De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: TRCJZ/2005/459
datum: 10-02-2005
onderwerp: Uitvoering moties Flora- en faunawet
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
De Vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij
bij brief van 27 januari 2005 verzocht de Kamer te informeren over de
stand van zaken van de uitvoering van de moties met betrekking tot de
amvb artikel 75 Flora- en faunawet (Kamerstukken II 2004/2005, 29 446,
nrs. 18, 20 en 21) en de motie over plaatsing van de vos op de
landelijke vrijstellingslijst (Kamerstukken II 2002/2003, 28 600 XIV,
nr. 17).
Bij brief van 31 januari 2005 heb ik u reeds geïnformeerd over de
wijze waarop ik om zal gaan met de aangenomen moties met betrekking
tot de amvb artikel 75 Flora- en faunawet. Over de motie inzake de
plaatsing van de vos op de landelijke vrijstellingslijst, kan ik u het
volgende berichten.
Ik kan pas overwegen om een voorstel te doen om de vos op de
landelijke vrijstellingslijst te plaatsen als in artikel 65 van de
Flora- en faunawet het faunabelang is toegevoegd èn uit onderzoek
gebleken is dat de vos in het gehele land schade doet. Eind vorig jaar
heb ik de voorlopige conclusies uit het predatieonderzoek ontvangen.
Momenteel bestudeer ik deze conclusies. In maart zal ik u een brief
zenden met betrekking tot de voortgang in het faunabeleid, waarbij ik
de voorlopige conclusies uit het predatieonderzoek zal betrekken.
Op korte termijn zal ik u de nota toezenden naar aanleiding van het
verslag dat de Kamer vorig jaar heeft uitgebracht inzake het voorstel
tot wijziging van artikel 65 van de Flora- en faunawet (Kamerstuk 29
448).
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit