De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: TRCJZ/2005/181
datum: 04-02-2005
onderwerp: Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002 TRC/2004/8655
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Conform de toezegging in mijn brief van 16 december 2004 (Kamerstukken
2004-2005, 24071, nr. 67) zend ik u hierbij een uiteenzetting over de
Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002.
De Tegemoetkomingsregeling oogschade 2002 is eind 2004 aan de Europese
Commissie voorgelegd in het kader van de staatssteunprocedure. Voordat
kan worden overgegaan tot uitvoering van deze regeling moet eerst de
goedkeuring van de Europese Commissie zijn verkregen. De regeling zal
dan ook pas worden vastgesteld op het moment dat de Europese Commissie
heeft ingestemd met de tekst van de regeling.
Beoordelingskader
Alvorens nader in te gaan op de Tegemoetkomingsregeling oogschade
2002, zal ik het kader waarbinnen de beoordeling door de Europese
Commissie zal plaatsvinden, nader toelichten.
In hoofdstuk 11 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in
de landbouwsector zijn de voorwaarden uitgewerkt waaronder steun mag
worden verleend ter compensatie van verliezen van landbouwers als
gevolg van ongunstige weersomstandigheden. Deze voorwaarden hebben
onder meer betrekking op de omvang van de schade en de berekening
daarvan. Daarnaast wordt in paragraaf 11.1.2. van bovengenoemde
richtsnoeren vermeld dat er vervalsing van de mededinging kan optreden
indien de steun enkele jaren na het ontstaan van de schade wordt
verleend. In deze situatie bestaat de mogelijkheid dat op het moment
van uitkeren het verband tussen de geleden schade en de noodzaak van
een tegemoetkoming naar oordeel van de Europese Commissie onvoldoende
kan worden aangetoond. Om deze reden is in de genoemde paragraaf
vastgelegd dat de Europese Commissie, behoudens specifieke
rechtvaardigingsgronden, haar goedkeuring zal onthouden aan
steunvoornemens die meer dan drie jaar na de betrokken gebeurtenis
worden aangemeld. Deze periode is niet absoluut. In specifieke
omstandigheden kan een uitzondering worden gemaakt in verband met de
aard en de omvang van de schadeveroorzakende gebeurtenis of in verband
met het pas later of nog steeds optreden van de schade. Bovengenoemde
periode van drie jaar is in de bijlage bij uw brief van 14 december
2004 aangeduid als 'verjaringstermijn'. De Tegemoetkomingsregeling
oogstschade 2002 is binnen drie jaar na de schadeveroorzakende
regenval bij de Europese Commissie ingediend, dus in die betekenis van
de genoemde termijn van drie jaar is er geen sprake van 'verjaring'.
Gelet op het hierboven geschetste kader waarbinnen de beoordeling door
de Europese Commissie zal plaatsvinden, benadruk ik dat de
staatssteunprocedure met het indienen binnen de termijn van drie jaar
géén formaliteit is geworden. Mijn inschatting is dat goedkeuring door
de Europese Commissie mogelijk is, anders had ik dit traject niet
ingezet. Absolute zekerheid over het verloop en de uitkomst van deze
procedure kan ik echter niet geven.
In het navolgende wordt ingegaan op de aanleiding, aard en opzet van
de Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002. Vanzelfsprekend is deze
regeling nog onderhevig aan de beoordeling van de Europese Commissie.
Uit deze beoordeling kan de noodzaak tot wijziging van de regeling
voortvloeien.
Aanleiding
Aanleiding voor het opstellen van de Tegemoetkomingsregeling
oogstschade 2002 is de zware regenval in de maand augustus van het
jaar 2002. Schade aan de gewassen als gevolg van zware regenval is een
steeds terugkerend probleem. Om deze reden is de afgelopen twee jaar
prioriteit gegeven aan het totstandbrengen van een structurele
oplossing (brief van 20 juni 2003, Kamerstukken 2002-2003, 24 071, nr.
62, brief van 18 maart 2004, Kamerstukken 2003-2004, 24 071, nr. 64).
Met de goedkeuring door de Europese Commissie van de Subsidieregeling
nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003 is deze structurele
oplossing mogelijk geworden. Sinds 19 maart 2004 is schade aan
gewassen als gevolg van zware regenval een verzekerbaar risico. Het
gewicht van deze structurele oplossing wordt in de
Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002 tot uitdrukking gebracht in
de voorwaarde dat de gewassen ten minste gedurende vijf jaren moeten
zijn verzekerd.
Aard en opzet Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002
Reikwijdte
Blijkens de gegevens van het KNMI heeft in de maand augustus van het
jaar 2002 verspreid over het hele land zware regenval plaatsgevonden.
De regeling zal derhalve van toepassing zijn op agrariërs in heel
Nederland.
Vaststelling omvang van de schade
Om verboden effecten op de mededinging van de Tegemoetkomingsregeling
oogstschade 2002 te voorkomen, bevat de regeling strikte voorwaarden
met betrekking tot het aantonen van de schade en het berekenen van de
omvang daarvan. Zo dienen objectieve gegevens ter bepaling van de
teeltoppervlakte en de teeltplanschade te worden overgelegd. Deze
gegevens kunnen onder meer bestaan uit het teeltplan zoals opgegeven
bij de Landbouwtelling 2002, bewijzen van keuringsdiensten of een
taxatierapport opgesteld door een beëdigd en ter zake kundig taxateur.
Indien ten tijde van de schade geen taxatierapport is opgemaakt, kan
echter ook een schaderapport worden meegezonden dat onder meer op
basis van de boekhouding is vastgesteld door een schade-expert. Naast
een accountantsverklaring is tevens een afschrift vereist van de polis
van een agrarische schadeverzekering voor schade aan gewassen als
gevolg van zware regenval.
De berekening van de schade geschiedt aan de hand van het deel van de
geprognotiseerde opbrengst waaraan schade is geleden, de totale
oppervlakte die ten tijde van de zware regenval was beteeld met het
betreffende gewas en het voor het betreffende gewas vastgestelde
normbedrag. Op grond van de Communautaire richtsnoeren voor
staatssteun in de landbouwsector mag pas een tegemoetkoming worden
verleend, indien ten minste schade is ontstaan aan 30% van de
productie van het betreffende gewas.
Hoogte tegemoetkoming
Indien aan alle voorwaarden wordt voldaan, wordt een tegemoetkoming
verstrekt die 75% van de in aanmerking te nemen schade per gewas
bedraagt. Conform de voorwaarden die gelden voor de agrarische
schadeverzekering bedraagt het eigen risico derhalve 25 % van de
schade aan de gewassen als gevolg van zware regenval. Indien het
subsidieplafond van 3.800.000,- euro wordt overschreden, vindt een
evenredige verdeling plaats over de voor tegemoetkoming in aanmerking
te nemen schades.
Ten slotte merk ik nog op dat de begeleiding van de
staatssteunprocedure vanuit mijn departement alle mogelijke aandacht
heeft. Over het verloop van de staatssteunprocedure zal ik u op de
hoogte houden.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit