KNMG

Opleidingsprogramma van start

In totaal 63 artsen hebben zich aangemeld voor het programma 'Arts weer aan de slag'. Het opleidingsprogramma voor herintredende artsen beoogt een terugstroom te bewerkstelligen van artsen naar functies in de gezondheidszorg.

Het initiatief voor Arts weer aan de slag komt van de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA). In samenwerking met de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en het arbeidsbemiddelingsbureau Serviceverlening Werkgelegenheid Geneeskundigen (SWG Arts en Werk) is het programma verder uitgewerkt. Het programma wordt financieel ondersteund door het ministerie van VWS.

In december hebben de consultants van SWG Arts en Werk de intakegesprekken gevoerd. Uiteindelijk hebben zich 63 artsen aangemeld, 40 procent van het totaal aantal geïnteresseerden. Er blijkt dus grote belangstelling te zijn voor dit soort trajecten. Van de 63 artsen hebben er zich uiteindelijk zes teruggetrokken. Daarnaast waren vier buitenlandse artsen niet BIG-geregistreerd. Vanzelfsprekend is een BIG-registratie een absolute voorwaarde om deel te nemen aan 'Arts weer aan de slag'. Deze artsen zijn verwezen naar het verwijspunt voor Buitenlandse artsen.
Met de overige 53 artsen is een gesprek gevoerd. Er is in het opleidingsprogramma plaats voor 30 artsen. Bij de intakegesprekken is sterk gelet op de motivatie van de artsen. Met name de bereidheid van de arts om eventueel ook werkzaam te zijn in andere vakgebieden is besproken. Na ieder gesprek volgde een evaluatie. Bij twijfel werd de kandidaat doorverwezen naar een GZ-psycholoog. De kandidaat is hierbij uitgebreid getest en gesproken. Uiteindelijk zijn 30 artsen geselecteerd, 6 mannelijke en 24 vrouwelijke artsen. De achtergronden van de geselecteerden lopen zeer uiteen. 15 artsen hebben als basisarts gewerkt, vaak in de sociaal-geneeskundige sector. Verder zijn er 5 medisch specialisten, van wie 3 met een geldige registratie en 5 huisartsen, van wie 1 met geldige registratie. 4 artsen zijn ooit geregistreerd geweest als sociaal-geneeskundige. Het is een gemêleerde en vooral gemotiveerde groep herintreders. Op 26 januari begon hun eerste cursusdag. De personen die niet zijn geselecteerd voor dit opleidingsprogramma, zijn schriftelijk geïnformeerd over de reden van afwijzing. Belangrijkste reden van afwijzing is het gebrek aan motivatie van de arts.

Het cursusprogramma beslaat drie blokken. Het eerste blok bestaat uit zes weken training en theorie waarin onderwerpen aan de orde komen, zoals het ontwikkelen van vaardigheden (persoonlijke en praktische) en kennisoverdracht (gezondheidszorgstelsel, wet- en regelgeving, protocollen, ICT, etc.). Ook is een aantal intervisiebijeenkomsten gepland.
Het tweede blok bestaat uit een praktijkstage-periode van zes weken. De belangrijkste doelen van deze periode zijn een hernieuwde kennis-making met de praktijk van alledag in een ziekenhuis of andere gezondheidszorginstelling en een heroriëntatie op onder andere het vakgebied en onderzoeksmethode en -technieken. Van de arts wordt veel zelfwerkzaamheid verwacht.
Het derde blok bestaat uit het vinden van een baan en of bemiddeling naar werk. Voor dit onderdeel wordt SWG Arts en Werk ingeschakeld. Het project is geslaagd als de meeste artsen in een jaar weer aan de slag zijn in een gewenst vakgebied binnen de gezondheidszorg.

Namens het projectteam 'Arts weer aan de Slag',
Marijke van der Pas, consultant SWG Arts en Werk

Laatst gewijzigd: 10-02-2005

Copyright © 2004 KNMG