Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie
DE BIJGESTUURDE REGELGEVING TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN IN HET
KORT
De regelgeving betreffende de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de
tijdelijke of mobiele bouwplaatsen is aangepast door het koninklijk besluit van 19 januari 2005. De re-
gels die voortaan gelden, kunnen als volgt geschetst worden.
De bouwwerken worden opgedeeld in twee categorieën: deze met een totale oppervlakte kleiner dan 500
m² en deze met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m². Voor het bepalen van de totale
oppervlakte wordt de oppervlakte van alle niveaus en van de bijhorende constructies samengeteld. Bij
verbouwingen worden alleen maar de oppervlaktes van de lokalen of zones in rekening gebracht, die bij
de verbouwing betrokken zijn.
Voor de beide categorieën van bouwwerken moeten zogenaamde "coördinatoren inzake veiligheid en
gezondheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen" aangesteld worden, zodra er werken uitgevoerd
worden, of zullen worden, door twee of meer aannemers die tegelijk of na elkaar op de bouwplaats ko-
men. Aannemers zijn niet alleen de personen die traditioneel in de bouwsector als aannemer bestempeld
worden, maar om het even welke werkgever of zelfstandige die tijdens de verwezenlijking van het bouw-
werk werkzaamheden uitvoert. Alzo zijn de nutsbedrijven, die op een bepaald ogenblik water-, gas-, of
elektriciteitsleidingen plaatsen, ook aannemers. De zelfbouwer wordt evenwel niet als aannemer be-
schouwd.
Het feit dat coördinatoren aangesteld zijn, doet geen afbreuk aan de verplichtingen van al wie bij de
werkzaamheden op een tijdelijke of mobiele bouwplaats betrokken is, om de algemene preventieprincipes
toe te passen. Het betreft de opdrachtgevers, de ontwerpers, de aannemers en de zelfstandigen (art. 15
van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun
werk). Meer specifiek geldt deze verplichting voor de ontwerpers van bouwwerken en desgevallend ook
voor de opdrachtgevers, bij de bouwkundige, technische of organisatorische keuzen, in verband met de
planning van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar plaatsvinden, evenals bij
de raming van de duur van de verwezenlijking van deze verschillende werken of werkfasen (art. 17 van
de wet).
Omdat het realiseren van een bouwwerk steeds uit een ontwerp en een verwezenlijking bestaat, zijn er
coördinatoren-ontwerp en coördinatoren-verwezenlijking.
Laat het hierbij duidelijk zijn dat de bewering volgens welke de coördinatoren voor de bouwwerken klei-
ner dan 500 m² zouden worden afgeschaft, fout is. De Europese richtlijn 92/57/EG van 24 juni 1992 laat
dit niet toe. Wèl heeft de wijziging als gevolg dat aannemers gemakkelijker zelf de functie van coördina-
tor kunnen uitoefenen en, op iets langere termijn, ook de architecten.
Bouwwerken met een totale oppervlakte kleiner dan 500 m²
Tot deze categorie behoren omzeggens alle bouwwerken die uitgevoerd worden voor rekening van de
particulier die een woning laat bouwen of verbouwen. Zij omvat echter ook alle bouwwerken met een
professionele, commerciële of winstgevende bestemming en dus ook alle bouwwerken uitgevoerd in op-
dracht van werkgevers en overheden, zolang de totale oppervlakte ervan kleiner dan 500 m² blijft.
1/5
Tijdens het ontwerp:
Wanneer meerdere aannemers werkzaamheden op de bouwplaats zullen uitvoeren, of wanneer men van
tevoren niet weet hoeveel aannemers bij de uitvoering betrokken zullen zijn, wordt vóór de uitwerking
van het ontwerp van het bouwwerk1 een coördinator-ontwerp aangesteld.
De aanstelling gebeurt steeds door de "bouwdirectie"2 belast met het ontwerp, niet door de opdrachtgever.
Indien de medewerking van een architect wettelijk vereist is, stelt de architect de coördinator-ontwerp
aan. Indien er geen medewerking van een architect vereist is, wordt de coördinator aangesteld door de
persoon die, voor rekening van de opdrachtgever, zorg draagt voor het ontwerp. Dit kan een aannemer
zijn, die in dat geval het ontwerp en de prijsofferte combineert, zoals bij voorbeeld bij een dakrenovatie
of een ingerichte keuken.
