Opinie 5: 'Degelijk Waddenzee-onderzoek vereist meer geld'
Het kabinet moet meer geld beschikbaar stellen voor wetenschappelijk
onderzoek in de Waddenzee. De één miljoen euro per jaar die het
ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
geeft voor de vorming van de zogeheten Waddenacademie is bij lange na
niet genoeg. Zeker niet als het geld zo verdeeld wordt als minister
Sybille Dekker wil. Dat vindt Wim Wolff, hoogleraar mariene biologie
aan de Rijksuniversiteit Groningen. Wolff twijfelt zelfs aan het nut
van deelname aan het onderzoeksproject.
In april 2004 verscheen het rapport "Ruimte voor de Wadden" opgesteld
door de Adviesgroep Waddenzeebeleid. Die adviesgroep, ook bekend als
de Commissie Meijer, was ingesteld om het kabinet te adviseren over
verschillende knelpunten in het waddengebied: gaswinning,
schelpdiervisserij en natuurbehoud. Een van de belangrijkste
aanbevelingen van de commissie was het stimuleren van wetenschappelijk
onderzoek. Daarvoor werd het voorstel voor de Waddenacademie gedaan,
een samenwerkingsverband van verschillende instellingen - waaronder de
RUG - waar kennis over de Waddenzee gebundeld wordt. Voor het opzetten
van de academie is volgens Meijer c.s. dertig miljoen euro nodig, plus
nog tien miljoen euro per jaar.
Gaswinning volgen
"Van een dergelijk bedrag kun je heel wat dingen doen," zegt Wolff.
"Je zou een mooi programma kunnen opzetten met onderwijs, voorlichting
aan het publiek en toegepaste projecten. Je zou bijvoorbeeld kunnen
kijken naar een monitoringsysteem voor gaswinning. Als je gas wilt
winnen met je hand aan de kraan, dus op zo'n manier dat het de natuur
niet schaadt en je onmiddellijk kunt ingrijpen, hoe doe je dat dan. Of
je zou kunnen kijken wat je kan doen aan de Japanse oesterplaag, een
soort schelpen die hier oorspronkelijk niet voorkomt maar wel
gaandeweg de Waddenzee overneemt." Verder zou uitgebreid fundamenteel
onderzoek gedaan moeten worden: "Van allerhande processen die in de
Waddenzee spelen, hebben we modellen. Die zouden we graag koppelen om
tot een groter overzicht te komen. Er zijn nog voldoende
verschijnselen waarvan we denken: `hoe kan dat nou?' Waarom is
bijvoorbeeld de jonge vis bijna uit de Waddenzee verdwenen? Het ligt
voor de hand om te denken dat zoiets door overbevissing komt, maar dat
is uiteindelijk nog maar de vraag," aldus Wolff.
Twijfel over deelname
De hoogleraar is beslist niet te spreken over de reactie van het
kabinet op het Rapport Meijer. Minister Sybille Dekker van VROM wil
niet meer dan een miljoen euro per jaar beschikbaar stellen. Inmiddels
heeft de minister ook laten weten hoe dat geld globaal verdeeld moet
worden: de helft voor personele kosten en overhead, de andere helft
voor onderzoek. "Een half miljoen euro is peanuts als je serieus
onderzoek wil doen naar de Waddenzee. Dat geld moet ook nog over
verschillende onderzoeksdisciplines verdeeld worden dus per vakgebied
hou je een ton, anderhalf ton over. Als je het vervolgens hebt over
ecologisch onderzoek, dan moet dat geld ook nog verdeeld worden over
een aantal instellingen." Wolff twijfelt of de Rijksuniversiteit
Groningen onder deze omstandigheden wel deel moet nemen aan de
Waddenacademie. "Als het om zo weinig geld gaat, moet je jezelf
afvragen of we wel mee moeten doen. Het levert de instelling vrij
weinig op en je krijgt er wel een hoop regelwerk en bureaucratie voor
terug."
Curriculum Vitae
Wim Wolff (1940) studeerde biologie in Leiden, waar hij in 1973
promoveerde. Vanaf 1965 werkte hij voor verschillende
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, ondermeer in Yerseke en op
Texel. Daarna werd hij wetenschappelijk directeur van het
Rijksinstituut voor Natuurbeheer in Wageningen, het huidige Alterra.
Daarnaast was hij deeltijd hoogleraar aquatische ecologie aan de
Wageningse universiteit. Wolff is sinds 1996 verbonden aan de
Rijksuniversiteit Groningen als hoogleraar mariene biologie. Hij is
sinds het midden van de jaren zeventig, toen de eerste vergunning voor
gasboringen in de Waddenzee moest worden beoordeeld, betrokken bij
onderzoek naar de gevolgen van menselijke activiteiten op het Wad.
Informatie
prof.dr. W.J. Wolff, tel. (050) 363 22 60/22 59, e-mail:
w.j.wolff@biol.rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen