College van Beroep voor het bedrijfsleven


Het verrichten van biotechnologische handelingen die het uitproberen van een nieuwe techniek inhouden is toegestaan

Het UMC Utrecht heeft een vergunning aangevraagd voor het door middel van in vivo onderzoek inzicht verwerven in de rol die neuropeptide receptoren spelen in de energiebalans, meer in het bijzonder in het ontstaan van eetstoornissen zoals obesitas en anorexia.

Deze vergunning is door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in zoverre verleend dat het UMC Utrecht is toegestaan om biotechnologische handelingen te verrichten op muizen, welke handelingen een nieuwe techniek betreffen voor het vervaardigen van genetisch gemodificeerde muizen. Achtergrond van deze beperking is dat nog onvoldoende duidelijk is of de nieuwe techniek voor het maken van de gewenste genetisch gemodificeerde dieren werkt en of daarmee kan worden bereikt dat minder proefdieren nodig zijn. In zoverre is er sprake van een opschorting van besluitvorming in afwachting van de resultaten van het thans vergunde onderzoek. Juist nu de wijze waarop UMC Utrecht de proefdieren wil genereren betrekkelijk nieuw is, heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwalteit, vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid, op goede gronden besloten vooralsnog te volstaan met het vergunnen van onderzoekshandelingen waarmee met een beperkt aantal muizen de bruikbaarheid van deze methode bij wege van "proof of principle" zou kunnen worden aangetoond.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft verder over voldoende informatie en gegevens beschikt om de vergunning te kunnen verlenen. De zwaarwegende belangen die met het onderzoek gemoeid zijn door het UMC Utrecht voldoende aannemelijk gemaakt.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af en sluit het beroep met toepassing van artikel 8:86 Awb kort.

LJ Nummer

AS5111

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum actualiteit: 10 februari 2005 Naar boven