Nieuws
9 feb 2005 - Inbreng Paul de Krom bij debat
Ministeriële Regeling Gas en Elektriciteit
Op woensdag 9 februari 2005 had in de Tweede Kamer het debat plaats over
de Ministeriële Regeling Gas en Elektriciteit. Voor dit debat met de
minister van Economische Zaken nam VVD-Tweede-Kamerlid Paul de Krom het
woord. Hieronder treft u de inbreng van De Krom.
Flexibiliteit (artikel 15)
Op grond van een amendement van CDA en PvdA bij de I&I Wet is de
netbeheerder wettelijk verplicht om flexibiliteitsdiensten aan te bieden.
Waar de VVD, net zoals de Minister overigens, tegen was. Uit de
toelichting bij het amendement blijkt dat de indieners beoogden om de
marktwerking te bevorderen. De vraag is of dit wettelijk kader, inclusief
het bepaalde in deze ministeriele regeling, dat inderdaad doet of juist
niet. De vragen die ik heb zijn de volgende:
1. De flexibiliteitsmarkt is een markt in wording. Hoe weet GTS eigenlijk
dat de diensten die worden aangeboden ook aansluiten op de vraag in de
markt? Welk mechanisme zorgt daarvoor?
2. Doordat de TSO is verplicht om flexibiliteitsdiensten aan te bieden,
is er per definitie voldoende aanbod in de markt. Dit lijkt mij niet
bepaald een prikkel voor potentiële aanbieders c.q. investeerders. De
vraag is: hoe ziet de Minister toch een markt ontstaan zolang deze
weeffout in het wettelijk systeem zit?
3. Uit de toelichting bij het amendement blijkt dat het doel tevens was
'een prijsstelling die bijdraagt aan een krachtige ontwikkeling van de
gasmarkt'. Dat betekent dat de prijsstelling in ieder geval niet lager
moet zijn dan de prijs die private partijen nodig hebben om investeringen
in flexibiliteitsdiensten renderend te maken. De vraag is: hoe komt die
prijs tot stand? Een goed functionerende transparante en liquide markt is
er nog niet. Hoe gaat de Minister voorkomen dat GTS diensten aanbiedt
tegen een lagere dan een commercieel verantwoorde prijs - bijvoorbeeld om
concurrerende diensten uit de markt te drukken ? Artikel 15 concentreert
zich op de aanbieding van andere diensten door GTS maar zegt niets over
het marktprobleem. Op grond van een amendement van CDA en PvdA is de
netbeheerder wettelijk verplicht om flexibiliteitsdiensten aan te bieden.
Waar de VVD, net zoals de Minister overigens, tegen was. Uit de
toelichting bij het amendement blijkt dat de indieners beoogden om de
marktwerking te bevorderen. Het lijkt mij dat a) minimaal de prijs wordt
afgestemd op concurrerende diensten die in de markt worden betaald,
bijvoorbeeld via de prijsindex van de APX, of b) flexibiliteit via de
beurs wordt aangeboden, of c) de TSO via de beurs flexibiliteit voor
derden inkoopt, uiteraard tegen een vergoeding. Deelt de Minister mijn
analyse en welke oplossing staat hem voor ogen? Graag een reactie.
4. Ik kan mij voorstellen dat de aanbiedingsplicht van GTS wordt
afgeschaft als er voldoende aanbieders zijn en een vorm van een liquide
en transparante markt is ontstaan. Wettelijke bescherming van afnemers is
dan niet meer nodig. Deelt de Minister die opvatting en wanneer denkt hij
die situatie te bereiken? Ik wil in ieder geval dat dit punt wordt
betrokken bij de evaluatie van het Besluit Leveringszekerheid Gas.
Daarvan heb ik eerder gezegd dat het investeringen in gasopslag
ontmoedigt in plaats van bevorderd. Kan de Minister dit toezeggen?
Balancering (artikel 14)
Net als bij elektriciteit moet het uitgangspunt zijn dat het handhaven
van de systeembalans in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de
markt(partijen) zelf is (zijn). Pas wanneer partijen er zelf niet in
slagen hun portfolio in balans te houden of het systeem om andere redenen
in onbalans raakt is er een taak voor de TSO weggelegd. Het systeem zoals
dat in 1996 in Engeland is geïntroduceerd, de onbalansmarkt als
aangewezen instrument voor de markt en de TSO om de balanshandhavingstaak
op doelmatige en efficiënte wijze vorm te geven, heeft in dit opzicht
zijn succes bewezen. Transco, de Gas TSO in de UK komt slechts nog
sporadisch in actie voor het handhaven van de systeembalans en de enige
actie die zij dan neemt is het plaatsen van een bod op de onbalansmarkt
om de markt te prikkelen om het ontstane onbalansprobleem zelf op te
lossen. DTe heeft het succes van het Engelse systeem onderkend en in de
Gastransportrichtlijnen voor 2005 bepaald dat de TSO een voorstel moet
maken voor een economischer georiënteerd balanceringsregime dat in ieder
geval een prikkel bevat voor netgebruikers om de handhaving van de
systeembalans te ondersteunen. In hoeverre heeft de Minister bij het
voorgestelde systeem - waarin een veel grotere rol is weggelegd voor de
TSO - rekening gehouden met de ervaringen in Engeland? Waarom denkt hij
niet via de lijn van een onbalansmarkt? Hij denkt zelf ook al aan een
combinatie flexibiliteits-en onbalansdienst blijkens de toelichting bij
artikel 15. Waarom dan toch deze regeling?
Noodvermogen
Artikel 22 lid 3 regelt de prioriteitsvolgorde van afschakelen. Op
zichzelf prima, maar dit moet niet te strikt worden geïmplementeerd. Ik
heb eerder al gewaarschwud voor te grote wettelijke detaillering. Tennet
moet flexibiliteit houden om bijv. grote industriële complexen -
uiteraard in overleg - af te schakelen als zij de beschikking hebben over
noodvermogen zodat het vrijvallende vermogen elders kan worden ingezet.
Overigens: waarom kan noodvermogen niet ook via een beurs worden
ingekocht? Ik kan mij voorstellen dat instellingen met eigen noodvermogen
dat op de beurs aanbieden, en Tennet dat dan inkoopt. Ziet de Minister
daar wat in?
Leveranciersmodel
Dte heeft in september 2004 aan KMPG de opdracht gegeven te onderzoeken
of de toepassing van het leveranciersmodel kan leiden tot een verstoring
van de concurrentieverhoudingen op de energiemarkt.
Op basis van de uitkomsten van onderzoek door KPMG komt Dte tot het
standpunt dat op dit moment het risico bestaat dat de toepassing van de
Modelovereenkomst Leveranciersmodel in de praktijk leidt tot ongelijke
concurrentieverhoudingen tussen bestaande leveranciers en nieuwe
leveranciers. Oorzaken zijn a) de garantiestelling die netbeheerders
vragen van leveranciers, b) de afspraken die gemaakt zijn over
administratieve vergoeding.
Dte is ook van mening dat er vervolgstappen moeten worden gezet om de
risico's op ongelijkheid te in concurrentiecondities zoveel mogelijk op
te heffen. Het KPMG-rapport bevat een aantal aanbevelingen. Graag zou ik
van de Minister vernemen hoe het hiermee staat.
Aansluitplicht gas
I.t.t. electriciteitsnetbeheerders hebben gasnetbeheerders geen
aansluitverplichting. In feite bestaat dus voor gasaansluitingen een
systeem van onderhandelde toegang. Ook over de tariefstelling is niets
gereguleerd. Kan de Minister uitleggen waarom dit verschil bestaat, en
kan hij toelichten waarom dit systeem niet in strijd is met de Europese
richtlijnen die gereguleerde toegang tot de netwerken voorschrijven?
Voor meer informatie. p.dkrom@tweedekamer.nl en www.pauldekrom.nl
9 februari 2005
VVD