Vereniging Milieudefensie
Nota Ruimte: gegoochel getallen leidt tot forse aantasting Hoeksche
Waard
Minister Dekker duwt gemeenten bedrijventerreinen door strot
Amsterdam, 5 februari 2005 - In antwoord op moties van de Tweede Kamer
over de Nota Ruimte blijft minister Dekker (VROM) volharden in
tegenstrijdig beleid en toont ze zich doof voor het maatschappelijk
verzet tegen haar plannen. Ook negeert ze het in januari gepubliceerde
onderzoek van de TU-Delft en STOGO-advies+onderzoek, waaruit blijkt
dat de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen leidt tot verpaupering en
leegloop van bestaande terreinen. `Pure ruimteverspilling,' zo typeert
campagneleider Willem Verhaak van Milieudefensie het beleid van de
minister. `Honderden plekken waar mensen nu nog genieten van de rust
en ruimte, zullen nu onnodig worden volgebouwd met lelijke
bedrijventerreinen.'
Milieudefensie is verontwaardigd over het debat rond de Hoeksche Waard
waar een groot nieuw bedrijventerrein zou moeten komen. Minister
Dekker wendt voor alsof zij een concessie doet aan de Tweede Kamer
door het oppervlak van dit bedrijventerrein te beperken tot 180
hectare. Deze getallen zijn echter misleidend.
De 300 hectare die in de Nota Ruimte wordt genoemd is inclusief
infrastructuur, water en groenstroken; de zogeheten bruto waarde. De
`concessie' van de minister aan de Kamer van 180 hectare is een netto
waarde waarin alleen de uit te geven bedrijvenkavels worden meegeteld.
Als je daar de infrastructuur bij optelt, komt de totaal benodigde
ruimte neer op maar liefst 260 hectare.
`Dat is bijna evenveel als het oorspronkelijke plan in de nota
Ruimte,' aldus Willem Verhaak. `Dekker drijft haar zin door, tegen de
wil van de zes gemeenten in de Hoeksche Waard en tegen de wil van de
burgers in de Hoeksche Waard. Uit verleden jaar gehouden
NIPO-onderzoek blijkt negentig procent van de burgers tegen de komst
van het bedrijventerrein te zijn. Uit recent onderzoek van Bureau
Buiten blijkt een bedrijventerrein in de Hoeksche Waard zelfs
volstrekt overbodig. `Minister Dekker zegt te decentraliseren, maar
duwt dit bedrijventerrein alsnog door de strot van de regio.'
Een ander voorbeeld van de aanlegdrang van Dekker is te vinden in
Brabant. De TU-Delft en STOGO-advies+onderzoek berekenden dat de
aanleg van een groot bedrijventerrein in Moerdijk leidt tot leegloop
en verpaupering van bestaande terreinen in de regio. Gemeente Moerdijk
ziet dat ook en verzet zich al jaren tegen de plannen. Maar de
minister luistert niet. Milieudefensie roept de Tweede Kamer daarom op
de moties aan te nemen die vragen om vermindering van de ruimteclaim
door bedrijventerreinen.
De bescherming van de open ruimte moet door de Tweede Kamer versterkt
worden. Tegen de wil van een Kamermeerderheid dreigt minister Dekker
het groene gebied Rijnenburg bij Utrecht uit het Groene Hart te
schrappen. Ook de Bloemendalerpolder bij Muiden moet eraan geloven.
Bovendien is ze niet bereid om de bescherming van Nationale
Landschappen, zoals het Groene Hart, te versterken, terwijl diverse
moties daar wel om vragen. `Dat toont de grote onevenwichtigheid van
dit beleid. De minister is dwingend naar lagere overheden als het gaat
om aanleggen van bedrijventerreinen maar vrijblijvend waar het gaat om
bescherming van het Nederlandse landschap. Een garantie voor een
troosteloos grijs Nederland', aldus Verhaak.