College van Beroep voor het bedrijfsleven
Uitspraak CBb over de kosten van het verleggen van kabels
Op 4 februari 2005 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven
(CBb) uitspraak gedaan op de hoger beroepen van de Onafhankelijke Post
en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) en de gemeente Lelystad
(Lelystad) tegen een uitspraak van 28 april 2004 van de rechtbank
Rotterdam (rechtbank) op het beroep van KPN Telecom B.V. (KPN) tegen
een besluit van OPTA van 21 december 2001 in het geschil tussen KPN en
Lelystad.
Lelystad heeft KPN gevraagd een aantal kabels te verplaatsen in
verband met de aanleg van een nieuwbouwwijk. Met verwijzing naar
artikel 5.7, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, zoals luidend tot
19 mei 2004 (hierna: Tw 1998), stelde Lelystad zich op het standpunt
dat KPN haar kabels op eigen kosten moest verplaatsen. Volgens KPN was
echter niet duidelijk dat aan de voorwaarden voor toepassing van
artikel 5.7, eerste lid, Tw 1998 was voldaan.
Bij besluit van 9 mei 2001 heeft OPTA met verwijzing naar artikel 5.7,
derde lid, Tw 1998 en artikel 5.3, tweede en derde lid, Tw 1998
bepaald dat KPN de kosten van de verplaatsing van haar kabels moet
dragen. In bezwaar voerde KPN onder meer aan dat OPTA niet bevoegd is
te oordelen over een geschil over de vraag of is voldaan aan de
voorwaarden voor toepassing van artikel 5.7, eerste lid, Tw 1998. OPTA
heeft het bezwaar van KPN ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft KPN beroep ingesteld bij de rechtbank. In haar
uitspraak van 28 april 2004 heeft de rechtbank geoordeeld dat OPTA
niet bevoegd was een besluit te nemen over het geschil tussen KPN en
Lelystad. De rechtbank heeft het beroep van KPN gegrond verklaard, het
besluit op bezwaar vernietigd en het besluit van 9 mei 2001 van OPTA
herroepen. Tegen deze uitspraak hebben OPTA en Lelystad hoger beroep
ingesteld bij het CBb.
In zijn uitspraak van 4 februari 2005 heeft het CBb geoordeeld dat de
rechtbank de artikelen 5.3 en 5.7 Tw 1998 onjuist heeft uitgelegd.
Indien de gedoogplichtige en de netwerkaanbieder geen overeenstemming
bereiken over de vraag wie de kosten van een door de gedoogplichtige
gewenste verplaatsing van kabels van de netwerkaanbieder moet dragen
of over de vraag hoe hoog de kosten van de verplaatsing van deze
kabels zijn, is OPTA bevoegd een hierop betrekking hebbend geschil te
beslechten. Het CBb heeft voorts geoordeeld dat naar huidig recht
alleen de gedoogplichtige OPTA kan vragen een dergelijk geschilbesluit
te nemen, de netwerkaanbieder kan dit niet doen.
Het CBb heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de zaak
teruggewezen naar de rechtbank.
LJ Nummer
AS5102
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 7 februari 2005 Naar boven