Pensioenwet moet worden bijgeschaafd
Het is goed dat de verantwoordelijkheden tussen werknemer, werkgever
en pensioenuitvoerder worden verduidelijkt, maar wat de verzekerde
regelingen betreft is die driehoeksverhouding op een aantal punten
niet goed uitgewerkt. Dat is kort gezegd de reactie van het Verbond op
het ambtelijk consultatiedocument voor de Pensioenwet.
De kritiek van het Verbond richt zich hoofdzakelijk op drie aspecten.
Het eerste is de melding van premieachterstand. In het
consultatiedocument staat dat een verzekeraar deelnemers aan een
pensioenregeling (werknemers) moet informeren als sprake is van een
premieachterstand, die aanleiding kan zijn voor het beëindigen van de
pensioenopbouw. Dat betekent dat de informatieverplichting verschuift
van de werkgever naar de pensioenuitvoerder. Reden voor die
verschuiving is dat werknemers in het verleden niet altijd door de
werkgever op de hoogte werden gesteld van een betalingsachterstand en
pas later ontdekten dat geen pensioen meer werd opgebouwd. Dat mag
echter geen reden zijn om de verantwoordelijkheid dan maar bij de
pensioenuitvoerder te leggen, aldus beleidsmedewerker Herma Geboers
van het Verbond. Bovendien zijn de termijnen waarbinnen een
verzekeraar actie moet nemen, niet reëel. Verzekeraars worden nu bij
wijze van spreken verplicht een waarschuwing uit te doen aan de
werknemers, nog voordat een betalingsherinnering aan de werkgever kan
worden uitgestuurd.
Het Verbond zoekt de oplossing dan ook eerder in verruiming van de
termijnen en in strenger toezicht door De Nederlandsche Bank (DNB). We
hebben het ministerie van SZW een alternatief aangedragen.
Verantwoordelijkheid
Een tweede bezwaar van het Verbond is het schrappen van artikel 4 van
de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet. In
dit artikel is vastgelegd dat de aanspraken van de verzekeringnemer
zijn verzekerd, voorzover de verzekeraar premie heeft ontvangen.
Geboers: Door dit artikel te schrappen, wordt de verantwoordelijkheid
voor een financieringstekort en het risico in betalingsachterstand bij
de verzekeraar gelegd. Daarmee wordt aan een essentieel
verzekeringsbeginsel voorbijgegaan.
Een derde punt waarover het Verbond zich zorgen maakt, beslaat
hoofdstuk vijf. Daarin wordt voorgesteld bepaalde taken en
verantwoordelijkheden over te hevelen van de werkgever naar de
pensioenuitvoerder. Het Verbond vindt echter dat de uitwerking daarvan
doorslaat. In het consultatiedocument wordt bijvoorbeeld voorgesteld
dat de pensioenuitvoerder het pensioenreglement, het toeslagbeleid én
de inhoud van pensioenregelingen (met enige beleggingsvrijheid voor de
deelnemers) vaststelt en dat de werkgever hierin niet meer het laatste
woord heeft, aldus Geboers. Wij vinden dat niet juist. Als sprake is
van een rechtstreeks verzekerde regeling is het pensioenreglement
immers primair de verantwoordelijkheid van de werkgever en werknemers.
Tot slot heeft het Verbond gepleit voor een werkbare overgangstermijn
en voor administratieve lastenverlichting. Alle bezwaren zijn
inmiddels ingebracht bij het ministerie van SZW, dat het
consultatiedocument heeft opgesteld.
Verzekerd!, februari 2005
Verbond van Verzekeraars