Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

21-1-2005

Voor onder meer activiteiten in en rond belangrijke cultuurhistorische gebieden, activiteiten buiten de territoriale wateren en bij het maken van reconstructieplannen is een milieueffectrapportage verplicht. Voorwaarde is wel dat de omvang van deze activiteiten bepaalde drempelwaarden overschrijdt. Verder zijn voor enkele activiteiten waarvoor al een milieueffectrapportage verplicht was, de drempelwaarden aangescherpt. Dit is het gevolg van de wijziging van het Besluit m.e.r. 1994 die op 8 februari in werking treedt.

Een milieu-effectrapportage (m.e.r.) is een instrument om het milieu een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming over activiteiten met belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Voordat de overheid het besluit neemt moet de initiatiefnemer de milieu-effecten van het project beschrijven in een openbaar document (het milieu-effectrapport of MER). Voor omvangrijke activiteiten in de zogenaamde exclusieve economische zone (EEZ), het gebied buiten de territoriale wateren, moet een MER worden opgesteld. Daarvoor is nog wel een aanpassing van de Wet milieubeheer (Wm) nodig. Het wetsvoorstel voor wijziging van de Wm is inmiddels bij de Tweede Kamer ingediend.

Meer gebieden
In het gewijzigde Besluit m.e.r. 1994 is verder vastgelegd dat voor omvangrijke plannen voor de inrichting van concentratiegebieden een MER verplicht is. Het gaat hierbij om gebieden waarin onder meer mest- en milieuproblemen samen worden aangepakt. Belangrijke cultuurhistorische gebieden, de zogenaamde Belvedere-gebieden, zijn in het besluit aangewezen als gevoelige gebieden. In en nabij deze gevoelige gebieden gelden strengere drempelwaarden en is dus eerder een MER verplicht. Voorwaarde is wel dat de Belvedere-gebieden zijn vastgelegd in een bestemmings- of streekplan. Ook voor de aanleg van omvangrijke bloembollengebieden is een MER verplicht. Voor inrichtingen voor zoutwinning in of nabij een gevoelig gebied moet per geval worden beoordeeld of een MER noodzakelijk is.

Aangescherpt
In het Besluit m.e.r. 1994 is in de zogenaamde C- en D-lijsten aangegeven welke activiteiten m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn. De C-lijst geeft een overzicht van activiteiten en besluiten waarvoor een MER verplicht is. De D-lijst somt de activiteiten en besluiten op waarbij per geval moet worden beoordeeld of een MER noodzakelijk is. In het gewijzigde besluit zijn in enkele categorieën van de C- en D-lijst de drempelwaarden aangescherpt. Het gaat om de volgende categorieën:

* landinrichtingsprojecten (categorie C9.2 en D9)
* (diepte)winning van oppervlaktedelfstoffen (categorie 16.2)
* oprichting van windenergie-installaties (categorie D22.2): de drempelwaarde is verhoogd van 10 naar 15 megawatt.

Meer informatie:

* Download het wijzigingsbesluit en de bijbehorende Nota van toelichting (pdf, 82 KB).

* Dossier M.e.r. (achtergrondinformatie over de milieueffectrapportage)

* Brochure 'De Reconstructiewet - Reconstructie en ruimtelijke ordening in de praktijk'