Ingezonden persbericht


Persbericht

Maatschappelijke consultatie profiel van de regio Holland Rijnland

Holland Rijnland inspireert tot ontdekkingen

Regio Holland Rijnland nodigt maatschappelijke organisaties en bewoners uit om haar wensen m.b.t. het profiel van de regio kenbaar te maken.

Holland Rijnland inspireert tot ontdekkingen! Vindt u dat ook? Of denkt u daar anders over? Reageer dan op het profiel van de regio en laat ons weten hoe het door u gewenste profiel van de regio er uit ziet.

In het profiel van de regio komen de kenmerken van de regio tot uitdrukking die ons uniek maken en onderscheiden van anderen. Het is belangrijk om ons als regio te profileren. Om richting te geven aan toekomstige ontwikkelingen, om concurrerend te zijn en om een gevoel van saamhorigheid te hebben.

Op 19 januari 2005 vond de Startbijeenkomst Profiel van regio Holland Rijnland plaats in Leiden. Hier stonden vragen centraal als: Waar willen we met de regio naartoe? Welke keuzes moeten we daarvoor maken? Waarin is de regio Holland Rijnland uniek? Hoe kunnen we onze ambities waarmaken? De discussie over het profiel moet uitmonden in een structuurvisie voor de regio. Hiervoor moet je eerst helderheid hebben over waar je naartoe wilt. Overheden kunnen alleen effectief beleid voeren als dat maatschappelijk gedragen wordt. Daarom nodigen wij maatschappelijke organisaties, bedrijven en bewoners nadrukkelijk uit te reageren.

Voor de startnotitie met de eerste aanzet voor het profiel van de regio is bestaand beleid en visies op verschillende niveaus als uitgangspunt genomen. Zij roept vragen op over de aparte aandachtsgebieden van de regio, de groen-blauwe onderlegger als uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkelingen, de positie van Holland Rijnland binnen de Randstad, en de kenmerken die Holland Rijnland tot een aantrekkelijk gebied maken om te wonen, te werken of om een bedrijf te vestigen en welke type voorzieningen in de regio aanwezig zouden moeten zijn.

Op deze eerste aanzet kunt u reageren, maar wij raden u ook aan om zich te laten inspireren door de film " Holland Rijnland inspireert tot ontdekkingen" en de foto's van regiobewoners die in hun portret hun ambitie uitdragen die kenmerkend zou mogen passen in het profiel van deze regio. De notitie, de film en de portretten kunt u vinden op onze website: www.hollandrijnland.net/Algemeen/wat_gaat_Holland_Rijnland-doen/profiel-van_de_regio

Uit de inzendingen kiezen wij de reactie die de beste bijdrage levert aan het profiel voor de regio. Uit de inzendingen kiezen wij de reacties die de beste bijdrage levert aan het profiel voor de regio. De drie beste inzendingen winnen een rondvlucht met een zweefvliegtuig waarmee zij nog eens hun visie op de regio kunnen ervaren.

Stuur uw reactie schriftelijke of per e-mail, vóór 15 maart 2005, onder vermelding van 'reactie op profiel van de regio' . Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
t.a.v. stafbureau / profiel van de regio
Postbus 87
2160 AB Lisse
of email: stafbureau@hollandrijnland.net

Uw reacties zullen wij verzamelen en verwerken in een nieuw voorstel voor het profiel van de regio. De terugkoppeling zullen wij geven op de regiomanifestatie op 1 april 2005. Hier vindt ook de prijsuitreiking plaats. U ontvangt hiervoor een uitnodiging. Het profiel dat met uw reacties zal worden aangevuld en verfijnt zal na 1 april worden voorgelegd aan de raadsleden en de colleges van B&W van de regiogemeenten.

De agenda en stukken van de vergadering van het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland worden eind februari openbaar gemaakt op de website van Holland Rijnland of zijn in te zien op het gemeentehuis van uw gemeente.


---- --
Profiel van de regio, eerste aanzet en vragen.
Het profiel van de regio is de eerste aanzet naar een structuurvisie. De structuurvisie zal de samenhang tussen de drie grote deelgebieden van de regio: bollen, kust, stedelijk gebied en veenweidegebied verbeteren. In het profiel is het nadrukkelijk niet de bedoeling om elke bijzonderheid van gemeenten een plek te geven. Het gaat juist om de eigen positie van de regio en datgene wat de regio onderscheidt van anderen.

Vraag 1: Welke aparte aandachtsgebieden kent de regio? Regio Holland Rijnland bestaat uit de gemeenten Alkemade, Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Sassenheim, Voorhout, Warmond, Zoeterwoude, Leiden, Leiderdorp, Rijnsburg, Valkenburg, Katwijk, Voorschoten en Oegstgeest. De regio wordt begrensd door het Groene Hart aan de oostzijde, de ecologische zone richting Wassenaar aan de zuidkant en de provinciegrens aan de noordkant. De westkant van de regio wordt begrensd door de Noordzee. De regio wordt doorsneden door de Rijn, de Rijkswegen A4 en A44 en de spoorlijnen tussen Leiden en Haarlem en Leiden-Schiphol. Soms fungeren deze snijlijnen als aders waarlangs bedrijvigheid en bebouwing zich heeft ontwikkeld. Soms vormen ze juist een belemmering en zijn het lijnen die verschillende gebieden van elkaar scheiden.

Bij het ontwikkelen van een profiel van de regio zal in de eerste plaats naar de regio zelf gekeken worden. De afzonderlijke gemeenten en de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende delen van de regio. Dit is het plangebied voor de structuurvisie. Het onderzoeksgebied is groter en specifieker. Hierin moet ook tot uitdrukking komen waarin de regio zich onderscheidt en waarin haar concurrerende kracht ligt. Wat is het onderzoeksgebied voor het profiel van de regio en welke apart aandachtsgebieden zijn er?

Binnen de regio onderscheiden de As Leiden-Katwijk (Leiden, Leiderdorp, Rijnsburg, Valkenburg, Katwijk, Voorschoten en Oegstgeest) de Greenport-/Bollenstreekgemeenten (Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Sassenheim, Voorhout, Alkemade, Rijnsburg en Valkenburg) en de gemeenten die behoren bij het Groene Hart (Alkemade, Warmond, Zoeterwoude), zich als aparte aandachtsgebieden. Voor de positionering van de regio is het belangrijk te kijken naar de specifieke positie binnen het geheel van de Randstad. Voor woningbouw en infrastructuur ligt een vergelijking met direct aangrenzende regio's voor de hand. Hoe onderscheiden de woonmilieus van de regio zich binnen de Randstad en hoe kan dat verder worden versterkt? Dit geldt ook voor werkgelegenheid en arbeidsmarkt. Voor de onderbouwing van de keuze voor economische speerpunten als Life-science, ruimtevaart en agrarisch cluster (waaronder innovatieve ontwikkelingen in het bollencomplex), zal ook naar andere regio's gekeken moeten worden om het onderscheidend vermogen van de regio te bepalen. Hoe onderscheidt de bollenteelt in de regio Holland Rijnland zich van die in de Kop van Noord-Holland of de bollenteelt in Drenthe? Wat is de positie van het cluster rond veiling Flora ten opzichte van andere belangrijke bloemendistributiesystemen? Hoe ontwikkelt het cluster Life-science Leiden zich ten opzichte van een beginnende cluster in Groningen of life-science bedrijvigheid in Limburg? Wat betekenen de investeringsimpulsen in de biotechnologie in Azië voor de ontwikkeling van Life-science in Europa en Nederland? Op deze manier zal de regio per kenmerk waarmee zij zich op positieve wijze denkt te kunnen onderscheiden moeten bepalen hoe dat kan worden behouden dan wel versterkt. Welke ontwikkelingen in de omgeving van de regio zijn voor de ontwikkeling van de regio zelf belangrijk? Visies en plannen van hogere overheden en aanpalende regio's wegen mee als kader voor de ontwikkeling van de regio.

Vraag 2: Wat betekent de groen-blauwe onderlegger als leidend uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkelingen? Holland Rijnland is een regio met bijzondere kwaliteiten. Om de kwaliteit van de omgeving te waarborgen is in het Programma van Afspraken gekozen voor natuur- en landschapswaarden als uitgangspunt voor verdere ruimtelijke ontwikkelingen; de zgn. groen-blauwe onderlegger. De stedelijke structuur zal zodanig worden uitgebouwd, dat zij op een harmonieuze wijze wordt afgewisseld met natuur- en landschapsgebieden. Het gebied wordt hierdoor voor recreanten en toeristen aantrekkelijk, bereikbaar en toegankelijk. De cultuurhistorie, zowel in de stad als in het landelijk gebied hebben een bijzonder plek en de waarden hiervan zullen worden ingebed in ruimtelijke plannen.

Met de strategiekaart voor de groenblauwe onderlaag wordt elke nieuwe ingreep in het landschap gewogen op de gevolgen voor water en milieu, landschap en cultuurhistorisch erfgoed. Zo is de groenblauwe onderlegger leidend voor ingrepen in het landschap. Welke initiatieven kunnen worden ondernomen om het gebruik van groen-blauwe functies, zoals de Oude Rijn-oevers of het veenweidegebied, te behouden of te versterken? Betekent "leidend voor ruimtelijke ontwikkeling" dat groene functies als parken en natuurgebieden onvoorwaardelijk moeten worden behouden of is gecombineerd ruimtegebruik - mits zorgvuldig ingepast - ook mogelijk? Hoe wordt bijvoorbeeld de woningopgave afgewogen tegen het behoud van open, groene plekken in verstedelijkt gebied? Welke landgoederen en agrarische natuurgebieden zouden dienst kunnen doen als recreatiegebied, en hoe wordt dat bereikt? Welke groene en blauwe delen van de regio lenen zich voor recreatie, en welke delen moeten vanwege de ecologische waarde ervan juist beschermd worden? Welke natuurgebieden, landschappen en cultuurhistorisch erfgoed bepalen het gezicht van de regio? Welke eisen en beperkingen brengen waterbeheersing met zich mee? Hoe verhoudt het belang en de toekomst van de agrarische sector zich tot de openheid en de natuurfuncties van het landschap? Uitgaande van wat er nu is (de lagenbenadering); welke ontwikkelingen zijn dan (on)mogelijk?

Vraag 3: Wat maakt Holland Rijnland tot een aantrekkelijk gebied om te wonen? De bevolking in Holland Rijnland is in de afgelopen vijf jaar met 1,6% gegroeid tot bijna 390.000 mensen. De regio is onderdeel van de dichtbevolkte Zuidvleugel. Binnen de regio zijn er echter grote verschillen in bevolkingsdichtheid. Dichtbevolkte steden en dorpen als Leiden, Leiderdorp en Katwijk worden afgewisseld met rustige dorpen als Zoeterwoude, Alkemade en Valkenburg. De afwisseling en veelzijdigheid maken deel uit van het unieke karakter van de regio.

De samenstelling van de bevolking zal de komende jaren veranderen. Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, maar ook keuzes in de structuurvisie bepalen hoe bijvoorbeeld het aandeel beroepsbevolking zich ten opzichte van jongeren en ouderen voor de verschillende delen in de regio zich ontwikkeld. De As Leiden-Katwijk heeft nu al in verhouding tot het noord-oostelijk deel van de regio een groter aandeel beroepsbevolking. De keuze voor het type woningbouw en de bijbehorende voorzieningen bepalen de aantrekkingkracht van het gebied op de doelgroep. Een groot aandeel van de internationale stafmedewerkers van ESA/Estec kiezen er bijvoorbeeld voor om in Den Haag te wonen vanwege de aanwezigheid van internationale scholen voor hun kinderen. De variatie aan recreatieve mogelijkheden en het landschappelijke karakter bepalen voor een belangrijk deel de kwaliteit van de woonomgeving. Hierbij is er een spanning tussen het dorpskarakter van veel gemeenten en de verstedelijking. IN het Programma van Afspraken is afgesproken de recreatieve en groen-blauwe verbindingen tussen stad en landelijk gebied, met name die aan de randen van het Groene Hart, te versterken. Het profiel van de regio moet antwoord geven op de vraag in welke woonbehoefte en leefstijlen de regio moet investeren. Hoe onderscheiden de woonmilieus van de regio zich binnen de Randstad en hoe kan dat verder worden versterkt? Welke doelgroepen wil de regio huisvesten en wat betekent dat voor de kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwopgave?

Vraag 4: Welke positie neemt Holland Rijnland in binnen de Randstad? Holland Rijnland is een aantrekkelijk woongebied midden in de Randstad. Om deze kwaliteiten te behouden en uit te bouwen en ruimte te scheppen voor gewenste ontwikkelingen zullen heldere keuzes moeten worden gemaakt in de ruimtelijke ontwikkeling.

De ligging van regio Holland Rijnland, midden tussen de bedrijvigheid van de Randstad, maakt dat het een aantrekkelijk gebied is om te wonen. Maar ook voor de bedrijven en voorzieningen in de regio kan het voordeel van de ligging tussen de grote steden van de Randstad een voordeel zijn. Welke rol of positie wil de regio vervullen in de Randstad? Waarmee worden de voordelen van de ligging in de Randstad benut en waarmee onderscheidt de regio zich ten opzichte van de andere regio's binnen de Randstad. Wat is de invloed van de omgeving op het profiel van Holland Rijnland? In hoeverre kan de regio ontwikkelingen zelf beïnvloeden en in hoeverre is het regioprofiel afhankelijk van omgevingsfactoren?

Vraag 5: Wat maakt Holland Rijnland tot een aantrekkelijk gebied om te werken? De centrale ligging van de regio maakt dat de uitgaande pendel hoog is. Vooral de hoger opgeleide inwoners van Holland Rijnland werken voor een groot deel buiten de regio, Schiphol, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

Onderzoek naar de arbeidsmarkt in de regio Rijnstreek (RPA Rijn Gouwe 2001) vermeldt dat de Rijnstreek naar Randstad-maatstaven een vrij geringe verstedelijkingsgraad en werkgelegenheidsdichtheid kent. "De werkloosheid is in vergelijking met andere regio's relatief laag. De krapte op de regionale arbeidsmarkt, de slechte bereikbaarheid ten gevolge van filevorming en het gebrek aan uitbreidings- en vestigingsmogelijkheden voor bedrijven beperken de economische groei in de Rijnstreek". Hoeveel werkgelegenheid en welk type werkgelegenheid wil de regio extra stimuleren of accommoderen? Moet het arbeidsmarktbeleid van de regio gericht zijn op de werkgelegenheid voor de eigen beroepsbevolking? Met andere woorden: moet de uitgaande pendel met investeringen in eigen werkgelegenheid omlaag worden gebracht of is er niets mis met de het faciliteren van de woonfunctie voor de werknemers van omliggende regio's? Welke gevolgen hebben investeringen in de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden voor de onderkant van de arbeidsmarkt? Hoe ziet de regionale werkgelegenheid er uit wanneer deze in evenwicht is met het opleidingsniveau van de regionale beroepsbevolking? Welke knelpunten met betrekking tot bereikbaarheid vragen om een oplossing?

Vraag 6: Wat maakt Holland Rijnland tot een aantrekkelijk gebied om een bedrijf te vestigen? Holland Rijnland onderscheidt zich binnen de kenniseconomie met de aanwezigheid van een sterke vertegenwoordiging in de sectoren Life-science, Ruimtevaart en bollencluster, die samen met het glascluster rond Rijnsburg is aangewezen als Greenport. De sterke ontwikkeling van deze bedrijfstakken in Holland Rijnland zijn mede bepaald door de strategische ligging en de aanwezigheid van samenwerkingpartners, zoals de Universiteit Leiden binnen de regio, maar ook Universiteit Delft en universiteit Wageningen buiten de regio.

Voor de economische ontwikkeling van deze sectoren is het belangrijk dat de regio ruimte biedt voor groei en uitbreiding van deze bedrijven. Daarmee creëert de regio ook kansen om de hoger opgeleide kenniswerker aan zich te binden. De aanwezigheid van hoogwaardige bedrijvigheid maken van Holland Rijnland een inspirerende regio. Hierdoor zullen verwante bedrijven aangetrokken worden om zich in de regio te vestigen. Maar ook jongere inwoners van de regio zien hun toekomstbeeld bepaald door economische vooruitgang. De hoogwaardige bedrijvigheid sluit goed aan bij en stimuleert de van oudsher sterk vertegenwoordigde dienstverlening, logistiek en bouwnijverheid. Het gaat erom een diversiteit aan werkgelegenheid te bieden voor de diversiteit van het arbeidsaanbod in de regio.

Vanuit het oogpunt van de schaarse ruimte is er vooralsnog gekozen voor de economische ontwikkeling van een beperkt aantal sectoren: Life-science, Ruimtevaart en innovatieve ontwikkelingen in het agrarisch cluster. Bestaande bedrijvigheid wordt daarbij van groot belang geacht. Is het mogelijk aan te geven aan welke werkgelegenheid de regio behoefte heeft en richtinggevende kwantitatieve doelstellingen te ontwikkelen? De keuze voor de economische speerpunten moeten er niet toe leiden dat de werkgelegenheid zich te eenzijdig ontwikkeld of dat het regionaal verzorgend bedrijfsleven belemmerd wordt. Het selectief toewijzen van bedrijventerreinen aan bedrijven die deel uitmaken van de economische speerpunten zal daarom niet altijd kunnen opgaan. In hoeverre krijgen bedrijven die deel uitmaken van de economische speerpuntsectoren een voorkeursbehandeling? Zijn de juiste economische speerpunten gekozen? Hoe worden de economische speerpuntsectoren gedefinieerd en afgebakend? Maakt bijvoorbeeld een sector congrestoerisme onderdeel uit van de sectoren Life-science en Ruimtevaart, waar vaak voor wetenschappelijke congressen een behoefte is aan voorzieningen? Welke verbinding is er te leggen tussen de ontwikkeling van het bollencomplex en de toeristische sector? Hoe kunnen de economische investeringen in de speerpuntsectoren gebruikt worden, zodanig dat zij voor een bredere doelgroep voordeel opleveren? De revitalisatie van bedrijventerreinen, het belang van de agrarische sector en de ontwikkelingsmogelijkheden van het bollencomplex en die van de glastuinbouw krijgen vragen om aandacht in het Programma van Afspraken.

Vraag 7: Welk type voorzieningen zouden in de regio aanwezig moeten zijn? Om een aantrekkelijk vestigingsklimaat te bieden voor de hoogwaardige bedrijvigheid moet er aandacht zijn voor de eisen die deze bedrijven stellen aan hun omgeving. De ontwikkeling van hoogwaardige woonmilieus en het bieden van een hoogwaardig cultureel aanbod zijn belangrijke vestigingsvoorwaarden voor veel (internationale) ondernemers.

Een regio kan haar kwalitatieve uitstraling vergroten door het bieden van een hoogwaardig cultureel aanbod en een hoogwaardig aanbod aan voorzieningen. Weliswaar gaat het hier nadrukkelijk om gemeentelijke voorzieningen, maar het is goed daar op regionale schaal beeld van te hebben en te bezien waar regionale afstemming en coördinatie een toegevoegde waarde heeft. Welk type voorzieningen op het gebied van sport, recreatie en cultuur willen de gemeenten in deze regio? Welk aanbod zou de regio in vergelijking tot de regio's Haaglanden en Amsterdam minimaal moeten bieden? Welke culturele voorzieningen zijn het waard om benoemd te worden? In welke (toeristische) voorzieningen, attracties of evenementen kan de regio het beste investeren om de uitstraling voor de regio vergroten en aantrekkelijk te maken voor (congres)toerisme? Welke voorzieningen zijn voor de economische ontwikkeling van de regio van belang (denk bijvoorbeeld aan parkeervoorzieningen).

Vraag 8: Hoe zorgen we voor een optimale bereikbaarheid en ontsluiting van de regio? Voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid geldt dat bereikbaarheid en ontsluiting van de regio, met name in oost-west verbinding, zowel per auto als per openbaar vervoer om drastische verbeteringen vragen. Welke vormen van mobiliteit (te voet, fiets, ov, auto) worden gestimuleerd, welke afgeremd en wat betekent dat voor de leefomgeving?

Welke maatregelen zijn nodig om de regio voldoende bereikbaar te maken en voldoende te ontsluiten? De infrastructuur heeft invloed op ruimtelijke en economische ontwikkelingen en andersom. Welke gevolgen hebben de keuze die gemaakt worden ten aanzien van wonen, economie en werkgelegenheid voor de infrastructuur en andersom? De regio is door zijn compact karakter voor wandelaars en fietsers goed ontsloten, zowel in functioneel als recreatief gebruik. Voor openbaar vervoer en auto is dat beeld meer gedifferentieerd. De ontsluiting in noord-zuid richting is in vele opzichten goed. Via zowel de A4 en A44 zijn Amsterdam, Schiphol, Haarlem en Den Haag goed bereikbaar, al is de A44 in m.n. in zuidelijke richting reeds overbelast. Bovendien ligt Leiden aan een van de drukste intercity-verbindingen van Nederland en zijn de centra van bovengenoemde steden optimaal bereikbaar. De spoorverbinding richting Utrecht is door het deels eensporig karakter niet optimaal maar desondanks de snelste verbinding tussen de stedelijke centra.

Met een grote verstedelijkingsopgave worden problemen, die zich nu al manifesteren, de komende jaren verder pregnant. Een steeds groter knelpunt vormt de oost-westverbinding, vooral in de As Leiden-Katwijk. Zijn de realisatie van de RijnGouweLijn en Rijnlandroute voldoende om deze knelpunten op te lossen? Op welke criteria moet de regio de keuze maken voor een tracé voor de verbinding van de A4 en A44? Wat voor mogelijkheden bieden deze infrastructurele projecten voor verstedelijking, en wat voor keuzes moeten daarin worden gemaakt? Hoe er prioriteiten gesteld moeten worden t.a.v. de financiële middelen en welke rol 'betaald rijden' hierin vervult, zijn vragen die aandacht behoeven bij infrastructurele projecten. Ook de noordelijke oost-west verbinding vraag aandacht.

Vraag 9: Op welke manier biedt het regioprofiel voldoende mogelijkheden voor de verschillende sociale lagen en de sterke sociale structuur in Holland Rijnland? De afwisseling en veelzijdigheid van de regio werden al genoemd als onderdeel van het unieke karakter. In Holland Rijnland komt deze veelzijdigheid ook tot uitdrukking in de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Waar in veel gevallen verstedelijking en economische groei gepaard gaan met schaalvergroting en individualisering kent Holland Rijnland tal van voorbeelden waarbij het de bewoners lukt om oog te houden op en zorg te hebben om elkaar. Ook dit is kenmerkend voor Holland Rijnland.

De regio kent een actief verenigingsleven. Hieruit spreekt een verbondenheid tussen de bewoners. Deze verbondenheid komt ook tot uitdrukking in de betrokkenheid bij kerken en vrijwilligerswerk. De samenhang in de samenleving manifesteert zich veelal op lokaal of dorps- of wijkniveau. Deze sociale netwerken worden binnen de regio ook gebruikt voor het aanpakken van sociale problematiek zoals bijvoorbeeld het inschakelen van religieuze instanties bij het oplossen van alcoholverslaving onder jongeren. Bij discussies over stedelijke ontwikkeling en bebouwing komt het behoud van dorpse kernen en het belang van een kleine overzichtelijke schaal steeds naar voren als een belangrijke waarde. Welke gevolgen hebben de ruimtelijke en economische ontwikkelingen voor de sociale cohesie? Wat zijn voor de regio belangrijke waarden? Wat kan de regio doen om belangrijke waarden in de regio te behouden? Welke gevolgen heeft verstedelijking voor de sociale structuur van de regio. Dit zijn vragen die om antwoord vragen bij het ontwikkelen van een profiel voor de regio.

De komende tijd moet in samenspel met gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven duidelijk worden hoe de verschillende bouwstenen zich tot elkaar verhouden.

Bouw mee aan Holland Rijnland!

Bijlage 1:
Bestaand beleid en visies: Aanzetten op verschillende niveau's

In de afgelopen periode zijn op verschillende niveau's aanzetten geleverd om de positie van de regio in de Randstad en nationaal te versterken.

