesaldi voor de jaren 2005 t/m 2008. De volgende uitgangspunten zijn hierbij gehanteerd:
1. Heroverwegingsoperaties en de veronderstelde effecten van toekomstige bezuinigingen (stelposten) zijn in de tabel niet meegenomen, alleen gerealiseerde effecten.
2. Dekking / compensatie van geprognosticeerde tekorten vanuit de algemene reserve (Bleiswijk, 2005) of vanuit de voor dit doel opgebouwde verfijningsreserve (Berkel en Rodenrijs, 2006-2008).
1 De meerjarenramingen van de drie afzonderlijke gemeenten getotaliseerd. Het gaat hier (dus) om een bedrag waarin niet de (extra) korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds (bij fusie) en ook niet de tegemoetkoming fusiekosten is verwerkt. En bij ongewijzigd beleid.


2 De ramingen vanaf 2006 van de drie gemeenten bij samengaan, met inbegrip van:
- de korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Op grond van nadere beschouwing van de rapporten van D&T (16 juni 2003) en BMC (20 oktober 2004) wordt hiervoor - 400.000 aangehouden;
- de verwachte tegemoetkoming fusiekosten. Hier wordt gerekend met een uitkering over 4 jaar van in totaal 6.133.597, na herberekening van het door BMC genoemde bedrag o.b.v. dezelfde uitgangspunten m.b.t. bevolkingsomvang als bij BMC, maar o.b.v. een iets hogere uitkeringsfactor, die wordt genoemd in de septembercirculaire 2004, nl. 1,33. M.i.v. 2006 is van deze ruim 6 mln. jaarlijks ruwweg ¼ deel (nl. 1,5 mln.) in het saldo meegenomen.
Voor het overige betreft dit een meerjarenraming bij ongewijzigd beleid.

NB: Het financieel perspectief bij samengaan wordt mede ingekleurd door het gegeven dat de gemeentehuizen lastenvrij zijn (Berkel en Rodenrijs grotendeels). Deze stille reserves kunnen het fusieproces faciliteren.


-11-


3. De korting op de uitkering uit het gemeentefonds conform de septembercirculaire 2004 is verdisconteerd - en structureel doorgewerkt.
4. De ramingen zijn gebaseerd op de opbrengsten uit de nieuwe OZB-tarieven (na hertaxatie; zie tabel 3), doorgewerkt naar de komende jaren.

5. Prijsindex / inflatie is in de prognoses meegenomen.

Toelichting bij de meerjarenramingen:

De gemeente Bleiswijk heeft de korting op de algemene uitkering op grond van de september circulaire 2004 niet verwerkt in de, in haar begroting voor 2005 opgenomen, meerjarenraming (wel in deze tabel). In de eerste rapportage in 2005 naar de gemeenteraad zal dit worden aangegeven. Eveneens zullen in deze rapportage de gevolgen van de gewijzigde rentetoerekening van het grondbedrijf aan de algemene dienst worden verwerkt. Een en ander is overigens afhankelijk van een nog te nemen raadsbesluit over de nota Grondbeleid (planning maart 2005).
De OZB-tarieven zijn in het kader van de herwaardering berekend uitgaande van de in de meerjarenraming (Begroting 2005) opgenomen OZB-opbrengst. Er is in 2005 sprake van 5% stijging t.o.v. het jaar 2004. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 3 februari 2005 ingestemd met de voorgestelde OZB-tarieven voor woningen en niet-woningen. De raad heeft bij de berekening van de tarieven eveneens ingestemd met een fictieve verhoging van de OZB-opbrengst van 200.000 euro. Als gevolg van de hertaxaties zijn veel objecten fors in waarde gestegen. Dit kan mogelijk leiden tot veel bezwaarschriften.Toekennen van een bezwaarschrift impliceert een lagere OZB-opbrengst (ervan uitgaande dat alleen bezwaar wordt genaakt tegen een te hoge taxatie). Ook leegstand en afrondingsverschillen leiden tot een lagere OZB-opbrengst.

Bergschenhoek heeft haar meerjarenraming in november 2004 geactualiseerd (zie memo d.d. 11 november 2004 aan de gemeenteraad en Jaarrekening 2003).

Voor Berkel en Rodenrijs zijn in tabel 1 de nadelige exploitatiesaldi (zie programmabegroting 2005, pag. 16) opgenomen na inzet van de middelen uit de verfijningsreserve. Deze reserve is gevuld met een rijksbijdrage die tot doel heeft om gemeenten met een omvangrijke bouwtaakstelling te ondersteunen bij het opvangen van financiële problemen die voortvloeien uit de schoksgewijze groei van de gemeenten. De verfijningsuitkering wordt daarmee ingezet conform het doel, namelijk in de (piek)periode van de uitvoering van de bouwtaakstelling.
De nieuwe OZB-tarieven, die nog moeten worden bepaald en vastgesteld, leiden niet tot een bijstelling van de meerjarenraming.

Hoe gaan de gemeenten om met de geprognosticeerde tekorten?

Bleiswijk zuivert voor 2005 haar tekort aan uit de algemene reserve, wat dit jaar nog is toegestaan. Een heroverwegingsoperatie in inmiddels gestart.

Bergschenhoek onderzoekt momenteel voor welk deel de geprognosticeerde tekorten structureel zijn en gaat een financiële lange termijn planning maken voor de situatie na afronding van de Vinex. Eventueel zal de gemeente (voor het incidentele gedeelte van de tekorten) een beroep doen op de algemene reserve, maar naar verwachting is dit voor 2006 nog niet nodig.

Berkel en Rodenrijs dekt het jaarlijks begrotingstekort grotendeels uit (een reserve met) de verfijningsuitkering omvangrijke woningbouw. Het feitelijk tekort zal taakstellend moeten worden bezuinigd. Dit tekort bedraagt voor de jaren 2006 ­ 2008 resp. 200.000, 400.000, 600.000 (zie programmabegroting pag. 16).
Er wordt door de gemeente geen beroep gedaan op de algemene reserve; deze is beschikbaar voor onvoorziene tegenvallers.


-12-

Tabel 2: Inwonertal en algemene reserve

Vrij aanwendbaar Aantal inwoners Algemene deel algemene reserve 2005 reserve 2005

Bleiswijk 10.450 2.4 mln. 1.5 mln.

Bergschenhoek 16.267 6.2 mln. 3.5 mln.
1 januari 2005

Berkel en 18.039 6.0 mln. 6.0 mln. Rodenrijs 1 januari 2005

Bronnen:

- Algemene reserve: begrotingen 2005

- Inwonertal Bleiswijk: begroting 2005; Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs: aantallen per januari 2005 (opgave directeuren / sectorhoofden Middelen / Financiën) Tabel 3: Belastingdruk in euro's in 2005

tarief OZB tarief OZB OZB reinigings- rioolrecht totaal woningen niet- heffing lastendruk woningen

Bleiswijk 4,00 6,13 441 341 159 941

Bergschenhoek 3,87 5,24 427 330 160 917

Berkel en
Rodenrijs 4,143 7,31 456 291 174 921

Bronnen:


- opgaven januari 2004 van de respectieve hoofden Financiën / Middelen
- respectieve raadsbesluiten van Bergschenhoek en Bleiswijk. NB. In Berkel en Rodenrijs is het hertaxatieproces OZB nog niet geheel afgerond.

Uitgangspunten OZB:

- na hertaxatie

- per waarde-eenheid 2.268

- bij een gemiddelde woningwaarde van 250.000
- per meerpersoonshuishouden

3 Dit betreft een voorlopige schatting. De hertaxatie is nog niet geheel afgerond.


-13-

Bijlage 2 behorende bij de toelichting van de externe financieel adviseur m.b.t. de financiën 3B-gemeenten, behorende bij het einddocument van de Visiegroep. Bijlage 2 bij paragraaf Financiën

Risicoprofielen van de 3 B-gemeenten; grondexploitaties
1. Eindconclusie in het BMC-rapport (oktober 2004), pag. 37:

`De mogelijkheden om de grondexploitaties neutraal af te sluiten lijken, als alles meezit, in de gemeenten Bleiswijk en Bergschenhoek met de grootst mogelijke inspanningen haalbaar. Dat vraagt wel om een zorgvuldige politieke besluitvorming en een planregie gericht op een goede fasering ter beperking van de kosten en de marktrisico's'.

`Deze randvoorwaarde is voor de gemeente Berkel en Rodenrijs even belangrijk, waarbij opgemerkt moet worden dat de risico's van tekorten in de planontwikkeling daar veel groter zijn. De optie om in het uiterste geval plannen of delen daarvan niet uit te voeren lijken op voorhand weliswaar niet erg realistisch, maar dienen gezien de grote financiële risico's zeker zorgvuldig onderzocht te worden'.

`De mogelijkheden om een eigen regie te voeren zijn groter nu geen aanvullende uitkeringen van de stadsregio verkregen worden. Dit legt meer druk op het eigen besluitvormingsproces. Gezien de beperkingen in de economische ontwikkelingen blijft de noodzaak om marktconform te ontwikkelen daarbij een randvoorwaarde. Zonder vooruit te lopen op een eventueel samengaan van de drie gemeenten is een onderlinge afstemming van de planontwikkeling, gezien de marktproblematiek, in ieder geval aan te bevelen.'


2. Hoe staan de gemeenten er op dit moment voor?

Bleiswijk:

De grondexploitatie van Bleiswijk is kwetsbaar, ook gelet op de omvang van de algemene reserve, die de laatste jaren teruggelopen is. De Gemeenteraad behandelt in maart een Nota Grondbeleid, waarin kaders zijn aangegeven. Insteek is om eenmaal per jaar de grondexploitaties te herzien, het weerstandsvermogen te bepalen, de algemene reserve daarmee in overeenstemming te brengen en het rentepercentage dat wordt toegerekend aan de algemene dienst aan te passen.

Als het gaat om de risico's is globaal een opdeling in twee gebiedsdelen te maken:
1. Het gebied ten zuiden van de A12 (de reeds in exploitatie genomen complexen Hoefslag IV, Middengebied en de nog te exploiteren complexen Hoefweg-zuid, Overbuurtsche Polder, Wilgenlei) waar het totaal de exploitatieresultaten naar verwachting (minimaal) budgetneutraal zullen uitkomen.
2. Het gebied ten noorden van de A12 (Prisma), waarvan de exploitatieprognose op dit moment nog niet bekend is, maar waar de gemeente met een grote mate van onzekerheid heeft te maken. De uitkomsten kunnen van zeer beperkt positief tot aanzienlijk negatief zijn. Hierover is in kwantitatieve zin nu nog niets met zekerheid te zeggen. Er is sprake van een flink risico, waar in beperkte mate dekking tegenover staat.

Een mogelijk ander risico voor Bleiswijk betreft de bouw tweede fase van het Melanchton College. Uitgaande van vorige ramingen (begroting 2004) zou de investering (voorschot bouwvoorbereiding plus bouw en inrichting) ongeveer 6 mln. bedragen. Hier tegenover staat weliswaar een verhoging van de algemene uitkering, maar deze zal niet in verhouding staan tot de hoogte van de investering. Deze investering is geschrapt uit de begroting, vanaf 2005.

De algemene reserve van het grondbedrijf is per ultimo 2004 86.000. De risicoreserve bedraagt 378.000. Aan bestemmingsreserves en voorzieningen heeft Bleiswijk ultimo 2004 respectievelijk 1.353 mln. en
3.078 mln. De algemene reserve is 2.4 mln.


-14-

Bergschenhoek:

De grondexploitaitie van Bergschenhoek is (inmiddels) gezond en transparant. Alle risico's zijn afgedekt.

Per 1 januari 2005 heeft integrale actualisering plaatsgevonden, op basis van uitgangspunten voor rente (3,5 %), kostenstijging (3,5 %) en opbrengstenstijging (1%).

In het BMC-rapport (pag. 32) werd nog gemeld dat er op de grondexploitatie in theorie een tekort resulteerde van 17,2 mln. Dit had vooral te maken met het plan `Plas Zuid', met nog niet in exploitatie genomen gronden, waar grote risico's aan kleefden. Volgens de richtlijnen moet dan een voorziening worden getroffen ter grootte van het verschil tussen de boekwaarde en de waarde van de landbouwgrond. Door een met de Stadsregio afgesloten convenant is die voorziening niet meer nodig. De eerste verkenningen wijzen op een mogelijke positief resultaat van 20 mln. Dit positief resultaat zal ten goede komen aan de Algemene Dienst.

De algemene (vrije) reserve voor grondexploitaties bedraagt 4,8 mln., terwijl er in totaal aan voorzieningen een bedrag staat van 15 mln. Alle verliesgevende exploitaties zijn afgedekt met een 100% voorziening. De algemene reserve bedraagt 6.2 mln.

Berkel en Rodenrijs:

De grondexploitatie van Berkel en Rodenrijs zal per mei 2005 sluitend zijn. Door een externe controle is bevestigd dat Berkel en Rodenrijs de financiële gevolgen voor het Grondbedrijf kan opvangen, ook wanneer er twee jaar lang niets wordt verkocht.

Bij het ontwikkelbedrijf was een tekort geraamd van 36 mln. Dat tekort is inmiddels teruggebracht tot de gebruikelijke exploitatierisico's. De Stadsregio heeft namelijk via een convenant een tekort op de exploitatie deels gecompenseerd door een lumpsum bijdrage van 14 mln. en deels door aanvullende afspraken over bijvoorbeeld differentiatie in de woningbouw. Voor het resterende deel zal er sprake zijn van versobering van het betreffende plan. Hierdoor zal het totaal van alle grondexploitaties op 0 uitkomen. Het bedrijventerrein zit behoedzaam in de exploitatie en zal naar verwachting een ruim positief resultaat behalen.
De claim van Delfland ( 10,8 mln.) is geen risico meer. Deze claim is door een bestuurlijke overeenkomst met Delfland gereduceerd met 9,3 mln. De resultaten hiervan zijn ondervangen in het GRP en in het rioolrecht, dat met 9 % is verhoogd.

De gemeente beschikt voor de grondexploitatie over voorzieningen:
- fonds Bovenwijkse Voorzieningen, met een geraamde vulling van 12 mln.
- kwaliteitsfonds

- egalisatiereserve (als behoedzaamheidskeuze) om renteschommelingen op te vangen

De algemene reserve van Berkel en Rodenrijs is 6.0 mln. Bovendien heeft de gemeente een reserve die gevuld is met de verfijningsuitkering omvangrijke woningbouw. De voorziene exploitatietekorten op de begroting worden hier de komende jaren uit gedekt, waardoor er geen onttrekking gepland is van de algemene reserve.