Socialistische Partij

500% winst in debat over EU-Grondwet

04-02-2005 * Gisterenavond nam Harry van Bommel deel aan een debat over de Europese Grondwet dat door de PvdA-jongeren van de Jonge Socialisten werd georganiseerd. De JS gaat in de aanloop naar het referendum een ledenraadpleging houden en biedt haar leden door het hele land debatavonden met voor- en tegenstanders van de Grondwet. Donderdag vond in het gebouw van de Tweede Kamer de eerste editie plaats.

Harry van Bommel Van Bommel ging in debat met PvdA-Europarlementariër Thijs Berman, een fervent voorstander van de Grondwet. Het debat werd ingeleid door Max van den Berg, PvdA-fractievoorzitter in het Europese Parlement. Voorafgaand aan het debat bleek uit een peiling dat slechts één van de ruim veertig aanwezige leden van de JS tegenstander was van de Grondwet.

Het debat speelde zich af rond twee stellingen. De eerste luidde: De Europese burger heeft geen belang bij deze Grondwet. Van Bommel mocht het debat openen en verdedigde de stelling met drie hoofdargumenten. Ten eerste wees hij op het democratisch verlies dat vooral de kleinere lidstaten treft. Europa gaat straks bij meerderheid beslissen over justitie, buitenlandse zaken en defensie. Zo kunnen we worden gedwongen deel te nemen aan militaire operaties die we helemaal niet zien zitten. Ten tweede militariseert de EU als gevolg van deze Grondwet. In het verdrag staat letterlijk dat de lidstaten `geleidelijk hun militaire capaciteiten moeten verbeteren'. De SP zit niet te wachten op een nieuw militair blok. Ten derde maakt de Grondwet Europa eerder asociaal dan sociaal. Uitgangspunt van de Grondwet is concurrentie in alle sectoren van de samenleving. `Dat gaat straks ook ons onderwijs en de gezondheidszorg betreffen en dat zouden ook sociaal-democraten niet moeten wensen' aldus Van Bommel.

Berman was het met die argumenten niet eens. Hij zag juist een sterke EU als tegenwicht tegen de VS. Daarvoor moet de EU ook een militaire doelstelling hebben, zo meende hij. Door de meerderheidsbesluitvorming en de grotere invloed van het Europese Parlement vond hij de Grondwet juist een stap in de goede richting van meer democratie in Europa. Op sociaal terrein vreesde hij niet dat de EU al te grote invloed zou krijgen op de ontwikkelingen in de lidstaten. Het privatiseren van zaken als watervoorziening en openbaar vervoer kunnen de staten zelf tegenhouden. En in het verleden is ook zonder de Grondwet de elektriciteit en de telecom geprivatiseerd. `Dat komt dus niet door de Grondwet' zo luidde zijn redenering. Hij gaf aan zich net als de SP te zullen verzetten tegen de Bolkensteinrichtlijn met betrekking tot de aanbieding van diensten. Door die richtlijn kunnen straks bijvoorbeeld Poolse arbeidsvoorwaarden in Nederland gaan gelden indien een bedrijf uit Polen in Nederland projecten uitvoert. Dat heeft een negatief effect op de arbeidsvoorwaarden.

De tweede stelling ging over de vraag of er een alternatief is voor de Grondwet. Berman en Van Bommel waren het hierover eens. Er is wél een alternatief maar waar Berman pessimistisch was, toonde Van Bommel zich juist optimistisch. Volgens Berman zou het proces van democratisering van de EU hiermee vastlopen. Van Bommel meende dat juist een tegenstem de kans zou bieden om tot een betere Grondwet te komen, die ook de instemming van de bevolking zou kunnen krijgen. Beide sprekers bleven tot het einde van het debat op dit punt lijnrecht tegenover elkaar staan.

Na het debat volgde opnieuw een peiling. Ditmaal waren er vijf tegenstanders van de Grondwet. Berman feliciteerde Van Bommel sportief met het feit dat deze `500% winst had geboekt' in het debat. In de nog volgende debatten hoopt de SP die winst verder te vergroten.