Deze coördinatoren-ontwerp mogen architecten of coördinatoren3 zijn, maar voor bouwwerken waarvoor
de medewerking van een architect niet wettelijk vereist is, mogen het ook aannemers zijn die aan soepele-
re voorwaarden voldoen.
Vóór de start van de werken op het terrein:
Wanneer de werken uitgevoerd zullen worden door meer dan één aannemer wordt, vóór de aanvang van
de werken, een coördinator-verwezenlijking aangesteld.
Dit aanstellen gebeurt door een bouwdirectie en dus ook niet door de opdrachtgever. In de praktijk is dit
de architect of, bij ontstentenis van een architect, door al naargelang het geval, de hoofdaannemer of de
eerste aannemer die met de opdrachtgever een overeenkomst sluit. Indien er geen hoofdaannemer is,
maar verscheidene aannemers elkaar op de bouwplaats op zulkdanige wijze opvolgen dat zij, of de perso-
nen die eventueel de werken in onderaanneming voor hen uitvoeren, er geen werken aanvangen zolang
hun voorganger zijn werkzaamheden niet beëindigd heeft, dan gaat de coördinatieverplichting automa-
tisch over van de ene aannemer op de andere en duidt elke aannemer zijn coördinator aan.
De functie van coördinator-verwezenlijking mag uitgeoefend worden door architecten of door coördinato-
ren-verwezenlijking, maar ook aannemers die aan soepelere voorwaarden voldoen, mogen de functie uit-
oefenen, ongeacht of de medewerking van een architect al dan niet wettelijk vereist is.
Voorwaarden om de functie van coördinator te mogen uitoefenen:
Architecten en externe4 veiligheids- en gezondheidscoördinatoren:
Architecten en externe veiligheids- en gezondheidscoördinatoren die de functie van coördinator uitoefe-
nen moeten aan de voorwaarden inzake diploma, praktische beroepservaring en aanvullende vorming
voldoen, die in het koninklijk besluit reeds voorzien waren vóór zijn wijziging door het besluit van 19
januari 2005. Inzake de aanvullende vorming zijn het deze die leiden tot de diploma's van coördinator
niveau A of B, of van preventieadviseur niveau I of II.
1 De uitwerking van het ontwerp van het bouwwerk niet verwarren met de uitvoering van het bouwwerk. De Nederlandstalige
versie van de Europese richtlijn heeft het ontwerp onderverdeeld in drie fasen: de ontwerpfase van het ontwerp (d. i. de fase
der schetsen), de studiefase van het ontwerp (d. i. de fase waarin de plannen getekend worden) en de uitwerking van het ont-
werp (d. i. grosso modo de fase waarin het lastenboek wordt opgesteld). Pas nadien volgt de uitvoeringsfase of verwezenlij-
king van het bouwwerk.
2 Dit is eveneens een term die stamt uit de Europese richtlijn.
3 Hier worden zowel coördinatoren-verwezenlijking met ten minste drie jaar continue praktische beroepservaring, als coördina-
toren-ontwerp bedoeld.
4 Met "externe" coördinatoren worden hier de andere personen bedoeld dan de architect of de aannemers die bij het bouwwerk
betrokken zijn.
2/5
Nieuw voor de architecten, is de assimilatie met de coördinatoren van niveau A van de architecten die een
opleiding als architect gevolgd hebben, waarin de eindtermen van de cursussen van aanvullende vorming
voor coördinatoren zijn geïntegreerd en waarbij, tijdens de examens, het bezit van de vaardigheden in
verband met die eindtermen ook is geverifieerd. Deze assimilatie kan uiteraard pas gebeuren zodra de
opleidingsinstituten voor architect de aangepaste opleidingen geven en afgestudeerden leveren, rekening
houdend met de twee jaar stage die jonge architecten moeten volgen.
Aannemers:
Voor de aannemers die de functie van coördinator uitoefenen, wordt een onderscheid gemaakt tussen
enerzijds de bouwplaatsen met een verhoogd risico (bvb. waar er gewerkt wordt op hoogten boven de 5 m
of in uitgravingen dieper dan 1,2 m) of waarvan de omvang de 500 mandagen5 overstijgt en, anderzijds de
bouwplaatsen zonder deze risico's of met een kleinere omvang.
Op de eerstgenoemde categorie van bouwplaatsen, met verhoogd risico of van grotere omvang, mag de
aannemer de functie van coördinator uitoefenen indien hij, op eigen verzoek, door de administratie op een
publieke lijst is geplaatst, nadat de administratie heeft onderzocht dat hij aan elk van de volgende voor-
waarden voldoet:
- hij heeft ten minste 10 jaar praktische beroepservaring in het soort werken dat hij coördineert,
- heeft ten minste 5 jaar de leiding over bouwwerken gehad,
- is, gedurende de jongste 5 jaar en omwille van veiligheids- of gezondheidsovertredingen, niet veroor-
deeld geweest, heeft geen administratieve geldboeten opgelopen of heeft niet het voorwerp uitge-
maakt van een bevel tot stopzetting van zijn werken,
- en heeft een beperkte opleiding van ten minste 24 uur gevolgd inzake de coördinatie en de veiligheid
en de gezondheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Een werknemer van de aannemer, die aan dezelfde voorwaarden voldoet, mag uiteraard ook de functie
van coördinator uitoefenen, met dien verstande dat in dat geval deze werknemer, noch de aannemer, niet
één van de voormelde sancties hebben opgelopen.
Belangrijk element in het op kruissnelheid komen van de toepassing van de nieuwe regelgeving is de ma-
teriële onmogelijkheid om op zeer korte tijd na haar inwerkingtreding over een lijst met een voldoende
aantal aannemers te kunnen beschikken, om de versoepeling algemeen te kunnen toepassen.
Op de tweede categorie van bouwplaatsen, dus zonder verhoogd risico of van beperktere omvang, vol-
staat voor de aannemer, als enige voorwaarde, het volgen met gunstig resultaat van een beperkte oplei-
ding van ten minste 12 uur inzake de coördinatie en de veiligheid en de gezondheid op tijdelijke of mo-
biele bouwplaatsen.
De indruk zou kunnen gewekt worden dat men aan de aannemers minder strenge eisen stelt dan aan de
architecten. Bij het vaststellen van de eisen is men er evenwel van uitgegaan dat een aannemer die gedu-
rende ten minste tien jaar zijn beroep correct6 heeft uitgeoefend, veel ervaring heeft opgedaan in het toe-
passen van de preventiebeginselen. Met uitzondering van de architecten die een aanvullende vorming als
coördinator of als preventieadviseur gevolgd hebben, hebben architecten in het verleden niet zulke erva-
ring opgedaan.
5 Dit zijn bouwplaatsen die ongeveer 250.000 à 300.000 EUR kosten. Volledigheidhalve moeten hieraan de bouwplaatsen
worden toegevoegd die langer duren dan 30 werkdagen en waar op een bepaald ogenblik tenminste 20 werknemers tegelijk
werken.
6 Met "correct" wordt bedoeld, de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften op de arbeidsplaats hebbende toegepast.
3/5
Documenten bij de coördinatie7:
Voor het veiligheids- en gezondheidsplan mag een vereenvoudigd model gebruikt worden. Voor de
bouwplaatsen zonder verhoogd risico of van beperktere omvang, waar een aannemer met 12 uur opleiding
inzake veiligheid en gezondheid de functie van coördinator mag uitoefenen, mag het veiligheids- en ge-
zondheidsplan vervangen worden door een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de tussenkomende
partijen, waarin duidelijke afspraken zijn opgenomen betreffende de achtereenvolgende of gelijktijdige
werkzaamheden en hun uitvoeringstermijnen alsook de te voorziene preventiemaatregelen.
Het coördinatiedagboek moet niet langer gebruikt worden. Indien er tussenkomende partijen zich gedra-
gen op een wijze die in strijd is met de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften, stelt de coördinator hen
hiervan schriftelijk in kennis.
Het postinterventiedossier moet niet alle elementen bevatten die vermeld moeten worden voor de bouw-
werken met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m², maar mag, omwille van het grote nut
voor eventuele latere interventies aan het bouwwerk, bij voorbeeld om te vermijden dat men een gat
dwars door een elektriciteitsleiding in een muur zou boren, beperkt worden tot de informatie over de
structurele en essentiële elementen van het bouwwerk, de informatie betreffende de aard en de plaats van
aantoonbare of verborgen gevaren (verborgen nutsleidingen), de plannen die werkelijk met de uitvoering
en afwerking overeenstemmen en de identificatie van de gebruikte materialen.
Bouwwerken met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m²
Voor dit soort bouwwerken gelden, op enkele vereenvoudigingen of de hierna opgesomde nieuwe ele-
menten na, de regels die in het oorspronkelijke koninklijk besluit van 25 januari 2001 van toepassing wa-
ren op bouwwerken die een andere bestemming hadden dan het uitsluitend particuliere gebruik.
Als voornaamste vereenvoudiging voor de bouwplaatsen zonder verhoogd risico en met een omvang klei-
ner dan 500 mandagen, is er de toelating om de documenten bij de coördinatie te beperken tot dezelfde
documenten als deze die mogen gebruikt worden voor de bouwwerken met een totale oppervlakte kleiner
dan 500 m².
Voor de andere bouwplaatsen moet het coördinatiedagboek niet langer een document zijn dat uit genum-
merde bladzijden bestaat, maar is om het even welk technologisch middel toegestaan dat de verwijdering
van gegevens of aantekeningen verhindert. Ook mag het gecombineerd worden met het dagboek der wer-
ken (specifiek voor overheidsopdrachten) of met andere documenten met een gelijkaardige functie.
Nieuw voor deze laatstgenoemde categorie van bouwplaatsen is ook de verplichting voor de coördinato-
ren om zich tegen uiterlijk 31 december 2007 te laten certificeren volgens de norm NBN EN ISO 17024
(certificatie van personen). Deze maatregel heeft tot doel minimale garanties te bieden inzake de voor-
waarden waaraan de coördinatoren moeten voldoen. Het vereenvoudigt alzo de taak van de persoon die
een coördinator moet aanstellen.
Nieuwe elementen van toepassing op de beide categorieën van bouwwerken
De mogelijkheid om coördinatoren te sanctioneren:
De Programmawet van 27 december 2004 heeft de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van
de werknemers bij de uitvoering van hun werk uitgebreid met mogelijke strafrechtelijke sancties voor
coördinatoren die hun opdrachten uitoefenen in strijd met de regelgeving of die deze opdrachten niet uit-
7 Deze worden in de regelgeving "instrumenten" bij de coördinatie genoemd.
4/5
oefenen volgens de voorwaarden en de nadere regels bepaald door deze regelgeving (art. 86 en 87). Niet
alleen zijn hier de traditionele coördinatoren bedoeld die bij voorbeeld een aanvullende vorming van ni-
veau A of B hebben gevolgd of een aanvullende vorming voor preventieadviseur van niveau I of II, maar
iedereen die de functie van coördinator uitoefent, dus ook de aannemers die volgens het versoepelde re-
gime de functie zouden uitoefenen. Deze responsabilisering moet toelaten om een aantal heersende wan-
praktijken te bannen en zal bijgevolg leiden tot betere garanties inzake het door de coördinatoren gelever-
de werk.
Ook voert het koninklijk besluit van 19 januari 2005 verplichtingen in met betrekking tot een minimaal
overleg met de ontwerper en de opdrachtgever en een minimale aanwezigheid op de bouwplaats. Alzo
moeten in de overeenkomst met de coördinator-ontwerp de momenten in de verschillende fases van het
ontwerp uitdrukkelijk vermeld worden, waarop hij met de betrokkenen kan overleggen en de door hen
gemaakte keuzen in het veiligheids- en gezondheidsplan vastlegt. In de overeenkomst met de coördina-
tor-verwezenlijking worden de voor de veiligheid en de gezondheid kritieke fasen opgenomen, waarop hij
ten minste op de bouwplaats aanwezig zal zijn.
Lopende contracten met coördinatoren moeten dus met de laatstgenoemde clausules worden aangevuld.
De aanpassing mag evenwel geen aanleiding geven tot een prijsverhoging. De persoon belast met de aan-
stelling van de coördinator mocht immers, bij het sluiten van de overeenkomst, veronderstellen dat de
coördinator zijn functie correct uitoefent. Dit houdt onder andere in dat hij op het juiste ogenblik, het
juiste advies geeft en daartoe ook op het juiste ogenblik de bouwplaats bezoekt.
5/5