9 februari 2005
Trendonderzoek 2004: GB/P-er wil meer eigen verantwoordelijkheid en
minder vrijblijvendheid
Het aantal mensen werkzaam in de Gezondheidsbevordering- en preventie
(verder te noemen GB/P)-sector is gestegen met 68%. Het
opleidingsniveau van de GB/P-er is hoog, maar slechts 29% van de
GB/P-ers heeft een specifieke GB/P-opleiding gevolgd. Het GB/P-beroep
is een vrouwenberoep. Minder vrijblijvendheid en meer eigen
verantwoordelijkheid wordt op prijs gesteld. Dit zijn enkele
belangrijke conclusies van het Trendonderzoek GB/P 2004, uitgevoerd
door het NIGZ in samenwerking met de NVPG.
Het Trendonderzoek 2004 geeft een beeld van de positie van het vak
gezondheidsbevordering en preventie, de randvoorwaarden waaronder
wordt gewerkt , de positie van de GB/P-er (binnen de instelling en de
regio) en zijn ideeën, wensen en behoeften. Eerdere Trendonderzoeken
vonden plaats in 1991 en 1994. De gegevens uit het Trendonderzoek
kunnen gebruikt worden door landelijke ondersteuningsinstellingen,
koepelorganisaties, de NVPG, opleidingen en beleidsmakers om
gefundeerder speerpunten te kiezen voor beleid en meer gericht
ondersteuning te bieden aan het lokale GB/P-veld.
Enkele resultaten
* De belangrijkste informatiebronnen zijn collegaâs en algemene
zoekmachines;
* Databanken en specifieke websites worden nog relatief weinig
geraadpleegd. Internationale literatuur wordt nauwelijks gelezen.
Van de vakbladen wordt het vakblad G en De Preventieperiodiek het
meeste gelezen;
* Bijna de helft van alle instellingen is bezig om een
kwaliteitssysteem stapsgewijs en systematisch binnen de gehele
instelling te implementeren. De afdeling GB/P blijft hier echter
ver bij achter;
* Tweederde van de hoofden GB/P en van de GB/P-ers vindt het
QUI-project (redelijk) belangrijk. Wordt er echter gekeken naar de
deelname aan het QUI-project, dan geeft 40% van de GB/P-ers aan
maar 0-25% van zijn/haar projecten in de QUI-databank te hebben;
* 45% van de respondenten is lid van de NVPG. De hoofden GB/P zien
belang in de registratie van GB/P-ers bij de NVPG (69%);
* De GGDâen werken het meeste samen. Dit doen ze voornamelijk met de
verslavingszorginstellingen. Alle sectoren werken het meeste samen
met de GGD.
* Professionals vinden dat er minder vrijblijvend omgegaan mag
worden met registratie bij de NVPG en het registreren van
projecten in de QUI-databank. Ook zijn zij bereid om een eigen
bijdrage te leveren aan de kosten en de tijd van bij- en
nascholingscursussen. De professional wil dus meer eigen
verantwoordelijkheid oppakken dan landelijke instellingen vaak
denken.
In de publicatie van het Trendonderzoek worden de resultaten voor
zowel de gehele GB/P-sector als voor de afzonderlijke sectoren
weergegeven. Het onderzoek is uitgevoerd onder alle GB/P-ers die
werkzaam zijn binnen de sectoren van de GGDâen, de GGZ, de
verslavingszorg, de thuiszorg en de landelijke gezondheidsbevorderende
instellingen (GBIâs), en die gezondheidsbevordering of preventie als
hoofdtaak hebben. Het onderzoek is uitgevoerd in de maanden mei, juni
en juli van 2004. Het hele traject van het onderzoek is begeleid door
een begeleidingscommissie waarin elke sector was vertegenwoordigd.
Meer informatie
De publicatie en een beknopt overzicht van de resultaten zijn
bijgevoegd als pdf-bestanden.
------------------------------------
Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie