Openingsspeech van staatssecretaris Van Geel op de conferentie Een
wereld te winnen in hotel Oud-London in Zeist op 1 februari 2005.
Geachte aanwezigen,
We hebben een wereld te winnen. Daar gaat het vandaag over. Een wereld
te winnen als het gaat om regels, het toezicht, de handhaving en de
naleving van die regels. Want de afgelopen jaren is er sprake van
toenemende regeldruk, meer toezicht en hardere handhaving. En als je
als bedrijf zuiver op de graad bent, en dat zijn veruit de meeste
bedrijven in ons land, dan heb je daar goed last van. Dat heeft dus
veel irritatie en onbegrip veroorzaakt. En een inmiddels luide roep om
doorbreking van die trend. 'Kan het niet een onsje minder?'
Dit kabinet hoort die roep. En, belangrijker nog, we doen er wat aan!
En om dat te laten zien en om de resultaten met u te bespreken zijn we
vandaag bij elkaar.
Dat is ook de reden waarom u met zo velen en vanuit zoveel
verschillende invalshoeken aanwezig bent. Als vergunningverlener,
uitvoerder van toezicht, object van toezicht of als verantwoordelijke
voor toezicht. Zelf sta ik hier vanuit die laatste rol. Ik ben blij,
dat ik, samen met mijn collega Karien van Gennip, staatssecretaris van
Economische Zaken, de gelegenheid krijg om vandaag samen met u verder
te komen op de ingeslagen weg.
Wat is die ingeslagen weg? Ik zal u de visie van het kabinet, mijn
visie, kort uitleggen. Wetten, regels, vergunnningen en toezicht staan
niet op zichzelf. Ze zijn geen doel, maar middel.
Het zijn middelen om
doelstellingen van hogere orde, zoals bijvoorbeeld veiligheid of
duurzaamheid, te bereiken.
Ze zijn bedoeld om de minder sterken, of belangen die zichzelf niet
kunnen verdedigen, te borgen.
Maar het zorgt ook voor gelijkheid tussen de bedrijven, voor heldere
spelregels. Dat is ook belangrijk. Belangrijk voor eerlijke
concurrentie, belangrijk voor het aanpakken van hen die zich minder
gelegen laten liggen aan het nemen van hun verantwoordelijkheden.
Verantwoordelijk voor het naleven van de spelregels zijn bedrijven en
burgers in de eerste plaats zelf. In de afgelopen jaren is er teveel
op de overheid geleund: regels waren van de overheid en de naleving
ook. Risicos behoorden afgedekt te zijn, door de overheid. Dat vond de
overheid zelf kennelijk ook, want na iedere calamiteit was de reactie:
nieuwe regels en wetten, meer toezicht, strengere handhaving.
Er ontstond een paradoxale situatie: burgers en bedrijven eisten
honderd procent veiligheid maar ze verzetten zich als reactie daarop
tegelijkertijd tegen de regelzucht van de centrale en decentrale
overheden. Daardoor zijn overheid en maatschappij uit elkaar gegroeid.
Burgers en bedrijven hadden te hoge verwachtingen van de overheid,
verwachtingen die de overheid niet waar kon maken. Vervolgens stond
diezelfde overheid te kijk als bedilzuchtig maar tegelijkertijd
onmachtig. Het vertrouwen zakte dan ook tot een bedenkelijk niveau.
Een vicieuze cirkel dus.
De weg die dit kabinet is ingeslagen is gericht op het doorbreken van
die vicieuze cirkel. We willen het evenwicht tussen overheid en
maatschappij herstellen. Wij leggen een deel van de
verantwoordelijkheid terug. De maatschappij moet zelf weer het stuur
durven nemen: zelf risicos beoordelen, maatregelen treffen, problemen
oplossen. Het is ook een blijk van vertrouwen in ontwikkelkracht en
verantwoordelijkheidsgevoel van bedrijven.
Aan de andere kant moet de overheid ook kritisch naar zichzelf kijken:
naar de taken, de bevoegdheden en, zoals gezegd, de
verantwoordelijkheden. De overheid moet selectiever zijn en beter
presteren. Want burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties
moeten weten waar ze aan toe zijn: geldt hier eigen
verantwoordelijkheid of staat de overheid aan de lat? En als de
overheid verantwoordelijk is dan moet ze die verantwoordelijkheid ook
nemen: selectief, doelgericht en met zo min mogelijk rompslomp voor
burgers en het bedrijfsleven. Ofwel: Sneller, slimmer en
slagvaardiger!
Om deze ambities te realiseren hebben we onder andere het Programma
Andere Overheid' gestart. Alle departementen, dus ook VROM, leveren
daar een forse bijdrage aan. Er loopt heel veel, maar ik noem u drie
voorbeelden: zo werken we hard aan de ontwikkeling van 1 integrale
VROM-vergunning. Daarbij worden procedures op elkaar afgestemd en
hebben burgers en bedrijven in de toekomst nog maar 1 loket. Ik zal u
straks meer over dit ambitieuze project vertellen.
Ook is het project modernisering VROM-regelgeving ver gevorderd. We
hebben alle VROM-regels op nut en noodzaak doorgelicht. Het resultaat
is dat de overbodige regels worden geschrapt en dat een groot aantal
regels sterk wordt vereenvoudigd.
En ten slotte hebben de rijksinspecties, onder leiding van de
VROM-Inspectie, een groot samenwerkingsproject uitgevoerd. U hoort er
vandaag nog meer van.
Maar VROM is uiteraard niet het enige departement dat werk maakt van
een goed functionerende overheid. Het ministerie van Economische Zaken
was zelf al bezig met haar project strijdige regels voordat ook maar
iemand van PAO had gehoord. Voor dit project is een convenant
afgesloten tussen zes ministeries en twee werkgeversorganisaties. Een
convenant om een einde te maken aan strijdige regels en eisen. Vooral
aan strijdigheden waar ondernemingen in het Midden- en Kleinbedrijf
last van hebben. Exact een week gelden heeft de Tweede Kamer nog haar
waardering uitgesproken over de resultaten die zijn geboekt. En
terecht: Van de 800 gemelde strijdigheden zijn er nu nog 8 over! Ook
de ervaringen in dat kader zullen u vandaag worden gepresenteerd.
Zoals ik al aan het begin van mijn speech zei: de overheid is in
beweging, en ze is de juiste weg in geslagen om een wereld te winnen.
En dat ervaart u waarschijnlijk ook. Ik hoop op een inspirerende dag
die ons verder zal helpen op de ingeslagen weg.
Om hetgeen ik net heb gezegd te illustreren, zal nu een filmpje worden
vertoond over de samenwerking tussen rijksinspecties en het convenant
strijdige regels, over de ingeslagen weg. Daarna zal ik dieper ingaan
op de VROM-Vergunning.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer