Provincie Friesland

Toespraak Gedeputeerde Anita Andriesen bij ondertekening Prestatieovereenkomst 2005

Datum: 9 februari 2005

Beste mensen, medewerkers van DLG en mensen van de pers, welkom in de Provinciehuis.

Ik ben blij dat er weer een prestatieovereenkomst met de Dienst landelijk Gebied voor 2005 klaar ligt om getekend te gaan worden. Er is de laatste tijd veel gebeurd in de landinrichting; de klassieke 'oude' landinrichting en de landinrichting van de toekomst.

Voor onze provincie zijn daarbij nu bestuurlijke afspraken gemaakt die voor de toekomst van de landinrichting, en vooral de landbouw in de landinrichting van groot belang zijn. Ik wil daar zo meteen nader op in gaan.

Daarnaast wil ik graag een aantal zaken memoreren die in het voorbije jaar zijn gepasseerd, belangrijke mijlpalen en ontwikkelingen. Daarna wil ik vooruit kijken naar dit jaar. Hierbij wil ik mijn visie geven op de bestuurlijke ontwikkelingen van de laatste tijd.

2004: Taskforce Landinrichting: afronden van de klassieke blokken.

Het jaar 2004 is een jaar geworden dat in het teken stond van 'versneld afronden' van de klassieke landinrichting. In Fryslân wordt het belang van de klassieke landinrichting al jaren gezien. Per slot van rekening gaat het voor ons om 11, vaak vrij forse, projecten die allemaal in de eindfase zitten. Het is geen nieuws dat het proces om deze projecten af te ronden moeizaam kan verlopen. Ik ben blij dat het rijk dat nu ook mede heeft onderkend.

Eigenlijk is dat proces al eerder in 2003 begonnen, vorig jaar is het dan ook goed op gang gekomen. En het is goed verlopen. Samen met de LC's, de voorzitters, DLG en Kadaster is er een goed plan opgesteld met maatregelen om de 11 klassieke projecten in Fryslân snel af te ronden. In dit plan zijn duidelijke afspraken gemaakt wanneer de verschillende projecten kunnen worden afgerond. Van belang daarbij is dat er geen sprake is van een nieuwe bezuiniging zoals bij de 3-slag. Voor alle projecten is afgesproken dat ze op de normale manier kunnen worden afgerond. Er is geen sprake van omzetting naar een modulaire aanpak, dit was even het geval van Baarderadeel. De aanpak van de Taskforce heeft een brede bestuurlijke instemming ontvangen.

Over de financiering van de Taskforce-projecten is afgesproken van het Rijk en de Provincie beide voor 1/3 van de kosten staan, daarnaast moet 1/3 worden behaald door het vinden van 'slimme' financieringsconstructies. Bijvoorbeeld door financiering uit Europese middelen.

Naast alle overige zaken die in 2004 centraal stonden bij de landinrichting en de grondverwerving zal het hard nodig blijven in de komende jaren deze 11 projecten ook daadwerkelijk af te ronden. Nieuwe vertragingen kunnen we daarbij dan ook niet gebruiken, ook al liggen de oorzaken van deze vertragingen meestal buiten ons bereik (Sauwerd).

In 2004 zijn er natuurlijk heel veel resultaten neergezet die de moeite van het noemen meer dan waard zijn. Ik noem er hier een paar:


- ROM: landinrichting in Oranjewoud, duidelijkheid over mogelijkheden van nieuwe EHS overal in Fryslân (knelpuntenpot).
- Cofinanciering van de landinrichting: Brussels geld uit LIFE en POP, combinatie met bodemdaling programma Wetterskip.
- Knelpunten nu eindelijk opgelost bij Lemsterpolders, Ravenswoud en Hollum-Ballum.
- Veel grond gekocht.

In de tekst van de PO-2005 worden de meest in het oog springende highlights van 2004 nader genoemd.

2005: door met de Taskforce en de nieuwe landinrichting

In 2005 is het zaak om door te zetten met het afronden van de klassieke blokken. In de komende 3 jaar zullen 6 á 7 projecten afgerond kunnen worden. Daarnaast is de landinrichting modulair nu ook volop aan de gang in Fryslân.

De realisering van de gebiedsvisies in zuidoost Fryslân wordt geheel gerealiseerd via landinrichting. De LC Koningsdiep zal in april als laatste worden geïnstalleerd.

Ook zal de landinrichtingscommissie Bûtenfjild in 2005 worden geïnstalleerd. De realisatie van dit project verloopt tot nu toe in een hoog tempo. Ik denk dat tempo ook zeker een belangrijke factor is maar niet de enige factor. Ik vind het wel van belang dat in gebieden waar relatief grote gebieden onderhevig zijn aan functieverandering (van landbouw naar natuur) er voldoende tijd is dat de plannen kunnen wennen in de streek en dat er tijd wordt genomen om alle discussies uitgebreid genoeg te kunnen voeren. Bûtenfjild is een gebied waar dit zeker ook van belang is.

De grondverwerving van de EHS gebieden komt nu zo langzamerhand in een fase dat in sommige gebieden de meeste grond verworven is. Dat proces verloopt goed. Parallel daarmee vind ik het belangrijk dat het particulier natuurbeheer naast de grondverwerving een plek krijgt. Daarvoor zal in 2005 een apart programma voor. Daarbij zal i.s.m. BBL een kaart worden opgesteld met de meest geschikte EHS-gebieden waarin PN als instrument succesvol kan worden ingezet. De nieuwe lijn is dan dat aankoop en PN gelijkwaardige opties zijn als het gaat om de realisatie van natuurdoelstellingen. Een punt van aandacht daarbij is een goede afstemming tussen de particuliere natuurbeheerders en de terreinbeheerders voor een efficiënt beheer van de gebieden. In Baarderadeel wordt op dit moment al intensief gewerkt aan een plan van aanpak voor de inzet van PN.

In het kader van de grondverwerving zijn nu ontwikkelingen gaande waarbij in goede samenwerking met BBL, gemeenten en andere partijen op een nieuwe wijze gronden worden verworven. In het provinciehuis wordt ook nagedacht over de rol van de provincie bij grondverwerving, bijvoorbeeld door het instellen van een grondbank. Ik verwacht hierbij in 2005 de nog nodige ontwikkelingen.

Nieuwe modules voor de landinrichting komen in de uitvoering in Swette de Burd en Jistrum. De totstandkoming van deze projecten is niet zonder slag af stoot verlopen. Met name de (krampachtige) koppeling met natuurdoelstellingen die de minister in eerste instantie heeft aangehouden bij deze projecten heeft uiteindelijk er mede toe geleid dat de landelijke discussie over het kunnen subsidiëren van landbouwdoelen in de modulaire projecten een andere koers heeft genomen. Daar wil ik tot slot op in gaan.

Landinrichting van de toekomst

De afgelopen weken heb ik intensief overleg gevoerd over de financiering van de landinrichting voor de komende jaren. De oude klassieke projecten zullen (en moeten) de komende jaren versneld worden afgerond, ik wil daar helder in zijn. Daarover zijn we het goed eens geworden met het ministerie van LNV. Ik vind het belangrijk dat deze afspraken nu ook waar gemaakt worden.

Ik ben blij dat er nu ook nieuwe afspraken zijn gemaakt voor de nieuwe landinrichting. Zoals bekend heeft LNV een nieuwe normsystematiek voor de landinrichting uitgewerkt. De positie van de landbouw binnen deze normsystematiek was onderwerp van discussie. Mijn inzet daarbij is dat het realiseren van natuurdoelstellingen simpelweg niet kan zonder te letten op de positie van de landbouw. De systematiek werkt vanuit het principe 65:35 verdeling tussen EHS en flankerend beleid voor de landbouw. Echter, afgesproken is dat als het in bepaalde nodig is om meer te investeren in landbouwgebieden dan de norm 65:35 dat toelaat het mogelijk moet zijn om hier flexibel mee om te gaan. Op korte termijn kunnen we wat dat betreft flexibel omgaan met het hanteren van de subsidienormen, op de lange termijn blijven de afspraken met het rijk die ze zijn en daar zullen we ons ook aan houden.

Deze afspraken maken het mogelijk dat de modulaire landinrichting met de nodige flexibiliteit aan de slag kan. Ik weet dat veel landinrichtingscommissies de laatste tijd met nodige zorg deze discussies gevolgd hebben. Ik ben blij dat de minister van LNV open heeft gestaan voor de argumenten die hem zijn aangedragen, niet in de laatste plaats vanuit Fryslân. De financiering van de nieuwe landinrichting is een apart hoofdstuk. Ook daarover zijn nu afspraken gemaakt. Kern daarvan is dat via een combinatie van middelen van het Rijk, Europa en ook de provincie de financiering geregeld zal gaan worden.

Met deze nieuwe ontwikkelingen kan gezegd worden dat de landinrichting van de toekomst en de landbouw daarvan als onderdeel weer op het goede spoor zit. Landinrichting is en blijft het belangrijkste instrument voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van landbouw, natuur en water. Ik ben blij dat dit in goede samenwerking met de DLG is verlopen. Ik hoop de in 2005 dit op dezelfde voet wordt doorgezet.

Dan geef ik nu het woord aan Johan van Abbema.

Daarna ondertekenen, met pers.

---- --