Provincie Friesland
PERSBERICHT
Nummer: 023 SW
Datum: 10-02-2005
Nieuwe afspraken aanpak ruimtelijke ordeningzaken Wadden
Op 31 januari jl. is een set afspraken ondertekend over de rolverdeling tussen de gemeenten Terschelling en Vlieland, Staatsbosbeheer, de provincie en het ministerie van LNV/regio Noord op het gebied van ruimtelijke ordening op de Waddeneilanden. Hiermee willen de partijen, rekening houdend met elkaars positie, invulling geven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor natuur, landschap en ruimtelijke kwaliteit op de eilanden.
Gemeentelijke voorschriften en eisen op het gebied van ruimtelijke ordening komen niet altijd overeen met de landschappelijke criteria van Staatsbosbeheer. Zo werd vorig jaar maart de bouw van zomerhuisjes op Vlieland stilgelegd. In september 2004 is op initiatief van LNV/ regio Noord het overleg opgestart om samen tot oplossingen te komen, onder voorzitterschap van gedeputeerde Anita Andriesen.
Er is afgesproken om voortaan samen tot uitgangspunten te komen over ruimtelijk-planologische en welstandscriteria voor bebouwing direct bij natuurgebieden. Deze gemeenschappelijke uitgangspunten vormen de basis voor bestemmingsplannen, welstandsnota's, bouwvergunningen en erfpachtovereenkomsten.
Daarnaast zullen de gemeentelijke overheden en Staatsbosbeheer elkaar eerder bij planvorming betrekken. De belangenafweging zal langs publiekrechtelijke weg plaatsvinden, privaatrechtelijke procedures zijn slechts een allerlaatste middel.
De komende tijd zullen onder regie van de provincie de gemaakte afspraken worden uitgewerkt in handzame toetsingscriteria. Door het communiceren van ieders rol in ruimtelijke procedures, zal ook voor de betrokken bewoners meer duidelijkheid ontstaan.
N 35
---- --
Nota omtrent: de positie SBB op de Waddeneilanden inzake R.O.-aangelegenheden
Aanleiding
Gemeentelijke voorschriften en welstandseisen op het gebied van ruimtelijke ordening verschillen regelmatig met de eisen die SBB stelt bij verbouw van opstallen in eigendom van particulieren die zich bevinden op gronden die door SBB in erfpacht zijn uitgegeven.
Indien een particulier om een vergunning vraagt om verbouwing uit te voeren kan hij geconfronteerd worden met verschillende eisen van SBB en gemeenten waarbij het SBB veelal scherpere eisen stelt.
Voor de gemeenteraad van de gemeente Terschelling was dit aanleiding om een motie aan te nemen met als strekking dat het Staatsbosbeheer als verzelfstandigde organisatie in de vorm van een publiekrechterlijke rechtspersoon in privaatrechterlijke aangelegenheden op het gebied van de ruimtelijke ordening zich dient te schikken naar democratisch genomen besluiten over welstandeisen op lokaal niveau.
Op 16 september 2004 heeft bestuurlijk overleg plaats gevonden tussen de meest betrokken partijen om enerzijds het probleem te definiëren en anderzijds een oplossingsrichting te kiezen waarin alle partijen zich kunnen vinden.
Gesprekspunten
Het probleem
Vastgesteld kan worden dat het in de aanleiding geschetste probleem zich uiteindelijk toespitst in een probleem van publiekrechterlijke aard. Enerzijds is sprake van eisen, aan bijvoorbeeld bouwwerken, die tot stand komen langs de Wet R.O.-lijn, waarbij uiteindelijk de gemeenteraad de eisen aan bouwwerken vastlegt in het bestemmingsplan c.q. laat toetsen door een welstandscommissie. Anderzijds is er sprake van eisen van Staatsbosbeheer die daarmee invulling geeft aan zijn wettelijke taak conform artikel 3 Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en die deze eisen kan implementeren in erfpachtaktes in zijn rol als bloot-eigenaar/verpachter.
Geconstateerd werd dat Staatsbosbeheer privaatrechterlijk gezien - dus formeel - in haar recht staat; dit probleem kan zich voordoen bij elke eigenaar die grond in erfpacht uitgeeft (particulier, overheden, bedrijven). Echter bij het SBB kan de vraag gesteld worden of er sprake is van redelijkheid en billijkheid bij de toepassing van haar privaatrechterlijke positie. Het gaat erom op welke wijze van dit recht gebruik wordt gemaakt in relatie tot de eisen die langs R.O.-lijn totstandkomen.
Ook werd geconstateerd dat er geen inhoudelijk verschil van mening is ten aanzien van de noodzaak dat natuur- en landschapskwaliteiten behouden dienen te blijven; er is een gezamenlijk belang geconstateerd om ongewenste ontwikkelingen die zich in de praktijk hebben voorgedaan tegen te gaan.
Het gezamenlijk doel
Er is een gezamenlijke (gemeente, provincie, rijk, Staatsbosbeheer) zorg en verantwoordelijkheid voor natuur, landschap en ruimtelijke kwaliteit en de beleving daarvan op de eilanden.
