Ministerie van Justitie

Persbericht

Gedetineerdensurvey 2004 verschenen
14 februari 2005

Gedetineerden blijken zich over het algemeen veilig te voelen in de inrichting van verblijf. Een kleine minderheid (8%) voelde zich de afgelopen tijd vaak onveilig in de inrichting. De gedetineerden vinden de rechten en regels in de inrichting niet echt duidelijk, maar ook niet onduidelijk. Ook zijn gedetineerden over het algemeen positief over de contacten die zij hebben met het personeel in de inrichting. Over de onderlinge omgang met medegedetineerden is een ruime meerderheid positief.

Dit staat in de gedetineerdensurvey 2004 naar de detentiebeleving van gedetineerden in het gevangeniswezen dat vandaag is verschenen. Het onderzoek is uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie.

De survey is een belevingsonderzoek onder 13.000 gedetineerden. Alle huizen van bewaring, gevangenissen en (beperkt) beveiligde inrichtingen voor zowel mannen als vrouwen deden mee aan het onderzoek. De respons was 48%.

Over het algemeen denken gedetineerden negatief over de inspanningen die de inrichting verricht om hen voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij. Dit geldt het sterkst voor de mannen in huizen van bewaring en in mindere mate voor de vrouwen in gesloten gevangenissen. Aan de andere kant zien zij het nut van bepaalde cursussen en opleidingen wel degelijk in. Vrouwen zien de toekomst na detentie overigens iets zonniger in dan mannen. De gedetineerden zijn over hun contacten met de buitenwereld tamelijk neutraal. Zij vinden dat zij op tijd bij het bezoek worden gebracht en menen voldoende mogelijkheden te hebben om met hun advocaat contact te onderhouden. Wel laat de privacy tijdens het bezoekuur te wensen over.

De gedetineerden zijn over het algemeen ontevreden over de manier waarop zij de dag door kunnen brengen. De eentonigheid van het bajesleven, de verveling in het weekend en het te lange verblijf op cel zijn hier vooral debet aan. Gedetineerden in de huizen van bewaring zijn het minst tevreden. De overgrote meerderheid van de gedetineerden in de huizen van bewaring vindt de tijd die men op cel moet doorbrengen veel te lang. De gedetineerden zijn gemiddeld genomen positief over de activiteiten die in de inrichting worden aangeboden zoals arbeid, recreatie en sport.

Over de gezondheidszorg zijn de gedetineerden over het algemeen niet tevreden, maar ook niet echt ontevreden. Met de toegankelijkheid van de huisarts zit het echter wel goed. Slechts weinig gedetineerden geven aan dat ze tijdens de detentie goed geïnformeerd zijn over besmettelijke ziektes.

Voor wat betreft de overige functionarissen (bijvoorbeeld Bureau Sociale Dienstverlening, maatschappelijk werk/reclassering, onderwijs, afdelingshoofd) is men naar verhouding het minst te spreken over het maatschappelijk werk en de reclassering en het meest te spreken over het onderwijs.

De hygiëne in de inrichting wordt door de meerderheid van de gedetineerden als ruim voldoende beoordeeld. Veel gedetineerden geven aan dat op hun afdeling drugs wordt gebruikt, maar een beperkt deel van hen geeft aan dat ze daar ook last van hebben.

Het feit dat gedetineerden niet langer buiten hun cel mogen roken wordt als onprettig ervaren. Dit leidt volgens de meeste gedetineerden tot onrust in de inrichting.

Over het delen van een cel zijn de meeste gedetineerden ronduit negatief. Degenen die er zelf ervaring mee hebben (ongeveer 10% van de ondervraagden) laten zich hier echter neutraal over uit.