Gedragscode betreffende wapenuitvoer
Kamerbrief inzake EU Gedragscode betreffende wapenuitvoer
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
10 februari 2005
Behandeld
Hajo Provó Kluit
Kenmerk
DVB/WW-067/05
Telefoon
(070) 348 5228
Blad
1/3
Fax
(070) 348 5479
Bijlage(n)
hajo.provo-kluit@minbuza.nl
Betreft
Uw verzoek inzake uitvoering motie Koenders / Van der Laan inzake EU
Gedragscode betreffende wapenuitvoer
In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse
Zaken (05-BuZa-10, d.d. 8 februari jl.) informeer ik u hierbij graag
over de uitvoering van de motie Koenders / Van der Laan inzake de EU
Gedragscode betreffende wapenuitvoer (kenmerk 29800 V nr 22).
Onder het Nederlands EU-voorzitterschap is de herziening van de
Gedragscode vrijwel voltooid. De belangrijkste nieuwe elementen die
onderdeel zullen uitmaken van de herziene EU Gedragscode inzake
wapenexport zijn:
uitbreiding van de reikwijdte tot tussenhandel, doorvoer,
niet-tastbare vormen van overdracht van technologie en vergunningen
voor productielicenties;
aanscherping criterium 2 (mensenrechten);
expliciete verwijzing naar het risico van reverse
engineering.
Er is goede hoop dat op korte termijn de tekst van de herziene
Gedragscode kan worden gefinaliseerd. De status van de Gedragscode is
nog onderwerp van overleg. Sommige EU Lidstaten willen de Gedragscode
juridisch bindend maken. Nederland is tot nu toe terughoudend, mede
aangezien over dit laatste consensus welhaast niet mogelijk zal zijn
en het materieel verschil met het huidige politiek bindende karakter
waarschijnlijk zeer gering is.
Daarnaast is op Nederlands initiatief een zgn. Toolbox ontwikkeld die
zal worden opgenomen in de gebruikershandleiding van de Gedragscode,
en die procedures bevat voor Lidstaten ten aanzien van post-embargo
landen. De kern van de Toolbox wordt gevormd door maatregelen ter
vergroting van de transparantie ten aanzien van verleende vergunningen
en intensievere consultatie tussen de lidstaten. Tevens wordt in de
Toolbox expliciet vermeld dat deze, evenals de Gedragscode, ook van
toepassing is op zgn. dual use goederen conform Raadsverordening
1334/2004. De belangrijkste uitstaande vragen ten aanzien van de
Toolbox zijn de duur van de toepassing en de wijze van verlenging.
Ten aanzien van afgegeven vergunningen voor wapenexporten vanuit de EU
naar China tonen de cijfers van 2003 (EUR 416 miljoen) een sterke
stijging ten opzichte van 2002 (EUR 210 miljoen). Hierbij zij
aangetekend dat sinds 1994 onderscheid wordt gemaakt tussen Arms
designed to kill and their ammunition en Weapon platforms enerzijds,
en Non-weapon platforms en Ancillary equipment anderzijds. Goederen in
de twee eerstgenoemde categorieën vallen onder het EU-embargo.
Bovenstaande cijfers betreffen derhalve de twee laatste categorieën.
De aanscherping van de Gedragscode leidt, samen met de Toolbox, tot
een stringentere toetsing van vergunningaanvragen. Gezien de grotere
reikwijdte van de herziene Gedragscode is aan te nemen dat toepassing
hiervan op China een beperkend effect zal hebben.
Het Luxemburgse voorzitterschap zal ook de discussie over het
wapenembargo voortzetten. De EU heeft een positief signaal afgegeven
aan China over het wapenembargo vanuit de gedachte dat in het licht
van de zich verder ontwikkelende relatie met China het de voorkeur
verdient het wapenexportbeleid van de EU niet de vorm te geven van een
embargo, zoals van toepassing is ten aanzien van landen als,
bijvoorbeeld Zimbabwe waarmee de EU een geheel andere verhouding
heeft.
De context (EU-Gedragscode, mensenrechtensituatie, regionale
stabiliteit) is daarbij nog eens geschetst.
De Europese Raad van 16-17 december 2004 heeft deze context nog eens
bekrachtigd en heeft daarnaast expliciet gesteld dat een eventuele
opheffing van het embargo niet mag leiden tot een toename van
wapenexporten naar China.
Vooralsnog is niet bekend wanneer een vervolgoverleg in EU-kader zal
plaatsvinden. Wanneer deze discussie plaatsvindt zullen de bekende
aspecten een belangrijke rol spelen: 1) de noodzaak van aanscherping
van de toepassing van de EU-Gedragscode betreffende Wapenuitvoer
(incl. de zogeheten `tool box'), 2) de mensenrechtensituatie in China,
3) het belang van regionale stabiliteit, en 4) de relaties met
bondgenoten buiten de EU (i.c. de VS en Japan).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Buitenlandse Zaken