Ingezonden persbericht
persbericht, 07-02-'05
IND LAAT 12-JARIG MEISJE NA VIER MAANDEN VRIJ
DEFENCE FOR CHILDREN: OPSLUITEN KINDEREN IN
GRENSGEVANGENIS
IS IN STRIJD MET VN-KINDERRECHTENVERDRAG
Afgelopen maandag 31 januari heeft de IND besloten het twaalfjarige
Armeense meisje Anna vrij te laten. Vier maanden lang zat zij samen met
haar grootouders opgesloten in de grensgevangenis Tafelbergweg in
Amsterdam. Het drietal was op weg van Armenië naar Frankrijk, waar de
ouders van het meisje in een asielzoekerscentrum wonen. Bij het
overstappen op Schiphol zijn Anna en haar opa en oma opgepakt.
Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag is het verboden kinderen op te sluiten,
behalve in zeer bijzondere gevallen: "als uiterste maatregel en voor de kortst
mogelijke passende duur". Volgens Defence for Children International
Nederland, de organisatie die in ons land de naleving van het Kinderverdrag
controleert, is "opsluiting van kinderen in het Grenshospitium onrechtmatig".
Afgelopen maandag was er een rechtszaak waarin de advocaat van Anna en
haar grootouders hun vrijlating eiste. Er lag een psychologisch rapport
waaruit bleek dat Anna ernstig leed onder haar gevangenschap. Verder had
Defence for Children een brief op poten geschreven aan de rechter om erop te
wijzen dat de gevangenhouding van Anna op vijf punten in strijd is met het VN-
Kinderrechtenverdrag. Tijdens de zitting maakte de IND bekend dat zij de
gevangenhouding per direct ophief. Via de Armeense kerk is het drietal onder
dak gebracht. Als over enkele maanden het papierwerk rond is, kan Anna
helemaal legaal naar haar ouders in Frankrijk.
==========
BRIEF VAN DEFENCE FOR CHILDREN INTERNATIONAL NEDERLAND
AAN RECHTER
Amsterdam, 25 januari 2005
Betreft: bewaringszitting 31 januari van Anna M. en haar grootouders.
IND-nr: 0000
Geachte mijnheer of mevrouw de rechter,
Graag wil ik uw aandacht vragen voor de zaak van de 12-jarige Anna M. die
sinds 1 oktober 2004 in het Grenshospitium aan de Tafelbergweg verblijft.
Anna is samen met haar grootouders naar Nederland gekomen en wacht
momenteel op hereniging met haar ouders die in Frankrijk verblijven. De IND
heeft een Dublin-procedure opgestart en er is contact gezocht met de
(advocaat van de) ouders. Onduidelijk is hoe lang deze hele procedure gaat
duren. Ondertussen zitten Anna en haar grootouders al meer dan
drieëneenhalve maand in het Grenshospitium. Anna lijdt erg onder de
situatie. Een psychologisch rapport bevestigt dit en adviseert een
verblijfplaats in een open setting.
Graag zou ik willen wijzen op de rechten van kinderen die voortvloeien uit het
Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Het is inmiddels 16
jaar geleden dat de Verenigde Naties het Verdrag inzake de Rechten van het
Kind (verder: IVRK) hebben aangenomen. Dit Verdrag is in 1995 voor
Nederland in werking getreden. Centraal in het IVRK staan "de belangen van
het kind" (artikel 3 lid 1 IVRK): "Bij alle maatregelen betreffende kinderen,
ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen
voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke
autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de
eerste overweging".
In de Nota van Toelichting bij de ratificatiewet van het IVRK, kamerstuk 22855
(R1451), no. 3, p. 15, wordt over de afweging van het belang van het kind
tegen andere belangen gesteld: "Het is evenwel met de bedoeling van het
Verdrag in overeenstemming te achten dat, in geval van conflict van belangen,
het belang van het kind als regel de doorslag behoort te geven".
Heiner en Bartels hebben "de belangen van het kind" uitgewerkt door
enkele criteria te formuleren. Ze noemen onder andere: - adequate verzorging
van het kind; - veilige fysieke omgeving; - continuïteit en stabiliteit; - respect
voor het kind en interesse in zijn of haar leefwereld; - het serieus nemen van
de behoeften van een kind; - geborgenheid, bij tenminste één volwassene; -
brede educatiemogelijkheden; - mogelijkheid van omgang met familie en
leeftijdsgenoten; - kennis van eigen afkomst.
Daarnaast is in deze artikel 37 lid b IVRK van groot belang: "De Staten de
partij zijn, waarborgen dat: geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze
van zijn of haar vrijheid wordt beroofd. De aanhouding, inhechtenisneming of
gevangenneming van een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt
slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke
passende duur."
In de rechtspraak is te zien dat artikel 37 IVRK rechtstreekse werking wordt
toegekend. De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State doet onder
andere op 11 april 2003 een uitspraak in een zaak met een moeder en twee
minderjarige kinderen die jonger zijn dan 16 jaar die verblijven in het
Grenshospitium. De Afdeling oordeelt dat de voortduring van de
vrijheidsontnemende maatregel deugdelijk dient te worden gemotiveerd.
Daarnaast verzoekt de advocaat van een Liberiaanse familie met drie
minderjarige kinderen om een minder ingrijpende maatregel van toezicht dan
de maatregel van vrijheidsontneming in het Grenshospitium. De rechter
oordeelt dat op 1 maart 2002 dat nu uitdrukkelijk was verzocht om te
volstaan met een minder ingrijpende maatregel van toezicht dan de maatregel
van vrijheidsontneming in het Grenshospitium, verweerder had dienen aan te
geven op welke wijze in dit concrete geval de belangen van de kinderen zijn
gewogen en invulling is gegeven aan de verplichtingen op grond van artikel 3,
eerste lid en 37, aanhef en onder b, IVRK. Daarbij is van belang dat twee van
de drie kinderen van zeer jonge leeftijd zijn en dat de vreemdelinge heeft
aangegeven dat de kinderen ernstig lijden onder het verblijf in het
Grenshospitium, hetgeen wordt bevestigd door de stukken betreffende
medische klachten die zich in het dossier bevinden. De rechtbank verklaart
het beroep gegrond en gaat ervan uit dat de vreemdelinge en haar kinderen in
een OC worden geplaatst.
Defence for Children International Nederland (hierna: DCI-NL) is van mening
dat het opsluiten van kinderen in het Grenshospitium onrechtmatig is. In een
pleitnota uit 2004 stelt DCI-NL dat er sprake is van vrijheidsberoving die
geen uiterste mogelijkheid is ('last resort') en ontbreken regelmatig
overwegende redenen die detentie van kinderen rechtvaardigen. Hiermee is de
maatregel disproportioneel en in strijd met artikel 37 b en c IVRK. Voorts
acht DCI-NL de maatregel in strijd met artikel 3 (belang van het kind), artikel
6 (waarborging in ruimst mogelijke mate van de ontwikkeling van het kind) en
artikel 28 (recht op onderwijs) IVRK.
Gezien het bovenstaande, roep ik u en uw rechtbank op om, in
overeenstemming met de artikelen 3 en 37 lid b IVRK, de maatregel van
vrijheidsontneming in het Grenshospitium op te heffen en een minder
ingrijpende maatregel van toezicht toe te wijzen. En daarnaast de IND aan te
sporen de Dublin-procedure te bespoedigen.
Met de meeste hoogachting,
Mr F.H. Kruijen
Juridisch stafmedewerker Defence for Children International Nederland
NOTEN 1. Om privacy-redenen is de naam van het meisje veranderd.
2. Heiner, J. en Bartels, A.A.J., 'Jeugdstrafrecht en het belang van het kind,
het belang van het kind nader omschreven', Tijdschrift voor Familie en
Jeugdrecht (FJR), nr. 3 1989, p.59-67.
3. ABRvS 11 april 2003 200300822/1, JV 2003/233
4. Rechtbank 's-Gravenhage 1 maart 2002, LJN-nr.: AE5499 Zaaknr.: AWB
02/13837, NAV 2002/105.
5. Defence for Children International Nederland, Pleitnota 'gezinnen en
kinderen in het vreemdelingenbeleid'. 2004. Amsterdam: Defence for Children
International Nederland.
======
NADERE INFORMATIE
advocaat van Anna: mr. Warris, SRA-Haarlem, telefoon 023 530 7600
++*++*++*++*++*++*++*++*++*++*++*++
web: www.autonoomcentrum.nl
e-mail: ac@autonoomcentrum.nl
telefoon: 020-6126172
opgeven voor maillijst:
http://tetter.xs4all.nl/cgi-bin/mailman/listinfo/ac-berichten
giften welkom op giro 6131418 St Afval Amsterdam
++*++*++*++*++*++*++*++*++*++*++*++