---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoord op vragen over vermeende onderbezetting van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol
14-2-2005 15:54:00
Hierbij bied ik u mede namens de ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden aan op vragen van de leden Eijsink en Timmermans d.d. 14 december jl. (2040504830) over een vermeende onderbezetting van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
1. Heeft Schiphol-directeur Gerlach Cerfontaine per brief een krachtig signaal aan u gericht om zijn zorg kenbaar te maken dat door een tekort aan personeel bij de Koninklijke Marechaussee, de dienstverlening op de luchthaven in het gedrang komt, met name in het geval van plotselinge calamiteiten?
Ja.
2. Onderschrijft u de zorg van de Schiphol-directeur? Zo ja, welke actie onderneemt u om het tekort aan marechaussees op te heffen, dan wel anderszins te compenseren? Zo neen, waarom niet?
Het uitgangspunt is en blijft dat de uitvoering van de aan de KMar opgedragen taken op Schiphol geschiedt met voldoende gekwalificeerd personeel. In continue dialoog met de leiding van Schiphol worden de ontwikkelingen van de luchthaven gerelateerd aan de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan overheidsdiensten. De KMar vertaalt deze behoefte naar de daarvoor benodigde mensen en middelen. Binnen de daarbij vastgestelde formatie doet zich uiteraard natuurlijk personeelsverloop voor. Indien dit de uitvoering van de opgedragen taken in gevaar brengt worden hiervoor oplossingen geboden door met voorrang vacatures te vullen of door middel van detacheringen tijdelijk in de personeelsbehoefte te voorzien.
3. Welke concrete afspraken zijn er met Schiphol gemaakt over de omvang van de marechausseesterkte aldaar en het meegroeien daarvan met de groei van de luchthaven? Wanneer en hoe zijn deze afspraken vastgelegd?
In het kader van de grensbewaking zijn op 6 maart 2002 door de bewindslieden van Justitie, Defensie en Financiën met de hoofddirectie van Schiphol Group normen overeengekomen ten aanzien van de maximale wachttijd bij de paspoortcontrole. De realisatie van de normen wordt door overheid en luchthaven gezamenlijk gemonitoord. Mede op basis hiervan wordt bekeken of bijstelling van de personele en/of infrastructurele capaciteit nodig is. In dit verband is een prognosemodel ontwikkeld om ook voor de langere termijn een betrouwbare schatting te kunnen maken van de noodzaak tot groei van het (overheids)personeel in relatie tot de groei van het aantal passagiers. Met deze systematiek wordt zowel voldaan aan het overheidsbelang, als aan de concurrentiepositie van de luchthaven.
4. Wordt nog steeds aan de oorspronkelijke afspraken vastgehouden? Zo neen, in welke mate wordt van de oorspronkelijke afspraken afgeweken?
Ja, de normeringsafspraken worden door de betrokken partijen in acht genomen.
5. Onder wiens verantwoordelijkheid valt de uitvoering van de geïntensiveerde veiligheidspatrouilles rond de luchthaven Schiphol? 6 Wanneer en hoe zijn afspraken over deze verantwoordelijkheid en de daadwerkelijke invulling ervan vastgelegd?
De bewakingstaak is een onderdeel van de handhaving van de openbare orde binnen een gemeente, waarvoor de burgemeester verantwoordelijk is. Deze verantwoordelijkheid is wettelijk geregeld in artikel 12 van de Politiewet 1993. De geïntensiveerde veiligheidspatrouille is een vorm van bewaken, waarvoor in dit geval de burgemeester van Haarlemmermeer verantwoordelijk is. In de zogenaamde lokale driehoek, het overleg tussen de burgemeester, de officier van justitie en een vertegenwoordiger van het politiekorps, vindt afstemming plaats over de taakuitvoering van de politie.
7. Kunt u bevestigen dat de burgemeester van Haarlemmermeer zich over de extra belasting in verband met deze patrouilles tot u heeft gewend? Zo ja, hoe heeft u op het signaal van de burgemeester gereageerd ?
Ik heb kennis genomen van het artikel in het NRC handelsblad van 20 november jl. waarin de zorgen van de burgemeester van Haarlemmermeer over een mogelijk capaciteitstekort bij de politie in zijn gemeente zijn verwoord. Naar aanleiding van dit artikel heb ik mij laten informeren door de korpsbeheerder van de politieregio Kennemerland waarbinnen Schiphol valt. Uit gegevens van het korps blijkt dat er in gevallen van een verhoogde terreurdreiging wel sprake is van extra, doch niet van excessieve inzet van politiecapaciteit ten behoeve van de bewakingstaak ten aanzien van het buitengebied van Schiphol. Voor de bewaking van de buitengrens van Schiphol ontvangt de politieregio Kennemerland reeds extra middelen (het equivalent van de financiering van 11 politie-ambtenaren).Ten tijde van het interview met het NRC handelsblad was de burgemeester van Haarlemmermeer hier kennelijk nog niet van op de hoogte. Voor de goede orde, de extra inzet ten behoeve van de bewaking van Schiphol betekent niet dat de uitvoering van de reguliere taken van de politie in de gemeente Haarlemmermeer onder druk is komen te staan. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft tezamen met zijn ambtsgenoot van Justitie inmiddels op 17 januari jl. met de diverse betrokkenen - waaronder de korpsbeheerders van Kennemerland en Amsterdam-Amstelland en de burgemeester van Haarlemmermeer - een gesprek gehad over onder andere de bewaking van Schiphol. In dit overleg zijn ook de signalen van de burgemeester van Haarlemmermeer aan de orde geweest.