De regio heeft in de Zuidvleugel een sterke positie gekregen op het gebied van kenniseconomie (Bio/life sciences). Hoogwaardige stedelijke kenniscentra, sterke industriële, logistieke en maritieme functies en een florerende glastuinbouw kenmerken de economie van de Zuidvleugel. Het vermarkten van kennis, de aansluiting op de onderwijsarbeidsmarkt, bereikbaarheid en beschikbaarheid van bedrijfsterrein zijn zwakke plekken voor de Zuidvleugel. De samenhang tussen producten en diensten moet versterkt worden, evenals een internationaal concurrerend vestigingsklimaat voor kennisintensieve bedrijven en een aantrekkelijk woon- en werkmilieu voor hoger opgeleiden.

De infrastructurele verbeteringen die nodig zijn voor de As versterken ook de positie van de Duin- en Bollenstreek, die in de Nota Ruimte als Greenport is aangewezen. De sterke positie voor de regio op het gebied van kenniseconomie is ook opgenomen in de Nota Ruimte. In de Nota Ruimte is ook de gedachte aan een 'Randstadregio' opgenomen. Leiden en de centrale agglomeratie daaromheen is onderdeel van een gebied waar meerdere grote steden met elkaar de kracht vormen om als Nederland in Europa overeind te blijven.

De sterke positie op het gebied van kenniseconomie in combinatie met de bollenstreek als Greenport zoals benoemd in de Zuidvleugel en de Nota Ruimte sluit aan bij het beleid van de regio. In het Pact van Teylingen wordt gekozen voor een vitaal en duurzaam bollencomplex in combinatie met het behouden en verbeteren van het kenmerkende landschap en natuur. In de As Leiden-Katwijk wordt meer ingezet op duurzame bebouwing. Dit contrast geeft richting aan de keuzes waarbij bepaald moet worden welke ontwikkeling waar plaatsvindt. De bollenstreek ontwikkelt zich als Greenport.

De As biedt ruimte aan kenniseconomie en bijbehorende woonmilieus. De noodzaak om voldoende woonruimte te scheppen voor met name jongeren, starters en ouderen vraagt om woningbouw. Daarnaast is er de wens om bijzondere locaties als Landgoederen, de Oude Rijnzone, Valkenburg etc. te benutten voor bijzondere woonmilieus. Zowel de nabijheid van de stad Leiden als de inzet om hoogwaardige bijzondere woonmilieus te realiseren maken de regio aantrekkelijk voor hoogopgeleide kenniswerkers. Behalve een economische, behoudt de open bollenstreek ook haar functie als recreatiegebied. Binnen de bebouwing in de as moet daarom aandacht zijn voor groene tussenliggende gebieden en recreatieve verbindingen met de gebieden rondom de As.

De infrastructurele verbeteringen die in de As worden gerealiseerd dragen ook bij aan de bereikbaarheid van de bollenstreek. Daarbij verbeteren ze de positie van de regio als verbindingsschakel tussen Noord- en Zuid-Holland, de noord- en zuidvleugel van de Randstad en de steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en Schiphol.

In het concept Masterplan Knoop Leiden West wordt het gebied gekenmerkt met twee snelheden. De dynamiek van de hoofdinfrastructuur, de binnenstad van Leiden en het bestaande kenniscluster op Leeuwenhoek, naast de rust van de Oude Rijnoevers, de dorpen Valkenburg en Rijnsburg en de nabijgelegen recreatiegebieden. Deze kenmerken worden als kansen gezien voor de ontwikkeling van hoogwaardige woon- en werkmilieus.

De gemeente Leiden heeft recent de visie 'Leiden, stad van ontdekkingen' ontwikkeld. Zij kiest hierin voor een toekomst als kennisstad waarbij onderwijs en onderzoek op alle niveaus een belangrijke plaats innemen naast de kwaliteiten van de stad; een aantrekkelijk historisch centrum, een prettige leefomgeving, comfortabele woningen en goede voorzieningen. Leiden en de regio moeten hierin nauw samenwerken om de ambities te kunnen verwezenlijken.

In diverse gemeenten zijn recent visies ontwikkeld of lopen er trajecten in verband met komende fusies. o KRV-gemeente profielschets 'Trots op traditie, oog voor vernieuwing' o Plaats met uitzicht, Concept meerjaren ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2005-2009 Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg o Bouwstenen voor de toekomst van de gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond o Ontwerp-bestemmingsplan buitengebied Noordwijkerhout o Toekomstvisie Noordwijk 2025
o Alkemade ruimt gezien, structuurvisie 2020
o Toekomstvisie Leiderdorp, Naar een ambitieuze toekomst o Ontwerp-Structuurvisie Oegstgeest
o Pact van Duivenvoorde (Voorschoten, Leidschendam/Voorburg, Wassenaar) o Toekomstbepaling Zoeterwoude
o Transformatievisie Oude Rijnzone
o Stellingen uit het afscheidssymposium 'Rijnland Raakt je' o Leiden-Life Meets Science, Meerjaren Actieprogramma o Ontwikkelingsvisie Leiden
o Structuurvisie Voorschoten
o Transformatievisie Alkemade

De As Leiden-Katwijk raakt Zoeterwoude aan de oostzijde. De economische zone van Zoeterwoude is geconcentreerd in de strook tussen Rijn en Rail. Een strook die direct grenst aan het knooppunt A4/N11. Hier wordt een bijdrage geleverd aan de behoeften aan bedrijfsterrein in de regio en worden arbeidsplaatsen voor de inwoners van de regio geboden. Als onderdeel van het Groene Hart, met op haar grondgebied open veenweidegebieden van unieke cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit neemt Zoeterwoude daarnaast een belangrijke positie in als verbinding tussen de stedelijke bebouwing en de behoefte aan recreatiegebied, natuur en groen.

Alkemade voorziet door de aanwezigheid van water en uniek landschap in een regionale recreatiebehoefte. Het veenweidelandschap wordt veel benut door de fietser, wandelaar en ruiter en de plassen zijn intrek bij de waterrecreant. Alkemade stelt zelf in haar structuurvisie dat er in Alkemade Oost ruimte is voor revitalisering, ontwikkeling en verstedelijking, terwijl de primaire doelstelling voor Alkemade West het behoud van het groene karakter van het gebied en de daarin gelegen dorpen. Daarnaast maakt Alkemade in haar structuurvisie keuzes m.b.t. glastuinbouw, wonen en werken. Deze worden in het profiel van de regio buiten beschouwing gelaten. Het behoud van het groene karakter (met landbouw als drager) en de bereikbaarheid ervan voor de recreant uit het dichter bevolkte gebied worden gebruikt voor de profilering van de regio.

Oegstgeest wenst haar rustige en dorpse woonomgeving te behouden, zowel in ruimtelijk als in sociaal opzicht. Het vele groen in de openbare en private ruimte wordt als één van de belangrijkste kwaliteiten van Oegstgeest genoemd. Met de uitbreidingswijken Rijnfront en Poelgeest krijgt Oegstgeest er binnen korte tijd ruim 20% woningen bij. Daarmee voorziet Oegstgeest voor een groot deel in de regionale woningvraag en vervult een belangrijke plek binnen de regio en het gevarieerde aanbod aan vestigingsmilieus. Voor de profilering van de regio biedt de visie van Oegstgeest geen onderscheidende kenmerken.

Leiderdorp positioneert zich als woongemeente, met een eigen dorpscentrum, kwalitatief goede woningen en een aantrekkelijk woonklimaat voor verschillende groepen bewoners, grote sociale veiligheid en kwaliteit van groen en speelvoorzieningen. Leiderdorp grenst daarbij aan het groene hart, maar is ook door haar ligging aan de A4 uitstekend bereikbaar. Leiderdorp richt zich niet op het realiseren van woningbouwlocaties, maar vooral op de versterking van de kwaliteit van het wonen. Voor het profiel van de regio is de bereikbaarheid van het groene gebied rond het dichter bevolkte gebied van belang.

In het Pact van Duivenvoorde zijn tussen de gemeenten Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar afspraken gemaakt het landschappelijke karakter en de cultuurhistorische kenmerken van het gezamenlijke buitengebied tussen Den Haag en Leiden te behouden en te versterken. Voor het profiel van de regio is het van belang om dit groene gebied als aantrekkelijk recreatiegebied te erkennen en aandacht te hebben voor de bereikbaarheid ervan voor de recreant vanuit het dichter bevolkte gebied. Voorschoten vormt een corridor tussen de regio en Haaglanden.

De gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond stellen in hun gezamenlijke visie dat de afzonderlijke kernen behouden blijven, terwijl de open ruimte tussen de kernen beschermt wordt . De gemeente zet zich in voor het aantrekken en behouden van innovatieve en toeleverende bedrijvigheid op het gebied van bollenteelt. Toerisme en recreatie is belangrijk en de Kagerplas biedt daarvoor mogelijkheden.

Noordwijkerhout stelt in haar ontwerp bestemmingsplan Buitengebied dat de bloembollenteelt en de daaraan gerelateerde bedrijvigheid (het bollencomplex) voor de gemeente een belangrijke economische functie hebben. En de bloeiende bollenvelden zijn elk voorjaar een grote toeristische trekpleister. Het behoud van het bollenareaal en een vitaal bollencomplex staan daarom centraal in de beleidsvisie van Noordwijkerhout. Ook voor Lisse heeft het bollencomplex een belangrijke toeristische functie.

In het project 'Verbetering Ruimtelijke Kwaliteit Oude Rijnzone' dat is opgestart door de provincie Zuid-Holland wordt de bijzondere cultuurhistorische en landschappelijke betekenis van de Oude Rijn onderkent. Voor het profiel van de regio biedt dit project aanknopingspunten om gebruik te maken van de doelstellingen een evenwichtiger beeld te bereiken in het westelijk deel van de Oude Rijn. In het profiel wordt de Oude Rijn gezien als een gebied met de potentie om een culturele dimensie aan de regio toe te voegen door te verwijzen naar de cultuurhistorie en structuurlijn. De Rijn begrensde ooit de noordgrens van het Romeinse Rijk (de Limes) en lange tijd vormde de Oude Rijn een belangrijke structuurlijn waar alle ontwikkelingen op waren georiënteerd. De geschiedenis biedt inspiratie om de Oude Rijn te benutten voor de ontwikkeling van bijzondere woonmilieus en een aantrekkelijk recreatiegebied. Bovendien biedt de Oude Rijn mogelijkheden om Katwijk aan zee met Leiden te verbinden.

Noordwijk wil een aantrekkelijke verblijfsplaats zijn, zowel voor bewoners als voor bezoekers, die zich qua uitstraling en beleving onderscheidt van andere plaatsen aan de Noordzeekust: ingetogen, stijlvol en charmant. Noordwijk kiest voor kwalitatieve groei. Anno 2025 staat Noordwijk nationaal en internationaal bekend als een attractieve verblijfsplaats waar mensen komen voor rust en ruimte, ontspanning of een bezielde ontmoeting. Kunst en cultuur nemen een bijzondere plek in. Noordwijk biedt een keur aan congres- , verblijfs- en dagtoeristische mogelijkheden. Noordwijk kent een karakteristieke beeldkwaliteit en architectonische uitstraling. Kleine en arbeidsintensieve bedrijvigheid zijn ingepast in de omgeving. Ruimtevaart en kennis hebben van Noordwijk een bekende broedplaats van kleine innovatieve bedrijven gemaakt. De visie van Noordwijk sluit goed aan bij het profiel van de regio waar de behoefte aan cultureel en kunstaanbod en een kustplaats met bijzondere uitstraling ertoe bijdragen dat werknemers van kennisinstellingen op het gebied ruimtevaart en life-science zich willen binden aan de regio.

In bestaand beleid zijn afspraken gemaakt en doelstellingen geformuleerd die de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het profiel van de regio vormen. In het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek, het Landschapsbeleidsplan Leidse Regio en Warmond en het "Masterplan aaneenschakelen landgoederen" bevatten doelen voor de groenblauwe en cultuurhistorische regio. In "Bouwstenen voor een regionaal woonbeleid in de regio Holland Rijnland" zijn gebiedsprofielen voor de regio Holland Rijnland geformuleerd. De economische speerpunten van de regio zijn onderdeel van het economisch programma Holland Rijnland.

De regio lijkt het eens te zijn over de gewenste ontwikkelingsrichting. Hierin zullen uiteindelijk bij de uitwerking wel belangtegenstellingen naar voren komen, maar de globale lijnen wijzen in dezelfde richting. Bijlage 2:
Cijfermatige onderbouwing

Regio Holland Rijnland ligt in het noordwesten van de provincie Zuid-Holland. Gemiddeld wonen er op een km2 land in Zuid-Holland 1.220 mensen en in Nederland 480 mensen. In Holland Rijnland ligt dit gemiddelde op 1767 mensen per km2. Leiden spant in onze regio de kroon met 5397 mensen per km2 land, terwijl dit getal in Zoeterwoude uitkomt op 401. Binnen de regio zijn grote verschillen in de bevolkingsdichtheid en woningdichtheid. Het zuidwestelijk deel is vergeleken met het noordoostelijk deel van de regio veel dichter bevolkt en kent qua leeftijdsopbouw een groter deel aan beroepsbevolking.

De bevolking in regio Holland Rijnland is in vijf jaar gegroeid tot bijna 390.000 mensen. Ten opzichte van 1999 betekent dat een toename van 1,6%. De gemeente Voorhout liet relatief gezien de grootste stijging zien van bijna 16%. In Warmond nam het aantal inwoners af met 6%.

De gemiddelde leeftijd per gemeente in Holland Rijnland loopt sterk uiteen. In Warmond zijn de mensen gemiddeld 42 jaar, terwijl in Voorhout de inwoners gemiddeld niet ouder zijn dan 35 jaar. Het gemiddelde huishoudensgrootte in Holland Rijnland was in 2003 2,5 personen. In de gemeente Leiden bevindt zich per huishouden genomen het minst aantal personen in Holland Rijnland. Met name in Voorhout, Alkemade, Zoeterwoude, Rijnsburg, Valkenburg en Katwijk is het aantal personen per huishouden hoog. In de gemeenten Leiden is het percentage eenpersoonshuishoudens het grootst vergeleken met de regio. Het percentage huishoudens met kinderen is het grootst in de gemeenten Alkemade, Zoeterwoude, Voorhout, Valkenburg en Rijnsburg.

De woningvoorraad in Holland Rijnland is de afgelopen vijf jaar gestegen met 2,8% tot 157.605 woningen op 1 januari 2004. Het aantal woningen groeide snel in onder andere Katwijk, Rijnsburg en Voorhout. In de gemeente Leiden is de gemiddelde woningbezetting het laagst in Holland Rijnland. Hier wonen veel één en tweepersoonshuishoudens. In Voorhout en Rijnsburg, waar zich relatief veel gezinnen met kinderen bevinden, komt het gemiddeld aantal inwoners per woning uit op bijna 2,8.

Vanaf het jaar 1991 zijn in Holland Rijnland bijna 20.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd, waarvan 65% eengezinswoningen. Driekwart deel van alle opgeleverde nieuwbouwwoningen vanaf 1991 in Holland Rijnland bestond uit koopwoningen. In veel kleinere gemeenten worden vaak alleen nog maar koopwoningen opgeleverd. Hierdoor is het voor jongeren moeilijk om aan zelfstandige woonruimte te komen.

Noordwijk is de enige gemeente in Zuid-Holland waar meer dan de helft van de totale oppervlakte bestaat uit bossen, parken en plantsoenen. De gemeenten Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse, Voorhout, Warmond, Alkemade en Zoeterwoude onderscheiden zich door het hoge percentage cultuurgrond die met land- en tuinbouw te maken heeft. De gemeenten Katwijk, Sassenheim, Rijnsburg, Oegstgeest, Leiden, Voorschoten, Leiderdorp en onderscheiden zich door het hoge percentage verstedelijkt gebied of woongebied. De gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Sassenheim, en Leiden onderscheiden zich door het hoge percentage bedrijventerreinen. Bedrijventerreinen zijn van groot belang voor de werkgelegenheid.

De rijkswegen A4, A44 en N11? worden intensief gebruikt. Op een groot deel van het rijkswegennet is een groei van de intensiteiten waar te nemen die groter is dan 15% over de laatste vijf jaar (gemiddeld meer dan 3% per jaar) Op delen van de A4 en bij de aansluiting van de N11 op de A4 worden grote toenames geconstateerd. Op de provinciale wegen den N206 bij Katwijk en Noordwijk en de N208 bij Lisse vertonen een groei die aandacht vraagt. In de avondspits stromen de wegen rond Leiden vol en staat het verkeer stil.

Op een gemiddelde werkdag wordt het traject Leiden - Den Haag van de Nederlandse Spoorwegen intensief gebruikt. Hier reizen dan gemiddeld 60.000 reiziger of meer per werkdag. Richting Schiphol ligt dit aantal tussen de 40.000 en 60.000, richting Haarlem tussen 20.000 en 40.000 en richting Alphen aan den Rijn minder dan 20.000.

De ontwikkeling van het aantal banen laat in Holland Rijnland in de periode 1998-2003 per gemeenten geen eenduidig beeld zien. Zo laat de gemeente Warmond een afname zien, terwijl in Rijnsburg, Valkenburg, Sassenheim, Alkemade en Leiderdorp sprake is van een stijging van 20 tot 40%.

Het aantal ingeschrevenen van niet-werkende werkzoekenden bij de arbeidsbureau's (CWI's) beslaan vooral bij de grotere gemeente Leiden meer dan 7% van de beroepsbevolking. Vergeleken met de percentages die de andere grote gemeenten in Zuid-Holland laten zien is dit percentage laag.

Ruim 16.200 mensen pendelen vanuit Holland Rijnland naar de agglomeratie 's-Gravenhage en 3.300 mensen pendelen naar Rijnmond. De pendelstroom vanuit Holland Rijnland laat een groei zien van 20,5% naar agglomeratie 's-Gravenhage en 46,9% naar Rijnmond. Gemiddeld genomen zijn pendelaars iets hoger opgeleid dan mensen die binnen hun eigen regio werkzaam zijn.

Gemeenten zoals Katwijk, Leiden en Alkemade hebben een duidelijke functie als werkgemeente voor hun eigen bevolking. Daarentegen zijn Valkenburg, Leiderdorp en Zoeterwoude echte pendelgemeenten waar het werkgelegenheidsaandeel van de inkomende pendel meer dan 70% is.

De leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking varieert per gemeente. In de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Katwijk en Rijnsburg starten de inwoners relatief jong met werken. Het aandeel beroepsbevolking in de leeftijdscategorie 15 tot 24 jaar is hier relatief hoog. In Sassenheim, Leiderdorp en Voorschoten is de bruto participatie beroepsbevolking onder jongeren het laagst. Opvallend is, dat het aandeel inwoners dat in de gemeenten Hillegom, Noordwijk en Katwijk waar mensen jong beginnen met werken, ook het aandeel beroepsbevolking in de leeftijdscategorie 55 tot 65 jaar laag is. Het lage aandeel beroepsbevolking in de gemeente Noordwijkerhout wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de aanwezige zorginstellingen en het aandeel bewoners hiervan. Ook Voorschoten kent veel ouderen boven de 55 jaar die niet tot de beroepsbevolking gerekend worden.

Het aandeel vrouwen dat tot de beroepsbevolking wordt gerekend is het hoogst in Leiden. Opvallend is de grote participatie van vrouwen in de beroepsbevolking in Noordwijkerhout. Mogelijk weer mede veroorzaakt door de aanwezige verzorgingsinstellingen, waar veel vrouwen hun beroep uitoefenen. Voorhout, Noordwijk, Katwijk en Voorschoten kennen een relatief lage bruto participatie beroepsbevolking van vrouwen.

Het gemiddeld opleidingsniveau in de gemeenten die gerekend worden tot de Duin- en bollenstreek is redelijk consistent. Een kwart van de beroepsbevolking heeft een hoger opleidingsniveau, 45% een middelbaar opleidingsniveau en 31% een lager opleidingsniveau. In de As Leiden-Katwijk zijn de verschillen tussen de afzonderlijke gemeenten groot. In Katwijk en Rijnsburg heeft ruim 40% een lager opleidingsniveau, nog eens 43% een middelbaar opleidingsniveau en slechts 17% een hoger opleidingsniveau. Opvallend hierbij is, dat de vrouwen een gemiddeld hoger opleidingsniveau hebben dan de mannen (dit komt overeen met het landelijk beeld, maar de verschillen in Katwijk en Rijnsburg zijn groter (14 t.o. 20%). Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Voorschoten heeft slechts 18% een lager opleidingsniveau, rond de 34% een middelbaar opleidingsniveau en bijna de helft een hoger opleidingsniveau.

Het gemiddeld inkomensniveau van de inwoners in de regio laten eenzelfde beeld zien als bij het opleidingsniveau. Tussen de gemeenten in de Duin- en bollenstreek zijn de verschillen niet zo groot. In Alkemade en Zoeterwoude hebben de inwoners een vergelijkbaar inkomensniveau als in de Duin- en bollenstreek; rond de 11.500 of 12.000 Euro besteedbaar inkomen per inwoner. In de As Leiden-Katwijk zitten de grote verschillen. Het inkomensniveau van de inwoners van de KRV gemeenten is het laagst (rond 10.300 Euro per inwoner. In Leiderdorp, Oegstgeest en Voorschoten hebben de inwoners gemiddeld 3000 Euro meer te besteden.

In Holland Rijnland zijn relatief veel bedrijven te vinden die geld uitgeven ten behoeve van Research en Development. Rond Leiden is er een clustering van biotechnologie of 'Life-science' bedrijven. Ook kennisinstellingen op het gebied van hoogwaardige dienstverlening, zoals Stichting Bloembollenkeuringsdienst, Praktijkonderzoek plant en omgeving, Estec, ROC Leiden en Universiteit Leiden zijn in Holland Rijnland goed vertegenwoordigd. Het aantal spin-offs in Zuid-Holland ligt duidelijk het hoogst bij het bedrijf Estec in Noordwijk. Estec scoort met 2,94 zelfs hoger dan het gemiddelde in het buitenland. Het aandeel kennisintensieve dienstverlening van de totale werkgelegenheid in Holland Rijnland was in 2002 44,7%. Dit is hoger dan het gemiddelde in Zuid-Holland. Een meer specifieke indicator om zicht te krijgen op de positie van Holland Rijnland in de kenniseconomie, is het aandeel van mediumtech- en hightechsectoren van de totale werkgelegenheid. In Europa lag dit aandeel in 2000 op 7.6%, terwijl dit percentage in Holland Rijnland in 2002 4,6% bedroeg. Holland Rijnland is de enige regio in Zuid-Holland waar dit percentage ten opzichte van 1992 is gestegen.

Het aantal vestigingen per sector per gemeente zegt iets over het type werkgelegenheid in de regio. Hierin wordt echter niet zichtbaar hoeveel arbeidsplaatsen de sectoren bieden.Van gemeente Noordwijk is bekend dat de werkgelegenheid zich bevindt bij een beperkt aantal werkgevers.

Een vergelijking tussen de Duin- en bollenstreek en de As Leiden-Katwijk laat verschillen zien in type werkgelegenheid. De sectoren "Landbouw, bosbouw, jacht en visserij' en 'Groothandel en handelsbemiddeling'tellen in de Duin- en bollenstreek relatief veel vestigingen. De sectoren 'Openbaar bestuur en onderwijs', 'Verhuur en zakelijke dienstverlening', 'Bouwnijverheid' en 'Detailhandel'en 'Gezondheids- en welzijnszorg' tellen in de As relatief meer vestigingen dan in de Duin- en Bollenstreek. Vergeleken met het landelijk gemiddelde aantal vestigingen springt de regio er uit in de sectoren 'Groothandel en handelsbemiddeling en 'Detailhandel'.

Het aandeel niet-westerse allochtonen is in de regio Holland Rijnland vergeleken met andere regio's in de Zuidvleugel, laag. Hoe groot het aandeel westerse allochtonen is, is nog niet onderzocht. Verwacht wordt dat dit aandeel groter is. De werknemers van Estec, woonachtig in de regio, zijn niet bij de gemeente ingeschreven (maar bij buitenlandse zaken).


---- --