RAZEB 31 januari jl.
Kamerbrief inzake verslag RAZEB 31 januari jl.
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
10 februari 2005
Behandeld
G.J. Bijl de Vroe
Kenmerk
DIE-035/05
Telefoon
070-348 5005
Blad
1/7
Fax
070-348 6381
Bijlage(n)
Betreft
Verslag RAZEB 31 januari jl.
Hierbij hebben wij het genoegen u, mede namens de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, het verslag te doen toekomen van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 31 januari jl.
De Minister van
De Staatssecretaris voor
Buitenlandse
Zaken, Europese
Zaken,
Dr. B.R.
Bot
Mr. drs. A. Nicolaï
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van
31 januari en 1 februari 2005
Algemene zaken
Operationeel Jaarprogramma Raad en werkprogramma Europese Commissie
De Raad hield een openbaar debat over het werkprogramma van de
Europese Commissie en het operationeel jaarprogramma van de Raad. De
Europese Commissie stelde voor dat de drie instellingen (Raad,
Commissie en Europees Parlement) voor het eind van het Luxemburgs
voorzitterschap een gezamenlijke beleidsverklaring aannemen voor de
periode 2005-2010. Dit Interinstitutioneel Partnerschap voor Europese
Vernieuwing zou gebaseerd moeten worden op vier strategische
doelstellingen: welvaart, solidariteit, veiligheid en Europa als
partner in de wereld. De Raad zal het verzoek van de Commissie in
overweging nemen. Het operationeel jaarprogramma voor 2005, dat voor
de tweede keer ter tafel lag, gaf weinig aanleiding tot discussie.
Financiële Perspectieven 2007-2013
Tijdens de Raad is gesproken over categorie 1b (structuurbeleid) van
de nieuwe Financiële Perspectieven. De posities van lidstaten op dit
lastige onderdeel liggen (nog steeds) ver uit elkaar, waarbij in grote
lijnen de landen die cohesiegelden ontvangen tegenover de betalende
landen staan.
De meeste lidstaten ondersteunen de drie doelstellingen die door de
Commissie zijn geformuleerd ten aanzien van structuurbeleid,
convergentie, regionaal concurrentievermogen en territoriale
samenwerking. Verschillende lidstaten waren echter van mening dat het
structuurbeleid zich meer moet richten op de nieuwe lidstaten.
De zes zogenoemde `1% landen' spraken zich uit voor een lager budget
voor het structuurbeleid dat past in een plafond van 1% van het Bruto
Nationaal Inkomen (BNI) in de EU. Andere lidstaten (met name welke
structuurfondsen ontvangen) gaven aan het Commissievoorstel als
absoluut minimum te zien voor een geloofwaardig cohesiebeleid. De
meeste lidstaten gaan akkoord met de hoogte van de `cap' die bepaalt
dat lidstaten niet meer dan 4% van hun BNI kunnen ontvangen aan
structuurgelden. Wel werden er met name vanuit de nieuwe lidstaten
opmerkingen gemaakt over wat al dan niet meegerekend moet worden bij
de berekening van de `cap'. Enkele lidstaten gaven aan de voorkeur te
geven aan de `oude' Berlijn-formule (op basis waarvan momenteel de
verdeling van structuurgelden tussen de lidstaten tot stand komt),
terwijl andere lidstaten goed konden leven met de aangepaste
Berlijn-formule uit het Commissievoorstel die positief uitpakt voor de
cohesielanden binnen de EU15. Ook ten aanzien van de voorgestelde
overgangsregimes voor uitfaserende convergentie-regio's stonden de
betalende en ontvangende landen tegenover elkaar. Tenslotte werd door
verschillende landen (waaronder Nederland) opgemerkt dat de inhoud van
een uiteindelijke akkoord belangrijker is dan het tijdschema.
Externe betrekkingen
MOVP
Hoge Vertegenwoordiger (HV) Solana stelde dat de sfeer voor
samenwerking in het Midden-Oosten sterk verbeterd was. Dat gold ook
voor de veiligheidssituatie; Abu Mazen leek de zaken goed onder
controle te hebben. Niettemin bleef de situatie fragiel. De
bijeenkomst tussen Sharon en Abu Mazen op 8 februari was van groot
belang. Dan zou onder andere over de terugtrekking van Israël uit Gaza
gesproken worden.
