ST. RECLASSERING NEDERLAND

Gevangenen na uitzitten straf zonder begeleiding reclassering

UTRECHT, Uit de tweede landelijke enquête onder gedetineerden in Nederland (Gedetineerdensurvey 2004) blijkt dat gevangenen vinden dat ze er te vaak alleen voor staan na de eerste periode van gevangenisschap. Sinds begin 2004 kan Reclassering Nederland voor de gedetineerde die niet bij de reclassering onder toezicht staat, niets meer doen. Aangezien de justitiële titel waaronder de reclassering haar werk verricht, ontbreekt voor die groep. Andere instanties, zoals gemeentes, kunnen niet of onvoldoende in de bres springen. Herhaaldelijk heeft Reclassering Nederland erop gewezen dat hierdoor een grote groep tussen wal en schip valt. Met als risico: terugval in oud gedrag. En dat terwijl de reclassering de expertise in huis heeft om ex-gedetineerden op het goede spoor te houden.

De reclassering kan vanaf begin 2004 alleen nog maar in een justitieel kader werken. Dat wil zeggen: uitsluitend in opdracht van de rechter, het Openbaar Ministerie of het gevangeniswezen. Daardoor kunnen met name personen die hun volledige gevangenisstraf hebben uitgezeten, niet meer door de reclassering begeleid worden bij hun terugkeer in de samenleving. Ook andere instanties, zoals gemeentes, zien geen kans deze groep afdoende te begeleiden.
Dit knelpunt komt ook naar voren uit de Gedetineerdensurvey 2004 van de Dienst Justitiële Inrichtingen onder 13.000 gevangenen. Ruim 6.000 gedetineerden vulden de vragenlijst in. Uit hun reacties blijkt dat ze in ruime meerderheid vinden dat ze (veel) te weinig begeleiding krijgen voor een verantwoorde terugkeer in de samenleving.

Expertise in huis
De reclassering heeft de expertise in huis om gedrag te veranderen en zo de kans op terugval in de criminaliteit aanmerkelijk te verkleinen. Zo heeft de organisatie onlangs het nieuwe diagnostisch instrument RISc (Recidive Inschattings Schalen) in gebruik genomen. Met RISc kan worden bepaald wat er met een dader aan de hand is, of hij beïnvloedbaar is, en welke interventies het beste resultaat opleveren.
Aan expertise en de wil om op te treden ontbreekt het dus niet, wel aan de financiële middelen. 'Doodzonde', vindt directeur Reclassering Nederland, Sjef van Gennip: 'Natuurlijk, straf is nodig. Maar iemand na die straf zomaar de maatschappij insturen, vergroot de kans op terugval in oude fouten. En daarmee de onveiligheid in onze maatschappij.'

Risico voor samenleving
Het niet beleggen van de begeleiding van ex-gedetineerden bij terugkeer is dus risicovol. Dit staat haaks op het streven van het kabinet (en de reclassering) om de samenleving veiliger en leefbaarder te maken. Reclassering Nederland pleit voor het snel en structureel oplossen van dit knelpunt.