Ministerie van Financiën

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk

08 februari 2005 DMN 2004-895

Onderwerp

Project herbestemming militaire terreinen

Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de staatssecretaris van Defensie over de voortgang van het project Herbestemming militaire terreinen.

Bij mijn brief 8 januari 2003, kenmerk VG 2002-00082M, heb ik u geïnformeerd over de voortgang van het project Herbestemming militaire terreinen. In dit project gaat het om de herbestemming van de gronden en gebouwen waaraan niet langer behoefte is voor militaire doelen.

Het project is ontstaan uit het gegeven dat door de inkrimping en herstructurering van de krijgsmacht een aantal militaire objecten overtollig werd en dat voor een aantal van deze objecten, gezien de rijksdoelstellingen, een groene vervolgbestemming is voorzien. In de rijksbegroting is echter geen budgettaire ruimte om de eventuele (sloop)kosten te financieren die nodig zijn om deze doelstelling te realiseren.

Het doel van het project Herbestemming militaire terreinen is het verkrijgen van meeropbrengsten bij verkoop en de inzet van deze meeropbrengsten voor (sloop)kosten voor het realiseren van een groene eindbestemming. De groene eindbestemming dient wel een rijksdoelstelling te zijn, zoals bijvoorbeeld het realiseren van de ecologische hoofdstructuur.

Een van de belangrijkste uitgangspunten is dat het project voor het Rijk in beginsel budgettair neutraal moet zijn. Dit is in 2003, als voorwaarde om met de uitvoering van het project te starten, ook in eerder aangehaalde brief, aan u meegedeeld. Onder financieel neutraal wordt verstaan dat Defensie in ieder geval een betaling ontvangt voor de objecten en dat de extra opbrengsten die gerealiseerd worden door bestemmingsverandering ? ?Rood voor Groen? - in het kader van dit project worden ingezet voor dekking van sloopkosten en het realiseren van natuur.

Het project heeft alleen betrekking op de objecten waarvan de meest gerede toekomstige bestemming recreatief groen, agrarisch en/of natuur zou kunnen worden en die voor de financiële verevening van belang zijn voor het project. Het betreft ruim 50 objecten met een areaal van ruim 2100 ha. Hiernaast is er een lijst van objecten met voor de hand liggende ?rode? bestemmingen in stedelijke gebieden. Deze objecten maken wel deel uit van het project maar zijn voor de verevening binnen het project niet van belang. De opbrengsten van deze objecten zijn geheel bestemd voor Defensie.

Het verzamelen en inventariseren van alle relevante informatie en het formuleren van de uitgangspunten en herbestemmingspotenties heeft aanzienlijk meer overleg en inzet gevraagd dan aanvankelijk gedacht. Als sluitstuk van dit proces heeft er overleg plaatsgevonden tussen de minister van LNV en de staatssecretaris van Defensie over de overname van de betreffende terreinen. Beide bewindslieden hebben een akkoord bereikt, inhoudende dat het ministerie van LNV alle zogenaamde "groene terreinen" binnen het project Herbestemming militaire terreinen voor een bedrag van ? 15,- mln. van het ministerie van Defensie zal overnemen. Een overzicht van deze militaire objecten maakt als bijlage deel van deze brief uit. Hiermee komt de verantwoordelijkheid, en het bijbehorende risico, van deze terreinen bij LNV te liggen. LNV wordt opdrachtgever richting de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en Domeinen om de terreinen nu te gaan ontwikkelen en realiseren.

Na het bereikte akkoord tussen beide bewindslieden ontvangt het ministerie van Defensie het overeengekomen bedrag van ? 15,- mln. als vergoeding voor de waarde van de terreinen en bebouwde objecten. Het ministerie van LNV kan dit bedrag en de geraamde sloopkosten financieren uit de extra opbrengsten uit ?Rood voor Groen?, uit de verkoop van de ?groene? terreinen, en deels uit de reguliere LNV-budgetten. Wanneer dit onverhoopt niet toereikend is, kan het ministerie van LNV door middel van herschikkingen binnen de LNV-begroting zorgen voor budgettaire neutraliteit. Aan de voorwaarde om met de uitvoering van het project te starten is mijns inziens dan ook voldaan.

Door de betrokken Rijkspartijen zal nauwe samenwerking worden gezocht met de provincies waarin de objecten zijn gelegen. De medewerking van de provincies is vanuit hun verantwoordelijkheid in het kader van de ruimtelijke

ordening en het realiseren van ruimtelijke kwaliteit, van essentieel belang. Overigens worden alle betrokken provincies hierover binnenkort benaderd.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

De staatssecretaris van Financiën,

mr.drs. J.G. Wijn

Bijlage: Overzicht