Solana wees ook op het belang van samenwerking met de VS, waarbij de
Road Map een kernpunt moest zijn.
De Commissie meende dat de Israëlische autoriteiten nog de nodige
aanvullende maatregelen konden nemen, zoals het vrijlaten van
gevangenen. Het was positief dat Israël had aangekondigd geen targeted
killings meer uit te voeren, maar dit moest eerst in de praktijk
beklijven. De Commissie toonde zich overigens bezorgd over de winst
van Hamas bij de lokale verkiezingen in Gaza.
Naar aanleiding van opmerkingen van onder andere Nederland gaf het
Voorzitterschap aan dat het contact had gehad met de Israëlische
autoriteiten over de `Absentee Property Law'. De Israëlische
autoriteiten hadden toegezegd dat deze wet niet op Oost-Jeruzalem zou
worden toegepast.
Het Voorzitterschap concludeerde dat de Road Map en de inzet van het
Kwartet essentieel blijven voor voortgang in het MOVP. Het
Voorzitterschap zal Abu Mazen uitnodigen voor een gesprek tijdens de
RAZEB van 21 februari. Het MOVP zal ook aan de orde komen tijdens het
beoogde gesprek van de EU met President Bush op 22 februari a.s.
Irak
De Raad toonde zich tevreden over de verkiezingen in Irak op 30
januari jl., die een belangrijke, geslaagde stap waren in het
democratisch transitieproces van Irak. Ministers waren blij over de
hoge opkomst. De Irakese bevolking had moed, enthousiasme en
determinatie getoond door te gaan stemmen, ondanks de zeer moeilijke
omstandigheden. Volgens de Raad was het nu zaak verder te werken aan
de overgangsregering en de totstandkoming van een nieuwe grondwet.
Diverse landen, waaronder Nederland, hebben het belang onderstreept
van een betrokkenheid van de gehele Irakese bevolking (inclusief de
Soennieten) bij het constitutioneel proces dat thans volgt. De Raad
heeft zijn bereidheid herhaald bij te dragen aan de economische,
sociale en politieke wederopbouw van Irak en de implementatie voort te
zetten van het hulpprogramma dat op 5 november 2004 aan de Irakese
Premier Allawi is overhandigd. De Commissie heeft gezegd EUR 200
miljoen beschikbaar te stellen voor het vervolgproces in Irak.
Nederland heeft aangegeven dat het belangrijk is dat de EU op korte
termijn een besluit neemt over de rule of law missie naar Irak. De
situatie in Irak zal ook worden besproken tijdens het aanstaande
bezoek van President Bush.
Zeebeving Azië
De Raad bereikte overeenstemming over de Raadsconclusies inzake de
reactie van de EU op de Tsunami crisis in Azië. Tevens werd
overeenstemming bereikt over de inhoud van het EU actieplan behorende
bij deze conclusies.
Tijdens de bespreking werd benadrukt dat de EU (EU-lidstaten en
Commissie) snel, adequaat en genereus had gereageerd op de crisis in
de door de Tsunami getroffen gebieden. In vrijwel alle interventies
werd de nadruk gelegd op de maatregelen uit het EU actieplan (civiele-
en militaire bescherming en nauwere consulaire samenwerking) om
burgers uit EU-lidstaten zowel binnen als buiten het EU territoir
beter te beschermen tegen toekomstige rampen, alsmede hen beter bij te
staan mochten zulke rampen zich onverhoopt opnieuw voordoen in de
toekomst (preventieve en reactieve maatregelen).
De Raad zal in april verder de praktische uitwerking van het actieplan
bespreken.
Cuba
Op verzoek van de Tsjechische Minister van Buitenlandse Zaken Svoboda
sprak de Raad kort over de relaties van de EU met Cuba. De Raad ging
akkoord met het voorgestelde beleid ten aanzien van Cuba, wat onder
andere betekent dat de contacten tussen de ambassades in Havana en de
Cubaanse vreedzame oppositie worden geïntensiveerd. Bij nationale
dagen zullen dissidenten noch Cubaanse autoriteiten worden
uitgenodigd. De beperkingen ten aanzien van bezoeken zijn opgeschort,
maar bij deze bezoeken zullen de mensenrechtensituatie en de positie
van dissidenten nadrukkelijk aan de orde worden gesteld. De Raad
onderstreepte dat bij de evaluatie van het nieuwe beleid nadrukkelijk
zal worden gekeken naar de voortgang op het gebied van een
pluralistische democratie en mensenrechten.
