FNV

Wordt het Vakbondsmuseum straks een partycentrum?

Vakbondsmuseum De Burcht in Amsterdam wordt met opheffing bedreigd. Ondanks een pleidooi bij de overheid voor subsidie in de komende vier jaar, is De Burcht niet opgenomen in het Kunstenplan 2005-2008. Ook minister Verhoeven van Onderwijs weigert geld beschikbaar te stellen voor onderwijsactiviteiten. Ze vindt dat middelbare scholen zelf een bijdrage moeten leveren. Daarmee komt het voortbestaan van het museum in gevaar.

Directeur Arie Stolk: "Het is een kwestie van investeren of opheffen. We zitten op een doodlopend spoor, want de bezoekersaantallen lopen jaarlijks terug. Willen we aantrekkelijker worden voor jongeren, dan zullen we de richting moeten inslaan van een belevingsmuseum."

Stolk heeft met zijn reddingsplan Werk in Uitvoering aangeklopt voor financiële steun bij werkgeversorganisatie VNO/NCW en het midden- en kleinbedrijf. Door uitvoering van dit plan zou De Burcht straks 80 duizend jongeren, voornamelijk vmbo-scholieren, moeten trekken in plaats van de ongeveer 22 duizend oudere bezoekers nu.

"Ons thema is 'arbeidsverhoudingen toen en nu'. Ons gebouw is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met de vakorganisaties. Maar ook aan werkgeverszijde is veel veranderd. We willen beide kanten laten zien", aldus Stolk. Of de werkgevers willen meewerken, moet nog blijken.

Het Vakbondsmuseum wordt mede gefinancierd door de vakbonden FNV, CNV en MHP. De FNV en aangesloten bonden hebben weliswaar besloten hun bijdrage te verhogen, maar daarmee zijn de kosten voor onderhoud en activiteiten niet gedekt.

De directeur hoopt rond de zomervakantie te weten of De Burcht kan worden gered. Als er geen redding komt, haalt het museum 2006 waarschijnlijk niet. Daarmee is er een kans dat het gebouw - ooit hoofdkwartier van de allereerste vakbond, de Diamantwerkersbond en in 1905 de plek waar het NVV, de voorloper van de huidige FNV, werd opgericht - eindigt als partycentrum.