Gemeente Apeldoorn betaalt dwangsom in verband met uitgestelde levering
bouwgrond Reesink NV
De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29
december 2004 een uitspraak gedaan op het hoger beroep, tegen de
uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Arnhem. Met de uitspraak
staat vast, dat de bouwvergunning voor de bouw van een
distributiecentrum van Reesink NV op het bedrijventerrein van de
Ecofactorij te Apeldoorn, op 16 november 2001 van rechtswege is
verleend. De consequentie van de uitspraak is dat de gemeente de grond
eerder aan Reesink NV had moeten leveren.
De uitspraak van de Raad van State is exact tegengesteld aan die van
de rechtbank, hetgeen betekent dat het hoger beroep van Reesink NV
gegrond is verklaard. Daarbij is de gemeente Apeldoorn gehouden tot
betaling van een dwangsom aan Reesink NV, zoals eerder door het Hof
van Arnhem is opgelegd. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op
40.000,-- (exclusief wettelijke rente) per dag. De
termijnoverschrijding is vastgesteld op negen dagen.
Reesink NV heeft tevens aangevoerd dat de gemeente in gebreke is
gebleven met betrekking tot de ontsluitingsweg. Volgens de gemeente
kan dit door Reesink NV niet staande worden gehouden. Aantoonbaar is
dat de ontsluitingsweg eind 2000 al was voltooid. Bovendien was de
kavel van Reesink NV ook bereikbaar via de Woudhuizermark/Grote
Woudhuis/bedrijvenpark Ecofactorij.
Voor het laatst bijgewerkt op: 8-feb-2005 08:38
Gemeente Apeldoorn