beleidsoverleg Nederland-Suriname, bijlage
Kamerbrief inzake verslag beleidsoverleg Nederland-Suriname, bijlage
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE HET BELEIDSOVERLEG
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING TUSSEN DE HEER K. RAGHOEBARSING EN MEVROUW
A. M. A. VAN ARDENNE OP 28 JANUARI 2005 TE PARAMARIBO
Ten vervolge op het beleidsoverleg van 30 augustus 2004 op
ministerieel niveau tussen delegaties van Suriname en Nederland,
respectievelijk onder leiding van de Minister van Planning en
Ontwikkelingssamenwerking van Suriname, de heer K. Raghoebarsing, en
de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van Nederland, mevrouw
A.M.A. van Ardenne, vond op vrijdag 28 januari 2005 in Paramaribo
beleidsoverleg plaats over de ontwikkelingsrelatie tussen beide
landen. Dit overleg vond plaats in het kader van de Overeenkomst
tussen de Republiek Suriname en het Koninkrijk der Nederlanden
betreffende Ontwikkelingssamenwerking van 1975 (Verdrag van 1975) en
het Raamverdrag inzake Vriendschap en Nauwere Samenwerking van 1992
(Raamverdrag van 1992). Het overleg werd gevoerd in een
vriendschappelijke en constructieve sfeer en richtte zich zowel op de
samenwerking in de afgelopen periode als wel op de verdere
samenwerking in de toekomst.
Resultaten van het overleg:
· Committering van het Sectorfonds Onderwijs (Euro 10,2 mln.)
· Committering van het Sectorfonds Agrarische Sector (Euro 18,2
mln.)
· Verbetering van het ondernemersklimaat (ondertekening MOU
inzake PSOM, openstelling van ORET voor Suriname)
· Hoofdlijnen bepaald voor de inzet van de Pariteitsmiddelen
· Gedeelde visie op de afbouw van de brede OS relatie en de
toekomstige relatie
· Volgend regulier beleidsoverleg vindt plaats in de tweede
helft 2005.
Sectorfondsen Onderwijs en Agrarische sector
Met de ondertekening van de committeringsbesluiten voor de
sectorfondsen "Onderwijs" en "Agrarische Sector" is wederom een
belangrijke mijlpaal bereikt in de implementatie van het Surinaamse
meerjaren ontwikkelingsprogramma alsmede in de
ontwikkelingssamenwerking tussen Suriname en Nederland. Met deze
ondertekening zijn thans vier van de zes sectorplannen in uitvoering:
Gezondheidszorg, Huisvesting, Onderwijs en Agrarische Sector.
Bij de ondertekening van de committeringsbesluiten onderstreepten
partijen het belang van de Agrarische Sector en de Sector Onderwijs
voor de produktie, duurzame menselijke ontwikkeling en
armoedebestrijding. Daarnaast werd bevestigd dat met de uitvoering van
de sectorplannen en het instellen van de sectorfondsen het proces van
de sectorale benadering (SB) verder vorm werd gegeven, met name door
de versterking van het ownership, publiek-private partnerschappen, de
herdefiniëring van de rol van de Overheid, alsmede de rol van de
private sector en het maatschappelijk middenveld. Nederland zegde toe
informatie te verstrekken over de ondersteuning vanuit een Nederlands
agrarisch consortium bij de ontwikkeling van de Agrarische Sector.
Tijdens het coherentie-overleg binnen de Europese Unie (EU), zal
Nederland bij de Europese Commissie in Brussel aandacht vragen voor de
bananensector in Suriname, zo is door Nederland toegezegd.
Verbetering ondernemersklimaat
Beide partijen onderschreven het belang van een goed
ondernemersklimaat voor economische ontwikkeling en regionale
integratie. Van Surinaamse zijde werd melding gemaakt van de stappen
die reeds zijn genomen in verband met de verbetering van het
ondernemersklimaat zoals de goedkeuring van de wet `Bureau of
Standards' en de investeringswet.
Voor de verbetering van het ondernemersklimaat is het van belang dat
beide parlementen de Investerings Beschermings Overeenkomst (IBO) zo
spoedig mogelijk ratificeren. Suriname nam met tevredenheid kennis van
de Nederlandse mededeling dat met ingang van heden het instrument
Ontwikkeling Relevante Export Transacties (ORET) is opengesteld voor
Suriname. Voorts ondertekenden beide bewindspersonen het Memorandum of
Understanding (MoU) voor het Programma Samenwerking Opkomende Markten
(PSOM), dat daarmee direct werd opengesteld voor Suriname.
Inzet Pariteitsmiddelen
De inzet van de Pariteitsmiddelen was reeds in het Beleidsoverleg van
oktober 2003 en augustus 2004 onderdeel van de agenda. Het Surinaams
proces voor de bepaling van een visie terzake werd ingezet met het
advies van een daartoe ingestelde commissie. Dit advies werd zijdens
Suriname in brede consultaties besproken met de non- state actors, het
Parlement en de Regering en heeft bijgedragen tot een breed gedragen
Surinaamse visie ter zake.
Beide partijen onderschreven dat belangrijke stappen zijn gezet ten
behoeve van de besluitvorming de besteding van de pariteitsmiddelen en
spraken af hierover verder te overleggen. Suriname bepaalt zijn eigen
ontwikkelingsstrategie en overlegt met ontwikkelingspartners welke
bijdragen zij daaraan kunnen leveren.
Qua bestemming krijgen modernisering van de Overheid (Public Sector
Reform) alsmede versterking van het ondernemersklimaat en de economie
(Private Sector Development) prioriteit. In dit proces zijn meerdere
partners betrokken, waaronder Nederland. Desgewenst zal Nederland
lastens de pariteitsmiddelen de eigen bijdrage van Suriname
(counterpart fondsen) door middel van begrotingssteun financieren,
geoormerkt voor PSR.
Nederland is bereid aan de PSR en PSD inclusief Milieu, wanneer deze
trajecten in uitvoering zijn, op basis van een
begrotingssteun-procedure, aanvullend en complementair lastens de
pariteitsmiddelen bij te dragen. Suriname en Nederland zijn van mening
dat begrotingssteun, aansluitend op het Startfonds en Sectorfonds, een
verdere stap is in de beoogde zakelijke relatie tussen beide landen en
dat begrotingssteun het ownership aan Surinaamse zijde versterkt.
Nederland is bereid in het kader van de pariteitsmiddelen het in het
Verdrag genoemde maximum van 136 miljoen Euro in te zetten. Over de
pariteit vindt nader overleg plaats, mede in het licht van de
definitieve bestemmingen. Beide partijen zijn van mening dat besteding
van de pariteitsmiddelen niet hoeft te wachten op de volledige
uitputting van de schenkingsmiddelen.
Afbouw brede ontwikkelingsrelatie Suriname - Nederland
Partijen hebben kennis genomen van de wederzijdse inzichten met
betrekking tot de verdere ontwikkelingsrelatie tussen Suriname en
Nederland. Minister Raghoebarsing deed verslag van zowel de
consultatieronde met het maatschappelijke middenveld als van het debat
in De Nationale Assemblee (DNA) over de afbouw van de brede
ontwikkelingsrelatie Suriname - Nederland. Het Surinaams Parlement
heeft zich uitgesproken in een motie voor het openlaten van de
mogelijkheid om de door Nederland genoemde termijn van vijf jaar voor
de afbouw van de brede OS relatie in te korten. Partijen verwelkomden
deze motie en benadrukten met name het voorstel van DNA dat de
toekomstige relatie tussen Suriname en Nederland in een sfeer van
vriendschap moet worden gekenmerkt door onder meer volwassenheid,
zakelijkheid, wederzijds respect en het voorkomen van unilaterale
beslissingen.
Beide partijen benadrukten dat de termijn van afbouw niet ten koste
mag gaan van de kwaliteit, effectiviteit en duurzaamheid van de inzet
van de middelen. In de nieuwe relatie zal niet alleen aandacht zijn
voor materiële maar ook voor de eerdergenoemde immateriële aspecten
met elementen van goed bestuur, economische en culturele samenwerking,
alsmede bescherming van natuur en milieu.
Overige
· Capaciteitsopbouw: ideioen werden uitgewisseld over de
benutting van de gereserveerde middelen ad. 21 miljoen Euro. De
relatie met PSR werd door beide partijen onderkend, waarbij het belang
van een goede afstemming en monitoring van verschillende donorfondsen
werd benadrukt. Capaciteitsopbouw werd in een breder kader geplaatst
dan alleen de overheid, waarbij werd opgemerkt dat koppeling van
capaciteitsopbouw met Suriname Business Forum activiteiten een optie
is. Ook werd mogelijke optopping van Sectorfondsen geopperd.
· HIV/AIDS: Ten aanzien van de preventie van HIV/AIDS geeft
Nederland aan dat zonodig aanvullende middelen beschikbaar kunnen
worden gesteld.
Getekend in tweevoud te Paramaribo op 28 januari 2005,
De Minister van Planning en De Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking Ontwikkelingssamenwerking
van de Republiek Suriname van het Koninkrijk der
Nederlanden
Hr. K. Raghoebarsing Mevr. A.M.A. van Ardenne
Ministerie van Buitenlandse Zaken