Toespraak van de minister-president, mr. dr. J.P. Balkenende, bij de
installatie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, Den Haag, 7 februari
2005
Majesteit, Koninklijke Hoogheid, meneer Van Vollenhoven, dames en heren,
"Veiligheid bereiken we niet door muren te bouwen, maar door deuren te
openen."
Dat zijn woorden van de voormalige president van Finland, Kekkonen.
Hij doelde daarmee op veiligheid in staatsrechtelijke zin.
Maar volgens mij gaat zijn uitspraak óók op voor de veiligheid die vandaag
centraal staat: het voorkomen van rampen en ongevallen en het beheersen van
de gevolgen daarvan.
Met de installatie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid worden veel deuren
wijd opengezet.
De deuren tussen maatschappelijke sectoren: geen aparte raden en commissies
meer voor transport, defensie en andere beleidsterreinen, maar één
gezaghebbende Onderzoeksraad.
De deuren tussen kennisgebieden; want de raad gaat kijken naar alle
relevante aspecten van voorvallen. De aanleiding. De achterliggende
oorzaken. De rampenbestrijding. De nazorg. De technische, de
organisatorische en de menselijke kant van de zaak. Zodat we het hele
plaatje compleet hebben.
En tot slot, de deuren tussen landen. Want u gaat nog nauwer samenwerken
met andere landen, wanneer veiligheidsrisico's over grenzen heengaan.
Rampen en ongelukken kunnen enorm veel verdriet en ellende veroorzaken. We
herinneren ons allemaal nog het ongeluk met de Hercules, de nieuwjaarsbrand
in Volendam en de vuurwerkramp in Enschede. Maar ook kleinere incidenten
waarbij geen slachtoffers vallen, kunnen gepaard gaan met veel schrik en
angst.
Steeds weer komen dan dezelfde vragen op. 'Hoe heeft dit kunnen gebeuren?'
En: 'wat kunnen we doen om dit in de toekomst te voorkomen?'
Het zijn die vragen die voor de Onderzoeksraad centraal staan.
U gaat als zelfstandig bestuursorgaan onderzoek doen naar rampen,
ongevallen en incidenten. Onafhankelijk, kritisch en grondig. Op basis van
dat onderzoek komt u met duidelijke aanbevelingen, aan de hand waarvan
overheden, bedrijven en organisaties de veiligheid kunnen verbeteren.
Waar ligt de grens tussen veilig en onveilig?
Veiligheid kan hem zitten in een schroefje. In een dijklichaam. In het
materiaal van de feestversiering. In een rampenplan. In een
waarschuwingssysteem. In alertheid van mensen.
Er spelen zoveel facetten mee. Dat geeft aan hoe belangrijk grondig
onderzoek is wanneer er iets is misgegaan. Zonder dat we de feiten op tafel
hebben, kunnen we ook niets leren. Uw onderzoek en aanbevelingen zijn dus
van de grootste waarde.
Honderd procent veilig bestaat niet. Maar we kunnen het samen wel steeds
veiliger maken, als we ons er voluit voor inzetten en leren van
geconstateerde tekortkomingen.
Die inzet om er hard tegenaan te gaan is bij de leden van de Onderzoeksraad
volop aanwezig, en zeker bij de Voorzitter, die een grote gedrevenheid
heeft en daar ook duidelijk voor uitkomt.
Dat kunnen de aanwezige vertegenwoordigers van de betrokken ministeries
beamen.
Meneer Van Vollenhoven, we kennen u al een groot aantal jaren als
voorvechter van grondig, onafhankelijk onderzoek naar veiligheidsvragen.
Het is zeker ook aan u te danken dat hier vandaag een Onderzoeksraad voor
Veiligheid wordt geïnstalleerd.
U heeft daarvoor met hart en ziel geijverd. Na alle resultaten die u op het
terrein van veiligheidsonderzoek al heeft geboekt, moet dit voor u toch een
bijzonder moment zijn. Een moment om stil te staan bij deze mijlpaal, maar
ook om vooruit te kijken naar de toekomst.
We hopen natuurlijk allemaal op een toekomst met zo min mogelijk
ongevallen. Maar mochten die ongevallen zich toch voordoen, dan is uw inzet
hard nodig.
Met de feiten die u naar boven haalt, met uw analyses en aanbevelingen,
kunnen we Nederland veiliger maken.
Ik wens u, de andere leden en alle medewerkers van de Raad heel veel succes
en - om in veiligheidstermen te blijven - 'een behouden vaart'.
Dank u wel.
Ministerie van Algemene Zaken