College van Beroep voor het bedrijfsleven


Handelwijze rechtbank m.b.t. uitnodigen griffierecht

De Raad kan niet anders oordelen dan dat de door de rechtbank gevolgde handelwijze geheel in overeenstemming is met artikel 8:41, tweede lid, van de Awb. Noch de omstandigheid dat een andere sector van diezelfde rechtbank met betrekking tot de heffing van griffierecht een andere gedragslijn volgt, noch de omstandigheid dat andere gerechten eerst per gewone post een acceptgiro sturen en pas in geval van niet-betaling per aangetekende post een tweede uitnodiging met niet-ontvankelijkheidsclausule, noch de omstandigheid dat in een bestuursrechtelijk handboek een andere werkwijze wordt beschreven, is toereikend om te kunnen zeggen dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat betrokkene niet in verzuim is geweest. De aangetekende brief van de griffier, die een niet-ontvankelijkheidsclausule bevat, laat immers aan duidelijk niets te wensen over.

LJ Nummer

AS2311

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 10 februari 2005 Naar boven