Promotie luitenant-kolonel en sociologe Irene van der Kloet
Vertrouwen binnen leger blijkt vooral een kwestie van gevoel
Een soldaat moet blind kunnen vertrouwen op zijn kameraden; dat kan
van levensbelang zijn. Eerlijkheid en welwillendheid zijn de
belangrijkste determinanten voor onderling vertrouwen, aldus
luitenant-kolonel en sociologe Irene van der Kloet. Ook concludeert ze
dat de landmacht meer vertrouwen in de eigen commandanten zou mogen
tonen. Van der Kloet promoveert op vrijdag 4 februari 2005 aan de
Universiteit van Tilburg.
Zonder vertrouwen is streng toezicht of een gedetailleerd contract
nodig om er zeker van te zijn dat het gewenste resultaat bereikt
wordt. Dit vergt tijd, geld en inspanning. Een organisatie is daarom
goedkoper uit wanneer werknemers elkaar gewoon vertrouwen. Bij
gevaarlijk werk, zoals in het leger, is het vertrouwen zelfs van
levensbelang. Een eenheid moet een goed op elkaar ingespeeld zijn; een
vergissing of onverwachte actie kan levensgevaarlijk zijn. De
Tilburgse sociologe en luitenant-kolonel Irene Van der Kloet
onderzocht hoe vertrouwen ontstaat binnen de landmacht en hoe het
gestimuleerd kan worden.
Volgens Van der Kloet berust vertrouwen op vier, onderling
afhankelijke pijlers: vakkundigheid, voorspelbaarheid, eerlijkheid en
welwillendheid. Iemand die deze eigenschappen tentoonspreidt mag
rekenen op vertrouwen. Eerlijkheid en welwillendheid, de twee meer
emotionele pijlers, blijken in de praktijk bepalender dan de twee
rationele aspecten: vakkundigheid en voorspelbaarheid. Vertrouwen is
dus vooral een gevoelskwestie. De mate van vertrouwen is echter ook
afhankelijk van iemands algemene vertrouwen in de mensheid, een
persoonlijke eigenschap die zich in de kinderjaren ontwikkelt. Deze
predispositie voor vertrouwen zou dan ook als criterium mee moeten
wegen in de selectieprocedure voor nieuwe rekruten, stelt Van der
Kloet. Want personen met een zeer laag vertrouwen in hun medemens zijn
in feite niet geschikt voor het leger.
Van der Kloet onderzocht ook het vertrouwen onder de soldaten tijdens
verschillende missies in Bosnië en op Cyprus. Ze verwachtte een sterke
verandering in vertrouwen, maar het vertrouwen bleek verassend
constant, er waren weinig schommelingen. Het vertrouwen bleek het
meest onder druk te staan in gevaarlijke situaties en wanneer
onbekende, nieuwe collega's aan de eenheid werden toegevoegd.
Duidelijke en up-to-date informatie over de situatie en gevaren ter
plekke blijkt heel bepalend voor het vertrouwen bij de start van een
missie. Van der Kloet beveelt dan ook aan om een eenheid vlak voor
vertrek goed te laten 'bijpraten' door een delegatie van de
vertrekkende missie.
Leiderschap
Een commandant wint het vertrouwen van zijn manschappen door zich
opdrachtgericht op te stellen. Dit is niet zo verrassend daar de
nadruk bij de training van soldaten altijd ligt op een goede
uitvoering van hun taak. Taakgericht leiderschap sluit hierbij aan.
Toch moet ook het relatiegerichte leiderschap (compliment,
persoonlijke aandacht en interesse) op de kazerne niet onderschat
worden, aldus Van der Kloet. De soldaten geven namelijk ook aan dat
hun eerdere ervaringen met de betreffende commandant grote invloed
hebben op hun vertrouwen. Het vertrouwen tussen commandanten op
verschillende bevelsniveaus stijgt ook wanneer zij in onbekende
situaties persoonlijk met elkaar overleggen. Kan dit niet persoonlijk
dan is e-mail een goed alternatief.
Van een leidinggevende in de landmacht wordt ook consistentie
verwacht: wat de een niet mag, mag de ander ook niet. Dit voorkomt
opportunistisch gedrag en kweekt vertrouwen bij de ondergeschikten.
Maar paradoxaal genoeg wordt een zeer rigide handhaving van regels
door hogere bevelsniveaus ten aanzien van commandanten op lagere
bevelsniveaus zeker niet gewaardeerd, enige flexibiliteit is beter.
Commandanten zelf zouden nadrukkelijker wat meer beslissingruimte en
verantwoordelijkheid willen hebben. Het officieel beleid van de
landmacht is ook om hen die verantwoordelijkheid te geven, maar er
zijn zoveel regels dat commandanten in de praktijk weinig ruimte
hebben. De Koninklijke Landmacht zou meer vertrouwen in hun eigen
commandanten mogen tonen, aldus Van der Kloet.
Drs. Irene E. van der Kloet (1959) startte haar militaire carrière in
1978 met een officiersopleiding. Ze volgde daarna een opleiding tot
krijgsgevangenenondervrager Russisch en werkte van 1981-1987 als
docente Russisch op de School Militaire Inlichtingendienst. Hierna was
zij achtereenvolgens plaatsvervangend commandant kazernecommando bij
de Generaal Winkelmankazerne, hoofd personeelszaken bij het 48ste
Pantserinfanteriebataljon, commandant stafverzorgingscompagnie bij het
45ste Pantserinfanteriebataljon en Hoofd van het Bureau Vrouwelijke
Militairen Koninklijke Landmacht. Van der Kloet studeerde sociologie
aan de Rijksuniversiteit Groningen van 1995 tot 1999, waarna zij ging
werken bij de directie Personeel en Organisatie van de Landmacht in
Den Haag. Sinds 2003 doceert zij sociologie aan de Koninklijke
Militaire Academie in Breda. Zij heeft de rang van luitenant-kolonel.
Haar onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Koninklijke Landmacht.
Noot voor de pers
De promotieplechtigheid vindt plaats op vrijdag 4 februari om 14.15
uur in de aula van de Universiteit van Tilburg. Promotores zijn
prof.dr. K. Sanders en prof.dr. J. Soeters.
Het proefschrift is getiteld 'A soldierly perspective on trust. A
study into trust within the Royal Netherlands Army' (ISBN
90-72391-23-3).
Journalisten kunnen een exemplaar opvragen bij de Afdeling
Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466 2000,
e-mail: persberichtuvt@uvt.nl. Irene van der Kloet is bereikbaar via
tel: 076 527 3204 en e-mail: ie.vd.kloet@mindef.nl. Persberichten van
de UvT staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/.
Laatst gewijzigd: donderdag 20 januari 2005
bullet Meer zoekmogelijkheden
bullet Experts en expertise
Zie ook
Contact
E-mail: P.H.C.Siebers
Universiteit van Tilburg