Europees Nabuurschapbeleid (ENP) / Oekraïne
De Raad besprak kort een aantal voorstellen die Hoge Vertegenwoordiger
Solana en Commissaris Ferrero-Waldner hebben gedaan ter intensivering
van de samenwerking van de EU met Oekraïne, in aanvulling op het ENP
Actieplan. Het politiek belangrijkste aspect van de voorstellen is het
perspectief op een nieuwe versterkte overeenkomst tussen de EU en
Oekraïne, die zal ingaan na het aflopen van de Partnerschaps- en
Samenwerkingsovereenkomst. Besprekingen over een dergelijke
overeenkomst zouden kunnen starten zodra de belangrijkste politieke
punten uit het ENP Actieplan geadresseerd zijn. Voorts hebben HV en
Commissie voorgesteld om de mogelijkheden voor nauwere samenwerking op
GBVB-gebied te onderzoeken. Op economisch gebied stellen zij onder
andere voor om de handels- en economische relaties te verstevigen en
de contacten met Oekraïne over het verlenen van de status van
markteconomie te intensiveren. Ook zou de samenwerking op een aantal
terreinen, zoals energie, transport en milieu, moeten worden
geïntensiveerd en de toegang tot financiering door de Europese
Investerings Bank worden vergroot. De EU zou bereid moeten zijn om
onderhandelingen inzake visafacilitering te starten, waarbij voortgang
bij de onderhandelingen over een readmissie overeenkomst essentieel
zijn.
De Raad verwelkomde deze voorstellen en was het erover eens dat de
Oekraïense toenadering tot de EU performance based zou moeten zijn.
Een aantal lidstaten meende dat de Unie een strategische lange termijn
visie op Oekraïne zou moeten ontwikkelen, gericht op nauwere relaties.
Op dit moment waren de voorstellen van HV en Commissie voldoende om de
relaties met Oekraïne nader vorm te geven. De voorstellen van HV en
Commissie zullen tijdens de Raad van 21 februari nader worden
besproken, mede in het licht van de Samenwerkingsraad met Oekraïne van
22 februari.
Westelijke Balkan
Commissaris Rehn deed verslag van het gesprek dat hij onlangs met
Carla Del Ponte had gehad. Hij toonde zich kritisch en bezorgd over de
houding van Kroatië ten aanzien van de samenwerking met ICTY. Naar
zijn mening kon de Kroatische regering meer doen dan thans inzake
Gotovina, maar ontbrak het aan de politieke wil. Op basis van de
huidige informatie zou hij de Commissie niet een positief advies
kunnen voorleggen voor het starten van toetredingsonderhandelingen. De
Unie zou een heldere boodschap aan de Kroatische autoriteiten moeten
afgeven inzake de voorwaarde van volledige samenwerking met ICTY.
Het VK en Nederland, later gevolgd door de noordelijke lidstaten,
ondersteunden het betoog van de Commissie. Het was wenselijk dat de EU
voor het besluit inzake Kroatië een schriftelijk rapport van Carla del
Ponte ontving over de samenwerking van dat land met ICTY. Nederland
heeft daarbij aangegeven dat het vragen van een dergelijk rapport een
duidelijk signaal aan Kroatië zou afgeven voor wat betreft de gewenste
samenwerking met ICTY. De EU moet aan de voorwaarde van volledige
samenwerking met ICTY vasthouden, omdat het anders zijn
geloofwaardigheid richting Servië-Montenegro en Bosnië-Herzegovina
verliest.
Het Voorzitterschap gaf aan dat Carla del Ponte op 11 februari met het
Voorzitterschap zal praten over de samenwerking van de Westelijke
Balkan landen met ICTY. Daarna zal het bezien wat de beste manier is
om een en ander op transparante wijze aan de RAZEB voor te leggen. De
voorwaarden zoals verwoord in de conclusies van de Europese Raad van
december jl. staan bij de verdere besluitvorming overeind.
