Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: TRCJZ/2004/6504
datum: 10-02-2005
onderwerp: AO CITES d.d. 23 september jl.

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,

Tijdens het Algemeen Overleg van 23 september jl. (AO CITES) heb ik toegezegd uw Kamer over een aantal onderwerpen nader te informeren. Deze onderwerpen zijn de volgende:

1. verduidelijken capaciteit AID voor CITES;
2. met de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken overleggen over de mate waarin de samenwerking tussen Douane, AID en politie op effectieve en efficiënte wijze is georganiseerd;

3. met de Minister van Justitie nagaan in hoeverre het afgelopen jaar vervolging en bestraffing heeft plaatsgevonden op CITES-gebied;
4. met de Minister van Justitie onderzoeken of er criminele netwerken zijn in het kader van de handel in bedreigde dier- en plantensoorten;

5. met Minister voor Ontwikkelingssamenwerking bezien of er gezamenlijke ondersteuning kan worden geboden aan de bestrijding van de illegale handel in ivoor op nationale markten in Afrikaanse landen;

6. met Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nagaan in hoeverre de handel in levende dieren door de Chinese medicijnkunst wordt beïnvloed;

7. de uitkomsten terugkoppelen van de werkconferentie 11 oktober jl. over toekomstig beleid voor gezelschapsdieren en eenieders verantwoordelijkheid hierin van;

8. opsturen van het verslag van de CITES-conferentie in Bangkok;
9. bij een volgende ICW-bijeenkomst tijdig de inzet van de Minister van LNV inzake walvissen aan de Kamer sturen.

Hieronder wordt, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, de Minister van Justitie, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op elk punt afzonderlijk ingegaan.

Ad 1)

Ik ben nagegaan of er inderdaad een verschil bestaat tussen het aantal mensuren, genoemd in het tweejaarlijkse rapport ten behoeve van de CITES-conferentie en de cijfers hierover in het AID-werkplan. In het jaarplan 2004 van de Algemene Inspectiedienst was voor de directe controle-inzet op CITES 4,4 fte gepland. Daarnaast neemt het dienstonderdeel opsporing de middelzware en zware CITES-opsporingszaken voor haar rekening. Voor het terrein van natuurbescherming betreft dit ca 2 fte. Verder is er in de indirecte controlesfeer ook sprake van CITES-inzet door de AID. Dit betreft de beleidsadvisering, controle-advisering, AID-groendesk en het handhavingsmakelaarschap. Het CITES-aandeel binnen deze taakvelden wordt niet apart geregistreerd.
In het tweejaarlijkse CITES-rapport over de jaren 2001 en 2002 wordt gesproken over 27 AID-controleurs die zijn opgeleid als CITES-specialisten. De jaarverslagen van de AID over 2001 en 2002 geven aan dat er over het gehele vakgebied natuurbescherming een inzet heeft plaatsgevonden van respectievelijk 29, 4 en 27 fte. Dit betreft de totale controlecapaciteit voor natuur bij de AID. Uitgangspunt is namelijk dat alle controleurs in staat moeten zijn om CITES-controles te kunnen verrichten.
Belangrijkste oorzaak van het verschil tussen de cijfers in het tweejaarlijkse rapport en het AID-jaarplan is dat het tweejaarlijkse rapport het totaal aantal controleurs noemt dat kan optreden als CITES-specialist en in het jaarplan de daadwerkelijk geplande inzet voor CITES wordt vastgesteld. De situatie is dat alle controleurs voor de groene wetten 'all-round' moeten zijn, en dat de beschikbare capaciteit wordt verdeeld over de verschillende onderdelen.

Ad 2)

LNV heeft met de Douane een Kaderovereenkomst gesloten inzake de samenwerking tussen LNV en het Ministerie van Financiën. In een bijlage bij deze Kaderovereenkomst wordt de samenwerking op het gebied van de Flora- en faunawet nader vormgegeven. Qua samenwerking worden onder meer beschreven: de relevante regelgeving, taakverdeling tussen de voor het beleidsterrein verantwoordelijke ministeries en uitvoerende diensten, de wijze van handhaving en uitvoering, de samenwerking, het overleg en de verantwoordelijkheid. De desbetreffende bijlage is nog niet getekend, maar het overleg daarover bevindt zich in het afrondend stadium. Naar verwachting zal de ondertekening in het eerste kwartaal van 2005 plaatsvinden.

Handhaving van de Flora- en faunawetgeving door de Douane is een van de niet-fiscale douanetaken. Het toezicht door de Douane richt zich op het binnen of buiten het grondgebied van de EU brengen van beschermde inheemse en uitheemse dier- en plantensoorten of producten hiervan. De Douane voert deze taak gecombineerd uit met haar reguliere taak. De AID ondersteunt de Douane met haar expertise bij de determinatie van de dier- of plantensoort. Gezamenlijk worden ook gerichte controleacties gehouden. Opsporingszaken worden door de AID afgehandeld.

De politie heeft binnen de Flora - en faunawet als zelfstandige taak het uitgeven en intrekken van jachtakten, de controle op de jachtterreinen en de legaliteit van jachtwapens. Daarnaast wordt met de politie samengewerkt op het terrein van de gebiedsbescherming en in beperktere mate bij de soortenbescherming.
Deze samenwerking is vooral georganiseerd op uitvoeringsniveau. Soms liggen daar uitvoeringsconvenanten aan ten grondslag, zoals bij de provinciale milieuovereenkomsten, bij de 6 Natuurtoezichtskringen in Friesland, visstroperij bestrijdingsteams in Friesland, Randmeren en het grote rivierengebied, het samenwerkingsverband 'Rotterdam-Rijnmond' en dat rond de Oosterschelde, waarbij politie en AID substantieel deelnemende partners zijn. Bij de middelzware en zware opsporing wordt onder leiding van het Functioneel Parket van het OM samengewerkt tussen het Dienstonderdeel opsporing van de AID en de Unit Milieu Criminaliteit van de politie. LNV heeft met de politie geen Kaderovereenkomst. Een model zoals dat met de Douane is ontwikkeld, heeft mijn voorkeur. Op dit moment worden er met de politie, in het verband van de inzet per 1 januari 2005 van Regionale en Interregionale Milieuteams, verkennende gesprekken gevoerd over de vorm van wederzijds gewenste samenwerking.

Ad 3) en 4)

Het aantal feiten dat door het Openbaar Ministerie vanaf 1 januari 2003 tot en met heden is behandeld vanwege het overtreden van artikel
13 lid 1 Flora- en faunawet (illegaal bezit, vervoer en handel in beschermde in- en uitheemse dier- en plantensoorten), al dan niet door de verdachten in combinatie met een ander feit c.q. andere feiten gepleegd, betreft 1314.
In de zaken waarin een beslissing is genomen, zien de categorieën OM-afdoeningen er als volgt uit:

- dagvaarding: 447

- transactie: 734

- voeging: 7 (is onderdeel van categorie dagvaardingen)
- overdracht: 7

- sepot: 59
· voorwaardelijk sepot: 9

Van de 734 aangeboden OM-transacties zijn er op dit moment 625 voldaan.

In 2003 heeft de rechter 140 veroordelingen uitgesproken en vijf schuldigverklaringen zonder oplegging van straf. In vier gevallen volgde vrijspraak. In 2004 zijn tot nu toe 12 verdachten veroordeeld. In het overgrote deel van de uitgebrachte dagvaardingen is nog geen uitspraak gedaan.

Georganiseerd karakter c.q. het bestaan van 'criminele netwerken'

Uit onderzoek over de periode 1996 tot en met 2000 is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn dat er bij de illegale handel in bedreigde dier- en plantensoorten vermenging plaatsvindt met andere vormen van zwaardere criminaliteit. De beeldvorming als zou er sprake zijn van georganiseerde criminaliteit en verwevenheid met drugscriminaliteit werd destijds weerlegd.

Over de jaren 2003 en 2004 (tot op heden) is in 5 van de 1314 gevallen van overtreding van artikel 13 lid 1 Flora- en faunawet tevens overtreding van artikel 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht ten laste gelegd (deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven). Het Openbaar Ministerie heeft voor al deze feiten gedagvaard.

Onderzoek naar georganiseerde verbanden is ook onderdeel van een nog in conceptstatus verkerende tactische analyse van 'groene milieucriminaliteit'. Daarin is alle informatie vervat die er nu jegens personen en bedrijven op dit vlak bekend is. Deze informatie kan echter vanwege de herleidbaarheid tot verdachten niet worden verstrekt gezien de schade die dat zal toebrengen aan opsporingsbelangen.

Ad 5)

Over ondersteuning van programma's t.a.v. bestrijding van illegale ivoorhandel, olifanten en wildbeheer in Afrika heb ik met mijn collega voor Ontwikkelingssamenwerking contact gehad. Samenwerking bij het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit, zeker in de Afrikaanse regio en op gebied van handel, is zeer belangrijk. Het Beleidsprogramma Biodiversiteit Internationaal is hiervoor het kader. Ondersteuning van programma's op dit terrein, voor zover het armoedebestrijding betreft en waarbij de lokale bevolking nauw is betrokken, wordt positief tegemoet getreden.

Ad 6)

Ik ben met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nagegaan in hoeverre de handel in levende dieren door de Chinese medicijnkunst wordt beïnvloed. Uit de media zou blijken dat stoffen van beschermde diersoorten in verhoogde mate de grens over komen.

De AID heeft in samenwerking met politie en Douane een zeer actieve communicatie gepleegd in de richting van handelaren in traditionele Chinese medicijnen (TCM) over de geldende regelgeving. Om doelgroepen meer bewust te maken van het beschermingsregime heeft LNV, in samenwerking met het WNF, in 2002 een tweetal brochures (in de Nederlandse, Engelse en de Chinese taal) ontwikkeld en verspreid onder alle bekende handelaren en therapeuten (recept voorschrijvers) in Nederland, maar ook daarbuiten. Daarnaast is een drietal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd in 2000, 2002 en 2003. Wie geen gehoor gaf aan de uitnodiging in 2000 is als eerste gecontroleerd binnen een daaropvolgend grootschalig controleproject. In de periode 2000 - 2003 heeft de AID zich ingezet voor versterking van het kennisniveau van de Douane (Rotterdam en Hoofddorp). Internationaal ondersteunt de AID zusterdiensten met haar expertise. De Douane controleert structureel bij EU invoerlocaties met ondersteunende expertise van de AID. De AID controleert steekproefsgewijs en/of gericht in het binnenland.
De bemoeienis van VWS met Traditionele Chinese Medicijnen betreft uiteraard vooral de volksgezondheid.
Over de invloed van de handel in Chinese medicijnen op de handel in beschermde levende dieren is in zijn algemeenheid weinig bekend. Alleen van de bekende soorten, zoals neushoorn en tijger, is bekend dat deze zich inmiddels in Azië enigszins herstellen als gevolg van intensivering van de inspanningen ter bescherming van soort en leefgebied.

Ad 7)

De uitkomsten van de werkconferentie van 11 oktober 2004 over toekomstig beleid voor gezelschapsdieren en eenieders verantwoordelijkheid voor gezondheid en welzijn van deze dieren heb ik bij brief van 11 november jl. aan uw Kamer doen toekomen.

Ad 8)

Het verslag van de CITES-conferentie in Bangkok heb ik bij brief van
12 november jl. (kenmerk: DN. 2004/3261) aan uw Kamer doen toekomen.

Ad 9)

De ICW-bijeenkomst heeft inmiddels plaatsgevonden op 29 november jl. Per brief van 24 november jl. (kenmerk: DN. 2004/3599) heb ik u van mijn inzet aldaar op de hoogte gebracht.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman