Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie

Beknopt overzicht

Trendonderzoek
gezondheidsbevordering en preventie 2004

Gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers en de uitoefening van hun vak

NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit

Fee van der Poel
Francel Waisvisz
Gerard Molleman

---

Beknopt overzicht Trendonderzoek gezondheidsbevordering en preventie 2004

In dit overzicht rapporteren we de belangrijkste gegevens van het Trendonderzoek dat het NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit in 2004 in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Preventie en Gezondheidsbevordering (NVPG) heeft uitgevoerd. Het Trendonderzoek 2004 laat zien dat de sector stevig is gegroeid de afgelopen jaren. Wat zijn de kenmerken van GB/P-ers in 2004, onder welke randvoorwaarden werken ze, en welke ideeën, wensen en behoeften hebben ze over de positie en de randvoorwaarden?

Gezondheidsbevordering/preventie wordt afgekort tot GB/P. Gezondheidsbevorderaar/preventiewerker wordt dan GB/P-er. De afkorting GBI staat voor landelijke gezondheidsbevorderende instelling.

Belangrijkste conclusies

De omvang van de beroepsgroep is met 68% gestegen

---
Het aantal mensen werkzaam in de GB/P-sector is met 68% gestegen van 701 personen in 1994 tot 1177 personen in 2004. In fte is deze stijging 71%. De grootste stijging heeft plaats
---
gevonden in de sector van de GGD (74%).
De GB/P-ers zijn werkzaam bij 151 GB/P-instellingen. Per verstiging/instelling werken gemiddeld 7,4 GB/P-ers (5,6 fte).
450
1991 390
400 1994 345 2004 350
300
250 224 206 212 193 200 188
163 150 122 105 96 100 88 86 47 50 33 0
GGD RIAGG/GGZ Thuiszorg Versl.zorg GBI

Grafiek 1: aantal GB/P-ers per sector in 1991, 1994 en 2004

De beroepsgroep GB/P is hoog opgeleid
Het opleidingsniveau van de GB/P-er is hoog. Achtennegentig procent van de GB/P-ers is in het bezit van een HBO-opleiding of hoger. Het aandeel HBO'ers is in de afgelopen tien jaar met bijna de helft toegenomen.
Slechts 29% van de GB/P-ers heeft een specifieke GB/P-opleiding gevolgd. Binnen de GGD'en werken de meeste mensen met een specifieke opleidingsachtergrond (42%).

Volgens de resultaten uit het Trendonderzoek sluiten de opleidingen Psychologie in Nijmegen en Gezondheidswetenschappen in Maastricht het beste aan op het GB/P-werk.


---

Percentage GB/P-ers per opleidingsniveau weergegeven per sector* Niveau hoogst GGD GGZ Thuiszorg Verslavingszorg GBI Totaal Totaal genoten opleiding 2004 1994 Universitair 54 72 44 35 74 58 60 HBO + VO 13 11 24 13 8 13 19 HBO 29 16 30 51 18 27 19 MBO 4 0 2 1 0 2 1
* Door afronding van de percentages is het mogelijk dat de som niet gelijk is aan 100%.

GB/P-beroep is vrouwenberoep
Achtenzeventig procent van de GB/P-ers is vrouw. Dit is een toename van 4% ten opzichte van tien jaar geleden.
De gemiddelde leeftijd van de GB/P-er is 41 jaar.
Binnen de GGD'en en de thuiszorginstellingen werken de meeste vrouwen (respectievelijk 86% en 85%).

77% van de GB/P-ers volgde de afgelopen drie jaar een cursus. Bijna een kwart van de GB/P-ers heeft de afgelopen drie jaar geen enkele cursus/studiedag gevolgd.

Koplopers en achterblijvers in bij- en nascholing
Bij- en nascholing Voornaamste Voornaamste achterblijvers koplopers 77% GB/P-ers volgde cursus/studiedag in afgelopen 3 jaar Thuiszorg, GBI Verslavingszorg

GB/P-ers volgden gemiddeld 6 congressen/themadagen in afgelopen 2 Thuiszorg GBI jaar
57% GB/P-ers is redelijk/voldoende tevreden met de mogelijkheden die de Verslavingszorg Thuiszorg werkgever biedt voor het volgen van cursussen (27% scoort neutraal) 57% van de GB/P-instellingen heeft standaard/gedeeltelijk een Verslavingszorg Thuiszorg, GBI opleidingsplan GB/P
43% van de hoofden GB/P vindt de aansluiting van het cursusaanbod bij Verslavingszorg, GGD de taken GB/P redelijk/goed (46% scoort neutraal) GBI 83% van de GB/P-ers wil eigen geld en 91% wil eigen tijd investeren in Thuiszorg, GBI cursussen.
Voor deskundigheidsbevordering is er in het GB/P-veld per werknemer Verslavingszorg, GBI, Thuiszorg gemiddeld 1130 euro beschikbaar. GGD

Belangrijkste informatiebronnen zijn `algemene zoekmachines' en `collega's' Databanken en specifieke websites worden minder geraadpleegd. Van de vakbladen worden het vakblad G en De Preventieperiodiek het meeste gelezen. Het gebruik van wetenschappelijke tijdschriften scoort laag. Dit geldt zeker voor internationale tijdschriften, maar ook voor TSG, het enige Nederlandstalige tijdschrift voor gezondheids- wetenschappen.
Wetenschappelijke databases zoals PubMed worden nauwelijks geraadpleegd door de lokaal werkende GB/P-er.
Over het algemeen volgen de informatiebronnen goed de lijnen van de sectoren waarvoor ze zijn bedoeld. Bij de andere sectoren is nog veel winst te behalen.

Koplopers en achterblijvers in het raadplegen van informatiebronnen Raadplegen informatiebronnen Voornaamste achterblijvers Voornaamste koplopers Lezen van het vakblad TSG (score 2,85)* GGD, GBI Lezen van De Preventieperiodiek (score 3,01)* Thuiszorg, GBI Lezen van het vakblad G (score 3,16)* Verslavingszorg Lezen van internationale literatuur (score 2,25)* GBI
* De scores zijn gegeven op een 5-puntsschaal (1 = nooit, 2, 3, 4, 5 = altijd).


---

Afdelingen GB/P blijven achter bij de invoering van een kwaliteitssysteem Bijna de helft van alle instellingen (49%) is bezig om een kwaliteitssysteem stapsgewijs en systematisch binnen de gehele instelling te implementeren. Vijftien procent van alle instellingen is al gecertificeerd. De afdeling GB/P blijft hier echter ver bij achter. De meeste afdelingen GB/P zitten nog in de fase van het uitvoeren van losse verbeterprojecten (36%).

Gezien het belang dat er de afgelopen jaren aan het thema kwaliteit is gehecht, zouden er meer inspanningen mogen worden verwacht.
De hoofden van de thuiszorg voelen zich het minst betrokken bij de landelijke kwaliteitsont- wikkelingen voor GB/P. Ze voelen zich niet verantwoordelijk voor de ontwikkelingen en denken dat ze er niet van invloed op zijn. De hoofden van de verslavingszorg voelen zich het meest betrokken, verantwoordelijk voor en van invloed op de landelijke kwaliteitsontwikke- lingen.

70 staat nog niet op de agenda 60
losse verbeterprojecten 50
40
% kwaliteitsmethodiek wordt getest binnen de afdeling 30
20 kwaliteitsmethodiek wordt op onderdelen geïmplementeerd 10
kwaliteitsmethodiek wordt 0 geheel geïmplementeerd. D
GG GGZ Thuiszorg
Verslavingszorg GBI Totaal De afdeling is gecertificeerd (dan wel zonder certificaat kwaliteitsproof te noemen)

Grafiek 2: per sector het percentage instellingen per fase van invoering van een kwaliteitssysteem binnen de afdeling GB/P

NVPG-lidmaatschap en registratie geen vanzelfsprekendheid Slechts 45% van de respondenten (530 GB/P-ers van de totale doelgroep) is lid van de NVPG. De NVPG geeft aan dat 75% (800 leden) van de beroepsgroep lid is van de beroeps- vereniging. Dit verschil komt doordat een deel van de NVPG-leden (bijvoorbeeld onderzoe- kers en studenten) niet tot de onderzoeksgroep van het Trendonderzoek behoort. De hoofden GB/P zien belang in de registratie van GB/Pers bij de NVPG (69%). De hoofden
---
van de thuiszorg zien het minste belang (25%), de hoofden van de verslavingszorg het meeste (78%). Toch zijn het de GB/P-ers bij de verslavingszorg (20%) en bij de GBIs (37%) die het
---
minst lid zijn van de NVPG.
Met het nieuwe registratietraject van de NVPG is 34% van de GB/P-ers en 36% van de hoofden het (gedeeltelijk) eens (34% heeft er een neutrale mening over).


---

Kwaliteitsmechanismen worden nog onvoldoende toegepast.

Gebruik van kwaliteitsmechanismen GB/P Totale sector Voornaamste Voornaamste ............. achterblijvers koplopers ......voor een goede planning Standaard toepassing Beleidsplan 50% instellingen GGD, Thuiszorg Regionaal gezondheidsprofiel 15% instellingen Thuiszorg Werkplan 2004 78% instellingen GGD, Thuiszorg Procedure voor controle voortgang werkplan 57% instellingen GGD, Thuiszorg ......voor kwaliteitsverantwoording Standaard/gedeeltelijk Gebruik Preffi 2.0/ander kwaliteitsinstrument 58% instellingen Thuiszorg, Verslavingszorg GGD, GGZ Gebruik OPUS/ander projectmanagementmodel 60% instellingen Thuiszorg Verslavingszorg Houden van interne/externe kwaliteitsaudits 31% instellingen Thuiszorg, GBI Gebruik QUI-databank 65% GB/P-ers Thuiszorg GGD ......voor het personeel Standaard toepassing Opleidingsplan medewerkers GB/P 27% instellingen GGZ Functionerings- en beoordelingsgesprekken 83% instellingen Systeem van intervisie/supervisie 29% instellingen GGD, Thuiszorg GGZ

In samenwerking is nog veel winst te behalen
Met de GGD wordt gemiddeld door 69-100% van de GB/P-instellingen samengewerkt op het niveau van gezamelijke projecten en beleidsafspraken. Voor de GGZ ligt dit gemiddeld op 33-59%, voor de thuiszorg op 13-70%, voor de verslavingszorg op 0-80%, voor de zieken- huizen op 0-40%, voor de welzijnsinstellingen op 25-58%, voor de gemeentelijke diensten op 11-50% en voor de woon-/zorginstellingen op 20-75%. De GGD'en werken over het algemeen het meeste samen. Dit doen ze voornamelijk met de verslavingszorginstellingen. Alle sectoren werken het meeste samen met de GGD. De hoofden GB/P beoordelen de huidige regionale samenwerking betrekkelijk laag (39% is neutraal en 49% (redelijk) positief). Ze geven wel aan het belang van regionale samenwer- king in de komende jaren in te zien (92% is (redelijk) positief) en bereid te zijn om erin te investeren (90% is (redelijk) positief).

100
90 GGD 80 GGZ 70 Thuiszorg 60 Versl % 50 Ziekenhuis 40 Welzijnssector 30 Gemeent.diensten 20
Woon/zorginstellingen 10
0
GGD GGZ Thuiszorg Versl GBI

Grafiek 3: per sector het percentage instellingen dat met een andere sector beleidsafspraken heeft of gezamenlijke activiteiten uitvoert


---

Belang van het QUI-project wordt ingezien, deelname blijft echter achter Eenenzeventig procent van de hoofden GB/P en 61% van de GB/P-ers vindt het QUI-project (redelijk) belangrijk. Wordt er echter gekeken naar de deelname aan het QUI-project, dan geeft 40% van de GB/P-ers aan maar 0-25% van zijn/haar projecten in de QUI-databank te hebben.
De meest genoemde redenen voor het niet opnemen van de projecten in QUI zijn: tijdgebrek en het nog niet genoeg beproefd zijn van het project. Vijfenzestig procent van de GB/P-ers raadpleegt wel eens de QUI-databank.

Het QUI-project Totale sector Voornaamste achterblijvers Voornaamste koplopers Belang van registreren van projecten 71% hoofden Thuiszorg, GBI GGZ, Verslavingszorg 61% GB/P-ers 0-25% van de projecten in QUI 40% GB/P-ers Thuiszorg GGZ Gebruik van de QUI-databank 65% GB/P-ers Thuiszorg GGD (Gedeeltelijk) eens met opnemen QUI- 55% hoofden GGD, GBI Verslavingszorg projectenregistratie in HKZ-normering 61% GB/P-ers

Capaciteit aan GB/P-ers is de afgelopen drie jaar met 2,2 fte toegenomen. Toename capacteit Voornaamste achterblijvers Voornaamste koplopers Thuiszorg (toename van 1,3 fte) Verslavingszorg (toename van 4,2 fte) GBI (toename van 3,5 fte)

Voor de komende drie jaar zien de hoofden GB/P de toekomst minder rooskleurig. De ver- wachting is dat de capaciteit aan GB/P-ers de komende drie jaar zal dalen. Over de eigen instelling zijn de hoofden het positiefst.

Minder vrijblijvendheid wordt op prijs gesteld
De resultaten van het Trendonderzoek laten zien dat minder vrijblijvendheid op prijs wordt gesteld. De professional wil meer eigen verantwoordelijkheid oppakken dan landelijke instel- lingen vaak denken. Professionals vinden dat er minder vrijblijvend omgegaan mag worden met registratie bij de NVPG en het registreren van projecten in de QUI-databank. Ook zijn zij bereid om een eigen bijdrage te leveren aan de kosten en de tijd van bij- en nascholings- cursussen.

Trendonderzoek 2004

In navolging van de Trendonderzoeken van 1991 en 1994 is het Trendonderzoek 2004 onder de beroepsgroep gezondheidsbevorderaars/preventiewerkers (GB/P-ers) uitgevoerd. Het Trendonderzoek is uitgevoerd door het NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Preventie en Gezondheidsbevordering (NVPG). De gegevens uit het Trendonderzoek kunnen gebruikt worden door landelijke ondersteunings
---
instellingen, koepelorganisaties, de NVPG, opleidingen en beleidsmakers om gefundeerder speerpunten te kiezen voor beleid en gerichtere ondersteuning te bieden aan het lokale GB/P
---
veld.

Doel van het Trendonderzoek
Het Trendonderzoek 2004 wil een beeld geven van de positie van het vak gezondheids- bevordering en preventie, de randvoorwaarden waaronder gewerkt moet worden, de positie van de GB/P-er (binnen de instelling en de regio) en zijn ideeën, wensen en behoeften.

Doelgroep van het Trendonderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd onder alle GB/P-ers die werkzaam zijn binnen de sectoren van de GGD, de GGZ, de verslavingszorg, de thuiszorg en de landelijke gezondheidsbevorderen- de instellingen (GBI's), en die gezondheidsbevordering/preventie als hoofdtaak hebben.


---

Opzet van het Trendonderzoek
Het Trendonderzoek 2004 bestaat uit twee delen. In het eerste deel is bij alle GB/Pinstellingen
---
via een telefonische inventarisatie vastgesteld weke personen deel uitmaken van de beroeps-
---
groep. In het tweede deel hebben al deze personen persoonlijk een vragenlijst ontvangen (periode: mei/juni/juli 2004): een persoonsvragenlijst voor de GB/Pers en een instellings-
---
vragenlijst voor de hoofden GB/P over de inbedding van GB/P binnen de instelling.

Het hele traject van het onderzoek is begeleid door een begeleidingscommissie waarin elke sector vertegenwoordigd was.

Respons
Het responspercentage van de instellingsvragenlijsten bedroeg 57% en van de persoons- vragenlijsten 59%. De groep respondenten geeft een representatief beeld van de totale populatie.


---

Meer resultaten Trendonderzoek

Meer resulaten Voornaamste achterblijvers Voornaamste koplopers Aantal GB/P-ers per instelling/ De thuiszorginstellingen zijn het De instellingen van de GBI's zijn het vestiging is binnen alle sectoren kleinst (gemiddeld 1,9 fte per grootst (gemiddeld 10,0 fte per gestegen vestiging). vestiging). Maar gemiddeld 19% van de GB/P- De minste fulltimers werken bij de De meeste fulltimers werken in de ers werkt fulltime. De meeste (42%) Thuiszorg (9%). verslavingszorg (37%) en de GBI's werken 25-32 uur/week (27%).. 83% is in vaste dienst De minste vaste contracten lopen bij De meeste vaste contracten lopen bij de GBI's (74%). de thuiszorg (90%). Gemiddeld zitten de GB/P-ers 8,6 GGZ-medewerkers zitten het korst in GBI-medewerkers zitten het langst in jaar in het vak. het vak: 7,6 jaar. het vak: 10,1 jaar. Weinig GB/P-ers zitten in de uitvoer De minste uitvoerende medewerkers De meeste uitvoerende medewerkers (13%). werken bij de GBI's (7%). werken in de verslavingszorg (20%). Het gemiddelde bruto maandsalaris Het minste wordt verdiend in de ver- Het meeste wordt verdiend bij de is 3186 euro. slavingszorg (2789 euro) en de GGZ (3378 euro) en bij de GBI's thuiszorg (2879 euro) (ook laagste (3431 euro). opleidingsniveau). Meer dan helft GB/P-ers is tevreden De medewerkers in de verslavings- Medewerkers in de GGZ en in de met het salaris. zorg zijn het minst tevreden. GBI's zijn het meest tevreden. Het salaris van de GB/P-er is per Percentueel is het salaris binnen de saldo gelijk gebeleven (stijging van GGZ en de verslavingszorg het 31%). minst toegenomen. Afgezet tegen de gemiddelde salaris-stijging is hier sprake van een daling van 11% respectievelijk 15%. 28% van de GB/P-ers heeft de inten- Bij de GBI's (34%) en de thuiszorg tie om te vertrekken. (33%) is de vertrekintentie het hoogst. 71% van de instellingen heeft een Bij de GBI's komt dit het minst voor Bij de verslavingszorg is hiervan het hoofd GB/P. (33%). meeste sprake (100%) 55% van de instellingen heeft een Bij de thuiszorg komt dit het minst Bij de verslavingszorg is hiervan het GB/P-er in het management-team voor (27%). meest sprake (78%)

Kengetallen GGD

1. In de sector van de GGD werken 390 GB/P-ers (278 fte). Zij vertegenwoordigen 33% van de totale beroepsgroep. In de sectoren van de GGD en de GGZ zijn de meeste GB/P-ers werkzaam.

2. De GB/P-ers zijn werkzaam binnen 39 GGD'en. Gemiddeld werken er 9,8 GB/P-ers per instelling/vestiging voor gemiddeld 7,0 fte.

3. Binnen de GGD'en werken ten opzichte van de andere sectoren de meeste vrouwen (86% is vrouw).

4. De gemiddelde leeftijd van de GB/P-ers is 41 jaar (39% is 36-45 jaar).
5. Veertien procent van de GB/P-ers bij de GGD werkt fulltime. De grootste groep (45%) werkt drie dagen. Samen met de thuiszorgmedewerkers, werken de GB/P-ers van de GGD van alle sectoren de minste uren per week.
6. Zesentachtig procent van de GB/P-ers heeft een vast contract.
7. De GB/P-er bij de GGD zit, samen met de medewerkers van de GBI's, al gemiddeld het langst in het vak (9,6 jaar).

8. Van de GB/P-ers is 26% beleidsmedewerker, 57% medewerker GB en 13% uitvoerend medewerker.

9. Het gemiddelde bruto maandsalaris bij fulltime dienstverband is 3152 euro.
10. Binnen de GGD'en zijn de meeste GB/P-ers per 100.000 inwoners werkzaam in de provincie Zeeland. De minste in Flevoland.

11. Van de GB/P-ers heeft 54% een universitaire opleiding, 13% een HBO + VO opleiding, 29% een HBO-opleiding en 4% een MBO-opleiding.


---

12. 20% van de GB/P-ers volgde Gezondheidswetenschappen in Maastricht, 12% Voorlichtingskunde in Wageningen, 18% een non-specifieke universitaire opleiding en 32% een non-specifieke HBO-opleiding.
13. Binnen de GGD'en is GB/P voornamelijk georganiseerd vanuit een grotere safafdeling
---
(70%). Bij 56% van de GGD'en is sprake van een teamleider/afdelingshoofd GB/P en bij 47% van een GB/P-er in het managementteam.

Kengetallen GGZ

1. In de sector van de GGZ werken 345 GB/P-ers (266 fte). Zij vertegenwoordigen 29% van de totale beroepsgroep. Samen met de sector van de GGD zijn zij de sector met de meeste GB/P-ers.

2. De GB/P-ers zijn werkzaam binnen 47 GGZ-instellingen, die iets op het gebied van GB/P doen. Gemiddeld werken er 6,9 GB/P-ers per instelling/vestiging voor gemiddeld 5,3 fte.
3. Binnen de GGZ-instellingen is 76% van de GB/P-ers vrouw.
4. De gemiddelde leeftijd van de GB/P-ers is 42 jaar (34% is 46-55 jaar).
5. Zestien procent van de GB/P-ers bij de GGZ werkt fulltime. De grootste groep (45%) werkt 25-32 uur per week.

6. Tweeëntachtig procent van de GB/P-ers heeft een vast contract.
7. GB/P-ers bij de GGZ werken gemiddeld al 7,6 jaar in het vak. In vergelijking met de andere sectoren zitten zij nog het kortst in het vak.
8. Van de GB/P-ers is 36% beleidsmedewerker, 49% medewerker GB en 9% uitvoerend medewerker.

9. Het gemiddelde bruto maandsalaris bij fulltime dienstverband is 3378 euro. De GB/P-ers van de GGZ-instellingen (en van de GBI's) zijn het meest tevreden met het salaris. In de sector van de GGZ en de GBI's liggen de salarissen het hoogst. Dit is te verklaren door het hogere opleidingsniveau binnen deze sectoren.


10. Binnen de GGZ-instellingen zijn de meeste GB/P-ers per 100.000 inwoners werkzaam in de provincie Zeeland en de minste in Flevoland.


11. Van de GB/P-ers heeft 72% een universitaire opleiding, 11% een HBO + VO opleiding, 16% een HBO-opleiding en 0% een MBO-opleiding.
12. Vijfendertig procent volgde een non-specifieke universitaire opleiding, 18% een non- specifieke HBO-opleiding en 15% Psychologie (anders dan in Nijmegen).


13. Binnen de GGZ-instellingen wordt meestal vanuit een aparte afdeling GB/P gewerkt (63%).

Bij 77% van de GGZ-instellingen is sprake van een teamleider/afdelingshoofd GB/P en bij 61% van een GB/P-er in het managementteam.

Kengetallen Thuiszorg

1. In de sector van de thuiszorg werken 86 GB/P-ers (60 fte). Zij vertegenwoordigen 7% van de totale beroepsgroep en zijn daarmee de kleinste GB/P-sector.
2. De GB/P-ers zijn werkzaam binnen 35 thuiszorginstellingen die iets op het gebied van GB/P doen. Gemiddeld werken er 2,7 GB/P-ers per instelling/vestiging voor gemiddeld
1,9 fte.

3. De thuiszorg kent, samen met de sector van de GGD, het hoogste percentage vrouwe- lijke GB/P-ers (85%).

4. De gemiddelde leeftijd van de GB/P-ers is 43 jaar (40% is 36-45 jaar).
5. Negen procent van de GB/P-ers bij de thuiszorg werkt fulltime. De grootste groep (51%) werkt drie dagen per week. In verhouding met de andere sectoren werken er in de thuiszorg de minste fulltimers.

6. In vergelijking met de andere sectoren hebben de GB/P-ers binnen de thuiszorg het vaakst een vast contract (90%).

7. De GB/P-er bij de thuiszorg werkt gemiddeld al 7,9 jaar in het vak.


---


8. Van de GB/P-ers is 36% beleidsmedewerker, 40% medewerker GB en15% uitvoerend medewerker.

9. Het gemiddelde bruto maandsalaris bij fulltime dienstverband is 2879 euro. In de sector van de thuiszorg (en de verslavingszorg) wordt het minst verdiend.
10. Binnen de thuiszorginstellingen zijn de meeste GB/P-ers per 100.000 inwoners werkzaam in de provincie Drenthe en de minste in Noord-Brabant.
11. Van de GB/P-ers heeft 44% een universitaire opleiding, 24% een HBO + VO opleiding, 30% een HBO-opleiding en 2% een MBO-opleiding.
12. Veertien procent volgde Gezondheidswetenschappen in Maastricht, 21% een non- specifieke universitaire opleiding en 39% een non-specifieke HBO-opleiding.
13. Van alle sectoren hebben de thuiszorgmedewerkers het afgelopen jaar het meest gesolliciteerd (28%).

14. De thuiszorg geeft (samen met de GGZ-sector) het laagste cijfer aan haar sectorale koepelorganisatie (5,3).

15. Binnen de thuiszorginstellingen is GB/P voornamelijk geïntegreerd in andere afdelingen (50%). Bij 75% van de instellingen is sprake van een teamleider/afdelingshoofd GB/P en bij 27% van een GB/P-er in het managementteam.
16. Op het moment is er binnen de thuiszorg voornamelijk behoefte aan functionarissen GB/P.

Kengetallen Verslavingszorg

1. In de sector van de verslavingszorg werken 193 GB/P-ers (165 fte). Zij vertegenwoor- digen 16% van de totale beroepsgroep.

1. De GB/P-ers zijn werkzaam binnen vijftien verslavingszorginstellingen. Gemiddeld wer- ken er 9,2 GB/P-ers per instelling/vestiging voor gemiddeld 7,8 fte.
2. Binnen de verslavingszorg is 74% van alle GB/P-ers vrouw.
3. De gemiddelde leeftijd van de GB/P-ers is 40 jaar (38% is 26-35 jaar).
4. Binnen de verslavingszorg (en de GBI´s) werken in verhouding met de andere sectoren de meeste fulltimers (37%).

5. Vierentachtig procent van de GB/P-ers heeft een vast contract.
6. De GB/P-er bij de verslavingszorg werkt gemiddeld al 8,1 jaar in het vak.
7. Van de GB/P-ers is 8% beleidsmedewerker, 65% medewerker GB en 20% uitvoerend medewerker.

8. Het gemiddelde bruto maandsalaris bij fulltime dienstverband is 2789 euro. In de sector de verslavingszorg (en de thuiszorg) wordt het minst verdiend. Dit is te verklaren uit het lagere opleidingsniveau van de sector.

9. Binnen de verslavingszorg zijn de meeste GB/P-ers per 100.000 inwoners werkzaam in de provincie Overijssel en Zeeland en de minste in Utrecht.
10. Van de GB/P-ers heeft 35% een universitaire opleiding, 13% een HBO + VO opleiding, 51% een HBO-opleiding en 1% een MBO-opleiding.
11. Tien procent volgde Gezondheidswetenschappen in Maastricht, 15% een non-specifieke universitaire opleiding, 47% een non-specifieke HBO-opleiding en 12% een HBO + VO opleiding.

12. De verslavingszorg voelt zich van alle sectoren het meest betrokken bij, verantwoordelijk voor en van invloed op de landelijke kwaliteitsontwikkelingen van GB/P.
13. De GB/P-ers van de verslavingszorg hebben het afgelopen jaar het minst gesolliciteerd (13% heeft gesolliciteerd).

14. Op het moment is er binnen de verslavingszorg voornamelijk behoefte aan functionaris- sen GB/P.

15. Binnen de verslavingszorg-instellingen wordt meestal vanuit een aparte afdeling GB/P gewerkt (89%). Bij 100% van de instellingen is sprake van een teamleider/afdelingshoofd GB/P en bij 78% van een GB/P-er in het managementteam.


10

Kengetallen GBI

1. In de sector van de GBI's werken 163 GB/P-ers (141 fte). Zij vertegenwoordigen 14% van de totale beroepsgroep en zijn daarmee na de thuiszorg de kleinste GB/P-sector. Het aantal GB/P-ers bij de GBI's is de afgelopen tien jaar van alle sectoren het meest gestegen. Hun aandeel in het GB/P-veld is hiermee verdubbeld.
2. De GB/P-ers zijn werkzaam binnen vijftien GBI's. Gemiddeld werken er 11,6 GB/P-ers per instelling/vestiging voor gemiddeld 10 fte. Daarmee zijn de GBI's van alle instellingen in het GB/P-veld het grootst.

3. In verhouding tot de andere sectoren werken er in de sector van de GBI's de minste vrouwen (70%).

4. De gemiddelde leeftijd van de GB/P-ers is 40 jaar (34% is 26-35 jaar).
5. Binnen de GBI's (en de verslavingszorg) werken in verhouding met de andere sectoren de meeste fulltimers (27%).

6. De sector van de GBI kent vergeleken met de andere sectoren de minste vaste contrac- ten (74%).

7. GB/P-ers bij de GBI zitten (samen met de GGD-medewerk) al gemiddeld het langst in het vak (10,1 jaar). Ook wisselen zij het vaakst van baan. Hun huidige baan is gemiddeld hun
2,2e baan. Zij zijn dan ook (samen met de GGZ-medewerkers) nog het kortst werkzaam in hun huidige functie (5,8 jaar).

8. Van de GB/P-ers is 34% beleidsmedewerker, 52% medewerker GB en 7% uitvoerend medewerker.

9. Het gemiddelde bruto maandsalaris bij fulltime dienstverband is 3431 euro. De sector van de GBI's is de sector waarin het meest wordt verdiend. Dit is te verklaren uit het hogere opleidingsniveau binnen deze sector.

10. Van de GB/P-ers heeft 74% een universitaire opleiding, 8% een HBO + VO opleiding, 18% een HBO-opleiding en 0% een MBO-opleiding. 12. Veertien procent volgde Gezondheidswetenschappen in Maastricht, 10% Voorlichtingskunde in Wageningen, 41% een non-specifieke universitaire opleiding en 21% een non-specifieke HBO-opleiding.
13. De GBI's zijn het er het minst van alle sectoren mee eens dat er voldoende instrumenten zijn voor de landelijke kwaliteitsontwikkelingen van GB (60% is het hiermee (gedeeltelijk) niet eens).
14. Binnen de GBI's is GB/P voornamelijk georganiseerd vanuit een grotere stafafdeling (50%). Bij 33% van de GBI's is sprake van een teamleider/afdelingshoofd GB/P en bij 71% van een GB/P-er in het managementteam.

Voor de aanbevelingen en meer resultaten en conclusies wordt verwezen naar het gehele rapport, gratis te downloaden van www.nigz.nl.

Colofon

Trendonderzoek gezondheidsbevordering en preventie 2004 Gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers en de uitoefening van hun vak

Uitgave van: Nationaal Instituut voor ezondheidsbevordering en
---
Ziektepreventie-Centrum Kennis & Kwaliteit, 2004 Auteurs: Fee van der Poel, Francel Waisvisz, Gerard Molleman

© NIGZ 2004. Gegevens uit deze uitgave mag worden overgenomen, mits met bronvermelding


---


---- --