De Raad nam ten slotte conclusies aan, waarin wordt onderstreept dat
volledige samenwerking met het ICTY noodzakelijk is voor verdere
toenadering tot de EU. De Raad sprak in dit verband zijn steun uit
voor de maatregelen die HV Ashdown in Bosnië-Herzegovina heeft genomen
teneinde de volledige samenwerking van dat land met het ICTY zeker te
stellen.
Soedan
De Raad toonde zich ernstig bezorgd over de rapporten dat
verschillende dorpen in Darfur door het Soedanese leger zijn
gebombardeerd. Het heeft deze aanvallen, waarbij onder de slachtoffers
ook vrouwen en kinderen zijn, ten zeerste veroordeeld. Deze aanvallen
zijn de ernstigste tot nu toe in een reeks schendingen van het
N'djamena bestand en vormen een inbreuk op verschillende door de
Soedanese regering aangegane verplichtingen. Daarom heeft de Raad de
Soedanese autoriteiten opgeroepen hun volledige medewerking te
verlenen aan het onderzoek terzake van de Afrikaanse Unie en
maatregelen te nemen tegen de verantwoordelijken. De Raad heeft zijn
standpunt herhaald dat verbetering van de betrekkingen tussen de EU en
Soedan afhankelijk zal zijn van de uitvoering van de bestaande
Soedanese verplichtingen.
Ten aanzien van het rapport van de internationale onderzoekscommissie
naar de gebeurtenissen in Darfur (dat daags na de RAZEB gepubliceerd
werd) was het Voorzitterschap van mening dat de Unie zo snel mogelijk
na publicatie met een reactie moest komen. Nederland heeft opgemerkt
dat krachtig moest worden opgetreden tegen de begane misdrijven. Als
dit niet op lokaal niveau kon en de Soedanese autoriteiten niet zelf
tot vervolging over zouden gaan, was het Internationaal Strafhof het
aangewezen orgaan om de begane misdrijven te berechten.
Naar aanleiding van de recente luchtaanvallen van de Soedanese
regering heeft Nederland aangegeven voorstander te zijn van het
instellen van een no-fly zone, zoals ook besproken tijdens het
Algemeen Overleg met uw Kamer van 27 januari jl. Hierop werd door geen
van de lidstaten nader ingegaan. Meer in het algemeen werd gesproken
over sancties. Daarbij stelde een enkele lidstaat dat er gronden voor
sancties aanwezig zijn, maar andere waren van oordeel dat eerst het
rapport van genoemde onderzoekscommissie en de daarin gedane
aanbevelingen bestudeerd moest worden. Pas daarna kon worden bezien
hoe de EU zou moeten reageren. De Commissie gaf verder aan dat het op
26 januari jl. getekende Country Strategy Paper een vredesdividend was
voor het Noord-Zuid akkoord, maar dat het geen blanco cheque voor de
Soedanese regering inhield: het was een eerste stap in een gradueel
proces, waarbij de regering van Soedan nauwkeurig op haar daden zou
worden beoordeeld. Richting de regering van Soedan moesten zowel
carrots als sticks gehanteerd worden. De eerste tranche van EUR 50
miljoen zou via NGO's aan humanitaire hulp worden besteed. De
Commissie was van mening dat op dit moment het dreigen met sancties
effectiever was dan de sancties zelf.
Overig
In tegenstelling tot hetgeen eerder was aangekondigd is het agendapunt
Guinee Bissau van de agenda verwijderd.
Portugal heeft in de Raad kort aandacht gevraagd voor de wenselijkheid
van een EU-Afrika Top in 2005. Het Voorzitterschap onderschreef dit,
maar zag gelet op de situatie in Zimbabwe niet goed in hoe dit
mogelijk zal zijn.
Letland heeft de Raad geïnformeerd over zijn voornemen aanwezig te
zijn bij de herdenking van 60 jaar einde van de Tweede Wereldoorlog,
maar tegelijkertijd aandacht gevraagd voor de wens om voordien ook een
bilateraal grensakkoord met Rusland ondertekend te hebben. De Raad
heeft hiervan kennis genomen.
Zweden heeft gewezen op het belang van een goede en tijdige reactie
van de EU op het rapport van het `High-level Panel', waar SG VN Kofi
Annan ook om heeft verzocht. Hieraan wordt in Raadskader inmiddels
gewerkt.
Ministerie van Buitenlandse Zaken