Bij het inhoud geven aan die zorg dient er respect te zijn voor elkaars positie en erkenning van ieders verantwoordelijkheid.
Geconstateerd is dat gemeente en provincie bij het inhoud geven aan die zorg een bredere maatschappelijke belangenafweging dienen te maken dan SBB.
Staatsbosbeheer heeft de verantwoordelijkheid inhoud te geven aan taken die in artikel 3 van de Wet verzelfstandiging SBB is vastgelegd. De wijze van uitvoering van deze taken verloopt via de aansturingsrelatie die met de Minister van LNV is afgesproken. Het is van belang op gepaste wijze met de privaatrechterlijke kant van deze positie om te gaan. In die situaties waar zwaarwegende belangen op het gebied van R.O.-aangelegenheden aan de orde zijn zal LNV betrokken worden omdat de Minister van LNV kan worden aangesproken op de wijze waarop SBB zijn taak uitoefent.
Vast te stellen afspraken
Algemene notie
Bij het verder inhoud geven aan de afspraken dient rekening te worden gehouden met de lijn die in de Nota Ruimte is geschetst. Daarbij is een nadrukkelijk rol weggelegd voor provincies en gemeenten voor het behoud en de ontwikkeling van landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten. Het Staatsbosbeheer wil inhoud blijven geven aan haar taken conform art. 3 Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer. Met respect voor elkaars positie zijn de volgende afspraken gemaakt.
1. Ruimtelijk-planologische en welstandscriteria voor rode bestemmingen in en direct bij de natuurgebieden worden vooraf in gemeenschappelijkheid bereikt. Deze gemeenschappelijke uitgangspunten worden als basis gebruikt in bestemmingsplan, welstand en concrete bouwvergunningen en voorwaarden erfpachtaktes. De nota van het SBB "Landschapscriteria Vlieland en Terschelling" zal met het karakter van een meningsvormende nota worden gebruikt door het SBB voor het gemeenschappelijk formuleren van nieuwe criteria ( rode draad)
2. Bij het gezamenlijk inhoud geven aan die criteria zal tijdig en open gecommuniceerd worden zowel op bestuurlijk niveau als naar de burgerij
3. In ruimtelijke procedures wordt de rol van het SBB nader benoemd, daar waar terreinen van het SBB in het geding zijn. De burger kan hieruit afleiden hoe de privaatrechterlijke positie zich verhoudt tot de publiekrechterlijke taken
4. Gemeente betrekt SBB in een veel vroegere fase bij planvorming.
5. In het art. 10 overleg zal specifiek aandacht gegeven worden aan de beeldkwaliteiten van ruimtelijke ontwikkelingen op de Waddeneilanden. LNV zal bij majeure projecten haar inzet hierbij blijven leveren.
6. SBB betrekt de gemeente bij de beheerplannen die het opstelt waarbij actieve openheid m.b.t. haar beleid tot erfpachtterreinen wordt gegeven en uitgedragen. Een goede communicatie van het SBB naar haar erfpachters is daarbij van essentieel belang
7. Het resultaat van bovenstaande afspraken zal moeten zijn dat via de publiekrechterlijke procedures tot weloverwogen belangenafwegingen gekomen wordt. Afspraken moeten erop gericht zijn dat het privaatrecht slechts als ultimum remedium wordt gehanteerd. Voor het geval dat er ondanks welwillende inspanning van alle partijen een impasse ontstaat, zal er een nadere procesafspraak worden gemaakt over het al dan niet door SBB gebruiken van het privaatrechterlijk instrument.
8. Op eigen initiatief zal het Staatsbosbeheer (op landelijk niveau) een adviseur vragen welke werkwijze het beste past bij het uitoefenen van haar taken conform art. 3, in gemeenten waar ze veel eigendommen heeft (inclusief een uitwerking van de eerdergenoemde procesafspraak). Dit initiatief stijgt boven de afspraken met betrokken partijen uit en behoort tot de verantwoordelijkheden van het SBB. De afspraak wordt wel gemaak dat waar het gaat om eigendommen op de Waddeneilanden, bovengenoemde afspraken worden gerespecteerd.
Onderstaande partijen spreken nadrukkelijk de intentie uit zich te conformeren aan bovengenoemde afspraken met als doel het duurzaam veiligstellen van zowel maatschappelijke als natuur- en landschappelijke belangen op de Waddeneilanden.
De Gedeputeerde RO en LG van de provincie Fryslân, De Alg. Directeur Staatsbosbeheer,
mevr. mr. A.M. Andriesen de heer ir. C.J. Vriesman
Namens het ministerie van LNV,
De Burgemeester van de gemeente Vlieland, De Regiodirecteur DRZ Noord,
de heer R.D. van der Mark de heer ir. H.R. Oosterveld
Namens het ministerie van LNV,
De Wethouder van de gemeente Terschelling, De directeur Natuur,
de heer W. de Haan de heer mr. G.B. Raaphorst
---- --