ChristenUnie
Bijdrage debat terrorisme Woensdag 9 Februari 2005 - 11:51
Alleen de uitgesproken tekst geldt!
André Rouvoet: Per 1 januari is de nieuwe identificatieplicht van
kracht. De intenties waren goed: bestrijding van de criminaliteit,
vergroting van de veiligheid, bevordering van de openbare orde. Wie
een bedreiging daarvan vormde moest uit de anonimiteit gehaald worden.
Nobele doelstellingen. Maar de praktijk is anders: in de eerste maand
3300 boetes, bijv. voor fietsers zonder achterlicht die zich bij
aanhouding niet konden identificeren.
Waarom dit aangehaald in dit debat? Omdat we niet alleen naar de goede
bedoelingen van voorstellen moeten kijken, maar ook naar de
vermoedelijke of mogelijke uitwerking in de praktijk. Dat is een
kwestie van verantwoordelijk wetgeven. Precies daarom heeft de
ChristenUnie tegen de uitgebreide identificatieplicht gestemd Ik zeg
dit maar in alle helderheid vooraf, omdat ik weg wil blijven bij de
vanzelfsprekendheid dat alles wat in het kader van
terrorismebestrijding wordt voorgesteld ook nuttig, nodig en wenselijk
is.
Geen misverstand: ook mijn fractie erkent de noodzaak van een stevig
pakket aan maatregelen tegen de dreiging van het terrorisme. Het besef
dat een open samenleving als de onze eigenlijk nooit afdoende
beveiligd kan worden tegen kwaadwillende lieden, mag ons er niet van
weerhouden om alles te doen wat in ons vermogen ligt om terrorisme en
gewelddadig extremisme tegen te gaan, onorthodoxe maatregelen niet
uitgesloten. Maar het is ditzelfde besef dat ons ertoe moet brengen om
óók als het gaat om terrorismebestrijding de proportionaliteitsvraag
te stellen. Ook in terrorisme-bestrijding is wel heel veel, maar niet
alles toegestaan. Ik ga er zonder meer van uit dat het kabinet dat met
mij eens is.
Daarbij speelt natuurlijk een belangrijke rol dat we het dan al snel
óók hebben over grondrechten van burgers. Zeker: daar mogen bij wet
inbreuken op worden gemaakt, maar dat vereist wel altijd een
zorgvuldige afweging: is het echt nodig en is het proportioneel?
Algemeen geformuleerd: de grens ligt dáár waar de rechtsstaat wordt
bedreigd door maatregelen die beogen haar te beschermen. Ik kom daar
straks nog wel op terug, maar wil nu alvast gezegd hebben dat mijn
fractie om die reden in elk geval niet kiest voor de simplistische
benadering, waarbij het kabinet falen en inactiviteit wordt verweten
omdat er nog geen moskee is dichtgetimmerd en nog maar één imam op het
vliegtuig is gezet. Dit soort ingrijpende beperkingen van de vrijheid
van godsdienst kúnnen voortvloeien uit noodzakelijke maatregelen, maar
zijn natuurlijk geen doel op zich en dus ook geen graadmeter voor
succesvol beleid.
Een vraag over de actuele situatie. In antwoord 79 lees ik dat de
terroristische dreiging is toegenomen. Hoe verhoudt dit zich nu met de
geruststellende woorden van de minister-president eind december, dat
we het ergste achter de rug hebben en dat Nederland weer vaste grond
onder de voeten heeft gekregen?
Verder viel mij op dat in de brief 2x gesteld wordt dat het niet
alleen gaat om terrorisme en radicalisering aan de kant van de islam,
maar ook bij bijv. rechts-extremisme, dierenrechtenactivisme en
radicaal anti-globalisme. Terecht, lijkt mij. Toch ontkom ik niet aan
de indruk dat de brief verder toch eigenlijk vooral over islamistisch
extremisme en terrorisme gaat. Ik zou wel eens willen weten of er nou
concrete, lopende terrorisme-onderzoeken tegen andere dan islamitische
personen en organisaties zijn.
In het debat over terrorismebestrijding is het risico groot dat we
tegen elkaar gaan opbieden in stevig taalgebruik en in voorstellen
voor een harde(re) aanpak. Daar wilde ik maar niet aan meedoen. De
fractie van de ChristenUnie heeft door de bank genomen waardering voor
hetgeen door de regering tot nu toe is gedaan en in gang gezet en
steunt de richting van de nieuwe voorstellen en maatregelen. De brief
van 24 januari geeft er een helder en samenhangend overzicht van.
Prima is ook het accent op het betrekken van het lokaal bestuur: juist
daar liggen goede mogelijkheden om radicalisering tegen te gaan; ik
denk aan de Rotterdamse aanpak Meedoen of achterblijven. Kan de
minister van Justitie mij overigens uitleggen waarom hij het niet
nodig vindt om in lijn met een ooit ingediend amendement-Schutte het
mogelijk te maken om ook organisaties zónder rechtspersoonlijkheid te
ontbinden? Dat lijkt mij uitgerekend i.v.m. terrorismebestrijding wel
nuttig!
Met het oog op de tijd ga ik maar even voorbij aan hoofdstuk 3 van de
brief, waarin de stand van zaken wordt geschetst. Daar zit één
specifiek punt in waar ik wel een probleem zie opdoemen, nl. in het
gebruiken van AIVD-informatie in strafzaken: langs deze achterdeur
dreigt immers alsnog de criminele burgerinfiltrant de rechtszaal
binnen te komen, waar we hem via een verbod voor politie en justitie
daar nou juist buiten wilden houden. Maar daar kom ik wel bij een
andere gelegenheid op terug.
Dan de voorstellen en aangekondigde maatregelen. Duidelijk is dat er
meer geld en meer capaciteit nodig is. Daarover kan ik kort zijn: wij
steunen de aangekondigde uitbreidingen en intensiveringen bij KMar,
IND, KLPD, AIVD, MIVD en DKDB (Dienst Koninklijke en Diplomatieke
Beveiliging)! Ook steun voor de komst van de Snelle Interventie
Eenheid als nieuwe speciale eenheid.
Nog wel twee vragen. In par. 4.1 lees ik dat de staf van de NCTb zich
gaat bezighouden met dreigingsbeelden, fenomeenanalyses,
trendrapportages, beleidsadvisering en regie over de uitvoering. Gaat
dit allemaal niet veel verder dan de coördinatie waar deze club voor
bedoeld was en wordt er zo niet veel dubbel werk gedaan? In diezelfde
paragraaf staat dat er meer geld komt voor de informatievergaring en
-bewerking bij de regionale politiekorpsen. Dat zijn als ik het goed
zie dus niet de RIDs, want die komen daarna apart aan bod. Waar gaat
het hier dan wel om? De Criminele Inlichtingen Eenheden?
Maar er wordt meer aangekondigd in de brief, die zo lees ik mede
namens de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie is gestuurd.
Tja, dat was de vorige keer ook zo Laten we maar hopen dat minister
Verdonk dit keer de brief van tevoren wél goed gelezen heeft!
Ik tel een tiental concrete voorstellen tot uitbreiding van de
mogelijkheden om op te treden tegen terrorisme. Naast een wetsvoorstel
betreffende de doorzettingsmacht van de Minister van Justitie zijn
dat: * het mogelijk maken dat al in geval van aanwijzingen van een
terroristisch misdrijf strafvorderlijk wordt opgetreden, * fouilleren
buiten concrete verdenking van een strafbaar feit, * een structurele
fouilleringsbevoegdheid op Schiphol en andere internationale
luchthavens, * het aanwijzen van semi-permanente
veiligheidsrisico-gebieden, * strafbaarstelling van apologie
(verheerlijking of goedpraten) van terroristische misdrijven, *
verruiming van de mogelijkheden tot een beroepsverbod als bijkomende
straf, * meldplicht voor personen die niet verdacht zijn, maar die we
niet vertrouwen, * een verbod voor dergelijke lieden om zich te
bevinden in de nabijheid van bepaalde personen of objecten, en *
verbreding van de toetsingsgronden van de Wet BIBOB.
Daarnaast gaat er het nodige gebeuren op het vlak van wat wordt
genoemd het interveniëren in radicaliseringsprocessen: het zgn.
verstoren (de tot voor kort omstreden strategie van het tegenhouden,
zoals gepromoot door de Amsterdamse politie, heeft kennelijk school
gemaakt!) van bepaalde dubieuze, bijv. anti-integratieve activiteiten
(wat zijn dat?!); het beter benutten van de mogelijkheden in het kader
van bestaande toezicht- en handhavingsbevoegd-heden, bijv. het
tegenhouden van ongewenste gastsprekers en bezoekers aan de grens; en
het via de Notice and Take Down-benadering aanpakken van verspreiding
van extreme opvattingen via internet. Wat dit laatste betreft: de
regering schrijft daar waar mogelijk tegen op te willen treden. Ik
neem maar aan dat dat ook geldt voor de televisie (Al Jazeera!). Maar
is er wat betreft internet echt niet meer mogelijk dan een meldpunt?!
Zoals gezegd: door de bank genomen steunt de ChristenUnie het kabinet
wat betreft de ingeslagen weg. Die steun is natuurlijk niet blind,
kritiekloos. Er zijn nog wel de nodige vragen te stellen bij de
vormgeving, de juridische houdbaarheid en de te verwachten uitwerking
in de praktijk van sommige voorstellen. Anders dan D66 vindt de
ChristenUnie niet dat de kabinetsvoorstellen op voorhand te ver gaan,
maar we zullen natuurlijk bij de behandeling van al die specifieke
wetsvoorstellen die worden aangekondigd wel zorgvuldig moeten kijken
of ze elk voor zich ook proportioneel zijn en juridisch deugdelijk, of
ze voldoen aan de eisen van rechtsstatelijkheid. Dat spreekt eigenlijk
vanzelf.
Bijv.: Hoe voorkom je bij het fouilleren op Schiphol of bij het
opleggen van een meldplicht voor zich verdacht gedragende personen
willekeur en kleurselectie? Hoe dun mogen aanwijzingen zijn om
personen die niet verdacht worden van een strafbaar feit toch af te
luisteren of te volgen? Hoe regel je nou dat de strafbaarheid van
iemand die een trainingskamp in bijv. Afghanistan bezoekt, afhangt van
de intentie waarmee hij dat doet? Is het bezoeken van een
terroristenopleidingskamp op zichzelf niet voldoende? Wat zijn de
criteria om gastsprekers als ongewenst te beschouwen? Als ze politiek
incorrecte opvattingen verkondigen? En wie bepaalt dat? Wordt Filip de
Winter of Abou Jajah straks bij de grens tegengehouden, terwijl de CD
of de AEL in ons land niet verboden zijn, of gaat het toch alleen om
fundamentalistische imams uit Saoedi-Arabië? En wat is dan de
betekenis van de term ongewenste gastsprekers als tegelijk in antwoord
141 wordt gesteld dat de staat zich heeft te onthouden van elke
bemoeienis met de belijdenis van godsdienst of levensovertuiging,
tenzij de wet wordt overtreden?
Dit zijn stuk voor stuk relevante vragen, die om een zorgvuldige
beantwoording vragen, als we tenminste fundamentele grondrechten als
de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst overeind
willen houden.
Ik hecht er aan om in dit verband nog eens te benadrukken dat
extremisme of terrorisme niet hetzelfde is als fundamentalisme of
orthodoxie. Zoals ik in het debat over de moord op Theo van Gogh al
namens mijn fractie heb gezegd: we voeren geen strijd tegen een
bepaalde bevolkingsgroep of tegen een religie. Onze strijd richt zich
tegen lieden die hun geloof perverteren, die de burgerlijke vrijheden
misbruiken die ons land hun verschaft, om zich met geweld te keren
tegen de grondslagen waarop dit land is gebouwd.
Afrondend. Naast het toegenomen gevoel van onveiligheid is er de
laatste jaren meer veranderd in Nederland. Een groep
communicatiewetenschappers van de Vrije Universiteit in Amsterdam
heeft onlangs aangetoond dat door de moord op Theo van Gogh mensen
negatiever zijn gaan denken over de multiculturele samenleving en de
mate waarin moslims zijn geïntegreerd. Journaalbeelden van
terroristische aanslagen door moslimgroeperingen hebben hetzelfde
effect. Deze resultaten zijn geen verrassing. Dat betekent dus ook dat
er naast al die maatregelen op het terrein van politie-inzet en
strafvordering ook aandacht moet zijn voor de andere kant.
Initiatieven als die van de Algemene Onderwijsbond om een site voor
leraren te lanceren over terrorismeaanpak zijn uitstekend. En zoiets
zou uitgebouwd moeten worden naar bijvoorbeeld een dialoog tussen
leraren en leerlingen. In het debat van november verwees ik naar de
site ditpikkenwijniet.nl. Inmiddels hebben ruim 3400 mensen het
manifest daarop getekend. En het christelijk opinieblad CV-Koers nam
het initiatief voor een Samenlevingscontract, waarbij men trouw
belooft aan een samenleving waarin mensen respect voor elkaar hebben.
Dergelijke initiatieven sluiten aan bij het door de regering
aangekondigde Plan van Aanpak Maatschappelijke Binding. Kunnen de
bewindslieden mij aangeven in hoeverre zij daarbij aanhaken bij
bestaande initiatieven?
---