Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
AV/WTZ/2005/9604
Onderwerp Datum
Kabinetsstandpunt evaluatie Wet arbeid en 10 februari 2005
zorg
Hierbij doe ik u toekomen, mede namens de Minister van Justitie en de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het kabinetsstandpunt over de evaluatie
van de Wet arbeid en zorg. Tevens bied ik u ter informatie de resultaten aan van een
onderzoek onder werkgevers, van het onderzoek "arbeid en zorg in CAO's 2003" en
van het jurisprudentieonderzoek Wet arbeid en zorg.
Op basis van de onderzoeksresultaten is het kabinet overwegend positief over de Wet arbeid
en zorg die nu ruim drie jaar bestaat en is het kabinet onverminderd overtuigd van het
belang van deze wet. Er blijkt onder werknemers een grote behoefte aan tijd voor acute
zorgsituaties. De Wet arbeid en zorg komt aan deze behoefte tegemoet door via een recht op
verlof te garanderen dat (dringend) noodzakelijke zorg kan worden verleend. Bovendien
biedt de wet een basisnorm die richting geeft aan het overleg tussen werkgever en
werknemer over het vrijmaken van tijd voor zorg. Het gebruik van de wettelijke regelingen
in de daarvoor bestemde situaties zal naar verwachting verder toenemen naarmate de wet
beter bekend wordt.
Bij de totstandkoming van het kortdurend zorgverlof is nadrukkelijk gelet op het evenwicht
tussen de belangen van werknemers en van werkgevers. In reactie op de motie-Van Gent
(TK 2000/01, 27 207, nr.42) en de motie-Schimmel/Bussemaker (TK 2000/01, 27 207 en 27
208, nr. 61) ziet het kabinet op basis van de onderzoeksresultaten geen aanleiding om
respectievelijk de duur van het kortdurend zorgverlof voor alleenstaanden te vergroten of de
kring van zorgbehoevenden door middel van een `keuzekaart' te vergroten.
Verdere inspanningen ten behoeve van de bevordering van de adequate werking van de Wet
arbeid en zorg zullen gericht worden op nadere voorlichting over deze wet. Met deze
voorlichting kunnen de criteria en voorwaarden in de wet beter bekend worden gemaakt.
Ook zal in de voorlichting aan werkgevers en vooral in een beschrijving van goede
voorbeelden bij kleine werkgevers speciale aandacht gegeven kunnen worden aan effectief
gebleken systemen of strategieën voor vervanging en overdracht van werkzaamheden. Dat
kan werkgevers moeite besparen en bij werknemers zorgen wegnemen over `ontregelende'
effecten van hun verlof. Het gebruik van verlof door werknemers die daaraan behoefte
2
hebben, kan daardoor toenemen. Op het moment dat het wetsvoorstel langdurend zorgverlof
(28 467) door de Eerste Kamer is aanvaard zullen de voorlichtingsactiviteiten ook het recht
op onbetaald langdurend zorgverlof voor de zorg van levensbedreigend zieke partner,
(pleeg)kind en ouder betreffen. Ook (doelgroepen van) werknemers zullen via voorlichting
gericht worden benaderd en geïnformeerd over hun rechten en de voorwaarden waaronder
zij daarop een beroep kunnen doen. Verschillen van mening tussen werkgever en
werknemer kunnen in laatste instantie aan de rechter worden voorgelegd.
Het proces van verdere implementatie van de Wet arbeid en zorg zal gevolgd worden aan de
hand van de gegevens van de Monitor combineren arbeid en zorg, die het CBS vanaf 2005
in mijn opdracht zal uitvoeren.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid