Persbericht van de Universiteit Utrecht
Faculteit Geowetenschappen
2 februari 2005
Prijsvechters zorgen voor spreiding Europees luchtverkeer
De groei van prijsvechters in de geliberaliseerde Europese luchtvaartmarkt heeft tot een spreiding geleid van het Europese luchtverkeer over kleinere luchthavens. De groei van het intercontinentale luchtverkeer heeft zich echter voltrokken op de vier grootste luchthavens in Europa: Schiphol, Londen Heathrow, Frankfurt en Parijs Charles de Gaulle. Daarnaast voltrekken veranderingen in de netwerken van luchtvaartmaatschappijen zich steeds sneller. Flexibiliteit in de planning van luchthaveninfrastructuur is dan ook hard nodig. Tot deze conclusies komt Guillaume Burghouwt in zijn onderzoek waarop hij op vrijdag 4 februari promoveert aan de faculteit Geowetenschappen.
De spreidingstendens is begin jaren negentig ingezet door de groei van regionale luchtvaartmaatschappijen. Deze luchtvaartmaatschappijen hebben als gevolg van de liberalisering van de Europese luchtvaartmarkt steeds meer mogelijkheden gekregen om andere dan de nationale luchthavens zoals Schiphol en Frankfurt te verbinden.
Prijsvechters
Sinds de tweede helft van de jaren negentig hebben prijsvechters als Ryanair aan marktaandeel gewonnen. Deze luchtvaartmaatschappijen kunnen met lage ticketprijzen voldoende vraag genereren om kleinere luchthavens als Girona en Eindhoven met elkaar te verbinden. Bovendien geven zij de voorkeur aan de secundaire luchthavens als Stockholm Skvasta en Frankfurt Hahn in plaats van de overvolle en dure hub-luchthavens.
Luchtvaartallianties
Nationale luchtvaartmaatschappijen als KLM en Air France hebben hun routenetwerken daarentegen steeds verder versterkt op hun thuisbases die zij als overstapluchthaven of hub hebben ontwikkeld. Als onderdeel van de wereldwijde luchtvaartallianties hebben British Airways, Lufthansa, Air France en KLM gezorgd voor een concentratie van het intercontinentale luchtverkeer op de vier grootste luchthavens in Europa: Londen Heathrow, Frankfurt, Parijs Charles de Gaulle en Schiphol.
Overstap
Het aandeel van de vier grootste luchthavens in totale stoelcapaciteit is toegenomen van 49% in 1990 tot 57% in 2003. Deze luchthavens fungeren als de primaire draaischijven tussen het Europese en intercontinentale luchtverkeer. Door de scherpe concurrentie tussen de hubs om de gunst van de overstappende passagier, is het aantal bestemmingen vanaf regionale luchthavens met één overstap op zo'n hub explosief gegroeid. Niet alle hubs zijn echter succesvol geweest: Brussel, Zürich, Basel en Nice zijn het slachtoffer geworden van de faillissementen van hun thuismaatschappijen, terwijl British Airways, Iberia en Air France respectievelijk de hub-operaties op Londen Gatwick, Miami en Clermont-Ferrand hebben ontmanteld.
Flexibele planning
Veranderingen in de routenetwerken van luchtvaartmaatschappijen voltrekken zich steeds sneller. Verdere liberalisering van luchtvaartmarkten naar niet-EU landen en het ingezette consolidatieproces op de Europese luchtvaartmarkt maakt de toekomst van Europese luchthavens onzekerder dan ooit. Burghouwt pleit daarom voor flexibiliteit in luchthavenplanning zodat deze in staat is in te spelen op de snel veranderende marktomstandigheden. Flexibele planning betekent onder meer een sterk gefaseerd, herhalend en vraaggedreven planningsproces, het gebruik van alternatieve methoden om investeringen in luchthaveninfrastructuur te evalueren en diversificatie van het luchthavenproduct.
Schiphol
Op basis van een analyse van de planning van luchthaven Schiphol concludeert Burghouwt dat het planningsproces een aantal belangrijke kenmerken van flexibele planning laat zien. In dit opzicht moet het planningsproces van Schiphol worden gewaardeerd gezien de onzekere marktomgeving waarin de luchthaven verkeert na de fusie tussen Air France en KLM. Tegelijkertijd geven de resultaten van het onderzoek ook aan dat op een aantal punten sprake is van een meer traditionele vorm van luchthavenplanning.
Vrijdag 4 februari 2005 om 14.30 uur
Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht
Promotie: 'Airline network development in Europe and its implications for airport planning.'
Drs. Guillaume Burghouwt, faculteit Geowetenschappen
Promotores: prof.dr. A.M.J. Kreukels en prof.drs. J.G. de Wit
Een samenvatting van het proefschrift is te vinden via het persbericht op www.uu.nl/nieuws.
Voorlichter Roy Meijer, (030) 253 3705, r.meijer@csc.uu.nl
Universiteit van Utrecht